Heuvelrug

Stoetwegenpad markeert duizendste klompenpadkilometer

Beeldverslag van opening Stoetwegenpad, inclusief de markering van de duizendste kilometer klompenpad, ter ere van vertrekkend LEU-directeur Frans ter Maten. 

Onderweg naar landgoed Blikkenburg zitten de bordjes al stevig vastgeschroefd op de brede eikenhouten palen, naast de al even ferme eikenhouten klaphekjes.

In het Stoetwegenpad zijn bestaande stukjes wandelpad aaneen geknoopt, met een aantal nieuwe, verbindende stukken pad ertussen. Zodat het een volwaardig klompenpad wordt, het zesentwintigste van Landschap Erfgoed Utrecht (LEU), voorheen Landschapsbeheer Utrecht. En het eenenzeventigste klompenpad van Nederland.

Het pad leidt je van station Driebergen-Zeist, over landgoed de Breul, langs Beerschoten, via het Perenlaantje, achter de gebouwen van WNF en Schoonoord langs, om Blikkenburg heen, via Wibi’s landgoed Wulperhorst en het verborgen landgoed Rijnwijck terug naar station Driebergen-Zeist. Je steekt een paar snelwegen en het spoor over, of eigenlijk onder, via tunneltjes. Dat half Nederland langs je raast merk je maar nauwelijks.

Op landgoed Blikkenburg de feestelijke opening, met wethouders, directeuren en de eigenaren van grond waar het pad overheen loopt. En met de mannen en vrouwen die het pad maakten, eerst in het echt, toen op de kaart, later weer in gesprekken met eigenaren, toen weer op de kaart en tenslotte weer met paaltjes en stickertjes in het echt.

Maar we krijgen eerst een glas water, want er heerst een hittegolf. En er zijn chocoladecakjes met een framboos erop.

Buiten is de artiest al aan het jongleren met de palenhamer die later nog van pas zal komen.

Samen met zijn al even acrobatische partner voorziet hij de opening van een kunstzinnige omlijsting, met een diepere boodschap. Er was ook lekker veel watermeloen.

Dan zijn er toespraakjes, bijvoorbeeld van Frans ter Maten, de man die lang de voorman was van Landschapsbeheer Utrecht, maar nu terugtreedt. Hij mag een plaatje schroeven op een paal die later  verderop de grond in gaat en de duizendste klompenpadkilometer markeert. En zijn vertrek.

Ter Maten vertelt dat dit Stoetwegenpad er pas na behoorlijk veel hangen en wurgen kwam, vanwege soms tegenstribbelende terreineigenaren. Zo loopt het pad nu over landgoed de Breul, waar het oorspronkelijk liep over grond van een eigenaar die daar uiteindelijk geen toestemming voor gaf. Ter Maten: ‘Omdat hij geen meter wilde afstaan aan een pad waar Frans ter Maten mogelijk voet op zou kunnen zetten.’

Dan mogen we mee met boswachter Joris om de paal ongeveer precies op die duizendste kilometer d grond in te slaan. Onderweg leren we over stoppelleeuwenbekjes in het door Utrechts Landschap ingezaaide korenveld. .

Boswachter Joris heeft intussen de hand weten te leggen op wat aartjes blauwkoren en is dat nu aan het vermeerderen tot zoveel dat het heeele veld ingezaaid kan worden. ‘Dan waait hier een blauwkoren zee. En dat kunnen we weer oogsten en er bier van laten brouwen: Utrechtse blauwe.’

Nu staan er al prachtig gele melkdistels, hoger soms dan de halmen van de rogge. Lekker voor de distelvinken, ook puttertjes genoemd, tegenwoordig beter bekend als common linnets.

Dan gaat de paal op de rug van Leen Doeve, de architect van het pad. Leen tilt ‘m naar de duizendste kilometer en onderwijst ons ter plekke over de grondsoort: zand, afgeworpen door de Rijn die hier ooit een bocht maakte.

De wethouders van Zeist en Heuvelrug mogen de paal ceremonieel de grond inslaan. Maar het raakst slaat Jaaltink, de vervanger van de afwezige Bunnikse wethouder.

Ook daar weer markeringen op vastboren natuurlijk, van het Stoetwegenpad. Omstanders kijken of het allemaal waterpas wordt en maken intussen leuke grappen.

Dan gaan we weer naar huis, door het klaphekje van het Stoetwegenpad. Niet op klompen, maar op de fiets. Dat mag natuurlijk niet, maar ja.

Je kunt hier ook nog een filmpje bekijken over het pad.