Columns

Ontmoetingskunst in een ger

Er zijn mensen die een ceremoniele nachtmis voldoende vinden, die genoeg hebben aan een avondje Matthäuspassion, een vuurpijl of een nieuwjaarsduik. Niet de mensen van de Wintervuurplaats. Die willen dertien dagen lang verder en dieper gaan. Die willen dingen doen gebeuren.

Landgoed De Reehorst is een driehoekje groen ingeklemd tussen de uitlopers van de Randstad. Op het achterste weilandje van het landgoed staan vijf gers -Mongoolse tenten- mooi te wezen. Rook pluimt uit hun schoorstenen, de vluchtige resten van een oude Beuk, in stukjes gehakt, klaar voor de Wintervuurplaats. Binnen zitten drie van de de organisatoren, de kunstenaars Linda Pijnacker (32), Roeland Troost (30) en grondlegger Erik Lemmens (52), naast de houtkachel. De vraag is wat er precies gebeurt op de Wintervuurplaats.

Erik: Ik heb iets met het religieuze, met spiritualiteit. Ik ben altijd bezig geweest met de jaarfeesten. Alleen, die jaarfeesten, het droeg me niet meer. Vijf jaar geleden heb ik een ger gehuurd en ben daar de kerstdagen in gaan wonen met familie en vrienden. Dat was zo’n ervaring, dat we het volgende jaar meteen drie tenten hebben neergezet en het feest openbaar hebben gemaakt. Nu zitten we hier dertien dagen lang met een man of twintig. Elke avond krijgen we tegen de vijftig bezoekers.
Roeland: Ik zou graag willen vertellen wat er gaat gebeuren, maar dat weten we zelf ook niet precies.
Erik: Als kunstenaar werk je veel alleen. Wat wij proberen is kunstvormen te brengen in de ontmoeting. De Wintervuurplaats is een uiting van kunst, alleen buiten de kaders van podium of schildersezel.
Roeland: Voor een kunstenaar geldt niet alleen het eindresultaat, een kunstenaar heeft altijd iets doorlopen. Dat doen we hier dus ook
Erik: Ruimte scheppen, sfeer scheppen waarin dingen kunnen gebeuren, een bepaalde kwaliteit inbrengen, daar zijn we goed in.
Linda: Het kan een korte performance zijn. Of je krijgt een opdracht, of een vraag. Of we laten je een vraag stellen, aan iemand. We doen veel met vragen. Sommige vragen blijven bij mensen het hele jaar hangen.
Roeland: Maar we zijn geen theatergroep. We zijn geen festival.
Erik: Snuffelen, toekijken, dat werkt hier niet. We zoeken diepgang, we vragen mensen mee te doen.
Linda: Als je er bij bent, dan gebeurt er heel veel. Nu blijven het droge feiten, die ik bij jou niet over kan brengen. Als je hierheen komt moet je eerst door het aardedonker lopen. Dan sta je voor de deur van de tent. Je kunt die tent niet binnen kijken, dus je weet niet wat er zich achter die deur bevindt. Dat is een drempel overgaan.
Roeland: We hebben vernomen dat ooit iemand tot de deur is gekomen en weer naar huis is gegaan. Het was te spannend.
Linda: Dan wordt je ontvangen. Daar staat de thee, de kapstok. We zorgen dat je je thuis gaat voelen. Mensen kijken eerst een halfuurtje om zich heen, beetje ongemakkelijk. Maar meestal verdwijnt dat. En dan vinden mensen hun weg in de tent.
Roeland: We hebben in het begin avonden gehad dat er maar twee, drie mensen bij kwamen.
Linda: Heerlijk.
Roeland: Dat komt nu niet meer voor. Het is nu iedere avond vol.
Erik: Als serieuze grap hebben we het idee gehad om een dit jaar een workshop ‘maak je eigen wintervuurplaats’ te organiseren. Dan zijn er volgend jaar door het hele land wintervuurplaatsen. Wij kunnen niet meer groeien, anders kunnen we niet meer de speeltuin zijn die we willen zijn.

Meer informatie vindt u op wintervuurplaats.nl