Heuvelrug

Belachelijk, beschamend, stuitend…..

Burgemeester Naafs en wethouder Pamboer zijn  geschrokken van de manier waarop Defensie het proces rond de kazerne en de eventuele verhuizing voert. Het heeft het vertrouwen in Hillen en de hoop op een goede afloop voor Doorn geen goed gedaan. 'Daar zouden wij  niet mee wegkomen, zeker niet met een gemeenteraad als de onze.'

Wekenlang, zegt burgemeester Naafs, is wethouder Roy Pamboer al bezig met de kazerne, en min of meer non stop. Je moet wel, zegt Pamboer, als wethouder economische zaken zou je immers geen knip voor de neus waard zijn, als je niet zou vechten voor het behoud van negentienhonderd arbeidsplaatsen. Zo intensief is Pamboer bezig geweest met de kazerne dat hij zich in toenemende mate vereenzelvigt met het lokale marinekorps. In zijn uitleg over de uitbreidingsmogelijkheden praat hij voortdurend in de eerste persooon meervoud. 'En als we daar dan een robuuste groenstrook creeren, kunnen we daar de Vikings wel kwijt …..' en vergeet pardoes dat hij wethouder van de gemeente Utrechtse heuvelrug is, en niet de commandant van de marinekazerne, of de minister van defensie. 'Noem het beroepsdeformatie. Als je er zo mee bezig bent als ik, dan ga je in termen van WE praten.'    

Veel ambtelijke ondersteuning heeft Pamboer nog niet gebruikt deze laatste weken, wel heel erg veel contacten binnen defensie, in het lokale marinekorps en in de politiek. Dat moet ook wel, gezien het jargon en de kennis die uit het rapport spreekt, een rapport dat Pamboer grotendeels zelf heeft geschreven. Merkwaardig eigenlijk, vinden ook Pamboer en Naafs, dat een gemeentelijke overheid het huiswerk moet maken -want daar komt het in feite op neer- van een landelijk ministerie met duizenden mensen personeel. Namen kan hij natuurlijk niet noemen, wel heeft Pamboer de afgelopen weken 'veel contacten gelegd', her en der. Met name de lokale korpsleiding heeft veel hulp geboden. Pamboer: 'Officieel mogen ze niets vinden. Maar ze hebben behoorlijk meegewerkt.' De meeste mariniers willen per se niet naar Vlissingen verhuizen, weet Naafs: 'Ik heb veel gehoord: als het Vlissingen wordt, dan zonder mij.'

Hulp van binnenuit was ook broodnodig, want de cijfers waar Pamboer door Hillen mee op pad werd gestuurd, bleken vaak niet te kloppen.  Zoals de omvang van de logisitieke locatie Maartensdijk, die zou moeten meeverhuizen naar Doorn, of naar Vlissingen natuurlijk. Pamboer: 'Joh, zeiden de mensen uit het korps me, daar klopt helemaal niets van. Zoveel voertuigen bestaan er in de hele marine niet.' Geschrokken zijn Pamboer en Naafs dat een groot ministerie de eigen cijfers niet controleert. Belachelijk, zegt Pamboer. Daar zouden wij niet mee wegkomen, schertst Naafs, 'met zo'n gemeenteraad als de onze.' Dat vonden ook de mensen van defensie zelf, die meegingen naar Maartensdijk om de werkelijke omvang in ogenschouw te nemen, vertelt Naafs: 'Ze zeiden: stuitend en beschamend dat u ons moet vertellen hoe het zit.'

De manier waarop het hele proces verloopt heeft het vertrouwen in de goede afloop niet doen toenemen. Hoe die afloop eruit ziet, dat kan alleen de toekomst  uitwijzen, zegt Naafs. 'Ons verhaal ligt er, we zullen zien hoe het ontvangen wordt.' Dat Hillen met de foute basiscijfers én uitgangspunten een trucje heeft uitgehaald, dat valt ook niet uit te sluiten. Naafs: 'Kan best dat hij weer wat uit de hoge hoed tovert. We zullen zien.' Erg verrassend is het niet dat Vlissingen met het uitbrengen hun rapport gewacht heeft tot het Doornse rapport verschenen is, vindt Pamboer: 'We zijn er van overtuigd dat ze ons rapport hebben afgewacht, zodat ze er in hun rapport op kunnen reageren.'