Heuvelrug

VVD: eerst cijfers zien

Minister Hillens besluit de marinierskazerne te verplaatsen van Doorn naar Vlissingen is geen walk over. VVD-kamerlid Bosman wil eerst duidelijkheid hebben over de cijfers. PvdA-kamerlid Eijsink wil dat de werkgroepen van Doorn en Vlissingen hun cijfers in Den Haag komen toelichten.

Gisteren reageerde D66-kamerlid Hacchi al met een kritisch persbericht op Hillens besluit. PvdA-kamerlid en defensiespecialist Eijsink laat vanochtend via e-mail weten dat ze morgen bij de reguliere 'procedurevergadering' namens haar fractie het verzoek zal doen zowel met de werkgroep van Zeeland als de werkgroep Doorn te spreken over hun plannen. 'Er zijn nog veel -met name financiele- onduidelijkheden,' aldus de korte reactie van EIjsink. 

Coalitiepartner VVD houdt zich ook nog even op de vlakte over het besluit van Hillen. Kamerlid Bosman, woordvoerder defensie, laat telefonisch weten blij te zijn dat Hillen een besluit heeft genomen, maar zich vooralsnog niet achter het besluit te kunnen scharen. 'We zien een financieel gat en daar willen we eerst duidelijkheid over hebben. Er zijn allerlei constructies, over de verkoop van grond, over afstoting van vastgoed, die we eerst onderbouwd willen zien. Daarnaast kijk ik ook naar de structurele budgetverhoging van twee, tweeenhalf miljoen. Dat moet ook duidelijker. Ik wil heel duidelijk weten hoe het precies zit. Om nu al te zeggen dat het wel goed komt, nee, dat lukt nog niet.'

Bosman wil de antwoorden snel hebben. Morgen tijdens de reguliere vergadering dient hij daarom een verzoek om een vragenronde in. 'Het kan niet zo zijn dat de minister zegt: ik ben nog met het onderzoek bezig. De gegevens waarop hij zijn besluit baseert staan op papier, en ik wil ze op papier zien, 'aldus Bosman, die geen voorkeur wil uitspreken voor de locaties Doorn of Vlissingen. Bosman is geboren in Maarn -op de Utrechtse heuvelrug- maar opgegroeid in Zeeland. 'Er mag een kostenverschil zijn, en het kan zo zijn dat de kazerne op de ene locatie beter uit de voeten kan dan op de andere. Maar we moeten vooral op de lange termijn kijken, zodat we niet over vier jaar moeten constateren dat we honderdvijftig miljoen hebben weggegooid.'