Heuvelrug

Zeeland bouwt huisvesting voor marinierskazerne

De gemeente Utrechtse heuvelrug wil de minister van defensie ter dienste zijn, om zo de marinierskazerne in Doorn te houden. Maar Vlissingen en Zeeland zijn de minister veel meer ten dienste.

Dat blijkt opnieuw uit een brief van CdK Karla Peijs aan de gemeenteraad van Vlissingen en de provinciale staten van Zeeland. In de brief schrijft Peijs  dat provincie en gemeente buiten de poot van de kazerne huisvesting moeten realiseren om de mariniers tijdelijk te huisvesten. Het zou gaan om bestaand vastgoed dat -zo suggereert Peijs- wellicht door woningcorporaties zou kunnen worden verbouwd om het personeel dat de eerste jaren heen en weer gaat pendelen -de zogenaamde boordplaasters- doordeweeks te huisvesten.

Wanneer dat personeel na verloop van tijd naar Zeeeland is verhuisd kan de accommodatie een reguliere woonbestemming krijgen, voorziet Peijs. De hulp van Vlissingen en Zeeland zal minister Hillen goed uitkomen nu hij de Tweede Kamer moet overtuigen dat een investering van €50 of €110 miljoen – de meningen hierover verschillen- een goede keus is. 'De provincie Zeeland en de gemeente Vlissingen hebben al een aantal locaties verkend en eerste berekeningen gemaakt. Daaruit komt naar voren dat via huisvesting buiten de poort de voor legering voorziene investeringskosten met een derde zouden kunnen worden verminderd,' aldus de brief.

Eerder al bleek dat Peijs wil dat de provincie Zeeland en de stad Vlissingen de zeventig hectare grond nodig voor nieuwbouw van de kazerne gratis en bouwrijp aan de minister van defensie ter beschikking stellen. Hoeveel dat gemeente en provincie gaat kosten is nog onbekend, omdat niet alle grond al in overheidshanden is. 'Voor zover ook particuliere grondverwerving in het gebied aan de orde is zullen nadere voorstellen over de dekking daarvan aan Provinciale Staten worden voorgelegd, 'aldus Peijs in de brief.

Ofschoon gemeente en provincie ruim zijn vertegenwoordigd in de werkgroep die de komst van de kazerne voorbereidt is steun van de Vlissingse gemeenteraad en Zeeuwse statenleden nog wel vereist. De financiele situatie van de stad Vlissingen is niet erg rooskleurig, vorige maand sneuvelde er nog een wethouder rond een mislukkend ander havenproject. In haar brief voert Peijs de druk daarom vast een beetje op: 'Wij gaan er van uit dat met de komst van de Marinierskazerne er nog steeds voldoende aanleiding is om met inzet van gelden van alle betrokkenen te werken aan een betere economische benutting en aan de maritieme herwaardering van de Buitenhaven. De verdere voorbereiding nemen wij ter hand. Zodra dit mogelijk is, zullen wij u verder informeren en nadere voorstellen aan u voorleggen.Wij rekenen daarbij op uw politieke steun voor onze inzet,' aldus Peijs in de brief aan de raads- en statenleden.