Driebergen

Ik ben nog heel erg boos

Winkeliers aan de Traaij zijn boos, sommigen ook wat bang, na de overval afgelopen maandag op een sigarenwinkel. Maar ze bljven de Rode Lopers uitrollen.

Meteen als de verslaggever de deur opent focust een paar arendsogen zich op zijn gelaat. Goed volk, ondanks het petje, monstert Victor van Hoof al snel, van boven het leesbrilletje. De sigarenwinkelier van Driebergen kijkt altijd al uit. 'Sinds maandag nog wat intensiever,' zegt Van Hoof. 

Maandag werd hij overvallen, om 17.23 uur. Amper tien minuten later al stond het op de lokale facebook-dorpspomp en wist het hele dorp ervan. 'Vind je het gek, het stond hier vol politie. Hondenbrigade, technische recherche. Dan gaat het als een lopend vuurtje.' Heel snel was de eerste agent ter plaatse, twee en een halve minuut al nadat Van Hoof 112 had ingetoetst. Vol lof is de winkelier daar nog over. 'Supersnel, ze moeten al in de buurt zijn geweest. Ik wil ze daar graag mee complimenteren.'

Net als de burgemeester de complimenten verdient, omdat ook hij snel belde, en later een bloemetje liet bezorgen. En net als een winkelier verderop de winkelstraat, juwelier Diek Wechgelaar, die de volgende dag meteen een bloemetje kwam langsbrengen. 'Diek is zelf ook al zeven keer overvallen. Ook een keer met pistool. Dat is nog wat erger dan mij is overkomen, ' zegt Van Hoof, die wat luchtig op de vragen van de verslaggever lijkt te reageren. 

Maar dat is maar schijn, omdat: ja, hij heeft het al zo vaak verteld: hoe hij het zwaaiende mes kon afweren met een doos, hoe de dader de benen nam, hoe Van Hoof er nog even scheldend achteraan rende, hoe een voorbijganger de dader verderop zijn bivakmuts zag afdoen en met een andere man rustig de Traaij zag aflopen. Later zouden de twee nog gezien zijn bij de benzinepomp BP, met een kopje koffie in de hand. 'Nee, luchtig ben ik er niet over. Ik ben blij dat ik in de winkel stond en niet mijn vrouw. Ik ben nog steeds heel erg boos.' 

En dan gaat het niet om het geld dat de dader theoretisch had kunnen bemachtigen, het gaat om het leed dat hij de slachtoffers berokkent, zegt Van Hoof, die nog veel meer dingen zegt, maar dat liever niet opgeschreven ziet. Een bloemist verderop de winkelstraat beaamt de woorden van Van Hoof. Zelf heeft hij ook mensen in zijn winkel werken die in een vorige betrekking slachtoffer werden van een beroving, en daarna weken thuis zaten.

'Als die jongens dat nu eens zouden beseffen, dan denk ik dat ze het wel uit hun hoofd zouden laten,' zegt de bloemist, die potentiele overvallers dat graag zou willen vertellen. 'Zelf zeg ik: kom maar op. Ik pak zo een bezem en jaag ze heel hard de winkel uit.' Niet iedereen is zo weerbaar en heldhaftig. De eigenarese van een sigarenwinkel aan de andere kant van de winkelstraat gaat voortaan de vrijdagavonden gewoon dicht. 'Vooral nu, als het zo vroeg donker is. Nee, ik vind het niet meer nodig om vrijdagavond open te blijven.' 

Winkeliersvoorzitter Han Roeten kijkt ervan op, hij heeft nog geen toename van de angst onder winkeliers waargenomen. Een overval is natuurlijk nooit goed en altijd naar voor de slachtoffers, maar dit ziet Roeten toch meer als een incident. 'Het is net zo veilig als het vroeger was. Ik zie het toch vooral als psychologie. Als er in chocoladeletters in de krant staat dat je moet thuisblijven vanwege de sneeuw, dan is het hier meteen doodstil.'

Om dat psychologische tij te keren zijn de winkeliers de Rode Loper- actie gestart, waarbij op alle vrijdagavonden van december rode lopers de winkelstraat een warm aanzien geven. Alle andere maanden zijn de rode lopers er alle eerste vrijdagavonden van de maand. Roeten: 'Volgende week hebben we ook nog een lampionnenoptocht. En de 21e komt er een theatermaker allerlei stukjes op de Traaij uitvoeren. En er zijn ballen gehakt, en er is gluhwein.'