Heuvelrug

Bejaarde knotwilgen moeten opzij

De oudste knotwilgen van Nederland moeten een stukje opschuiven, zodat het hoogheemraadschap de dijk kan opknappen. Ze kraken vervaarlijk.

‘Och ja. Het is net onkruid he’, zegt de kraanmachinist, wanneer hem gevraagd wordt of de knotwilgen de ingrijpende operatie wel zullen overleven. Ruim honderd jaar staan ze al op precies dezelfde plek te wortelen, onderaan de eeuwenoude Lekdijk bij Amerongen. Moeten ze ineens zeven meter verplaatst worden. Een klein kraanwagentje graaft een geul, een dikke twee meter rondom de stam. Dan komt een reusachtige kraanwagen de scheve wilg uit de grond tillen, een ander houdt hem recht. Zeven meter verder laten ze de krakende wilg weer zakken, in dezelfde scheve hoek als waar ze hem weghaalden.

Reden is dijkonderhoud, zegt Herman Lokhorst, van hoogheemraadschap Stchtse Rijnlanden. Natuurontwikkeling heeft de bovenpolder naast de dijk steeds drassiger gemaakt, met kwelwater uit de Heuvelrug, dat precies hier naar boven welt. Om bij de dijk te kunnen legt het hoogheemraadschap een hoger, steviger onderhoudsweggetje naast de dijk aan, waarop het materieel niet meteen wegzakt, en daarom moeten de 59 bejaarde wilgen opzij. Over anderhalve maand is de weg klaar, en kan het hoogheemraadschap weer aan het werk. ‘Maaien natuurlijk. Verstevigen. En wat kleine verzakkingen repareren.’

De wilgen zijn afgelopen herfst geprepareerd op de verhuizing, toch krijgen ze het flink te verduren na al die eeuwen rust. Sommige wilgen zijn zo goed als hol, en kraken vervaarlijk onder het transport. De wilgen -hoe oud precies is onbekend, maar zeker behoren ze tot de oudste wilgen van Nederland- worden gezien als waardevol. Niet alleen vanwege hun karakteristiek oud-Hollandse uitstraling, ook als schuil- en broedplaats, voor bijvoorbeeld de steenuil. En duurder dan alles afvoeren en nieuwe wilgen planten zal de verhuizing niet worden, denkt Lokhorst. ‘Dat is lood om oud ijzer.’