Heuvelrug

‘Nooit meer een gemeenschappelijke regeling’

Wethouder Homan van de Utrechtse heuvelrug noemt de grote verliezen bij de fusie van omgevingsdiensten een grote teleurstelling. ‘Ik vind het een aanleiding om nooit meer een gemeenschappelijke regeling aan te gaan.’

Op aandringen van de rijksoverheid is in 2011 een fusieproces (OdrU) van alle omgevingsdiensten -vroeger milieudienst- van de provincie Utrecht in gang gezet. Afgelopen jaar zouden daar ook de diensten vergunning en handhaving bijgevoegd worden, om vanaf 2014 als Regionale Uitvoerings Dienst (RUD) alle vergunningverlening, toezicht en handhaving voor milieu, bouwen en wonen en ruimtelijke ordening van alle Utrechtse gemeenten te regelen. 

Dat centralisatieproces is uit de bocht gevlogen, bleek het afgelopen jaar. Met als gevolg grote financiele tekorten over zowel 2012 (€750.000) als 2013 (€5 miljoen). Voor de gemeente Utrechtse heuvelrug komt de schade op €570.000, meldde een geirriteerde wethouder financien Bert Homan afgelopen week.  ‘Ik vind het een aanleiding om nooit meer een gemeenschappelijke regeling aan te gaan. Omdat je laat geinformeerd wordt, omdat je maar klein onderdeel bent van groot geheel en je weinig kunt afdwingen,’ aldus Homan.

Dat laatste, zegt Homan -die zelf algemeen bestuurder is van het fusieproces- wel te hebben geprobeerd. Afgelopen februari zou het algemeen bestuur ‘dingen hebben aangeslingerd die we niet vonden kloppen’. Nadat het dagelijks bestuur van de OdrU daar volgens het algemeen bestuur onvoldoende vaart achter zette, hebben vijf van de besturende gemeenten er eigen medewerkers op afgestuurd, vertelde Homan, die zijn gemeenteraad daar in het voorjaar al driemaal in vertrouwen over zou hebben geinformeerd.

‘Daar zijn veel dingen boven water gekomen. De OdrU is als gemeenschappelijke regeling deel van ons. Maar ze zijn gaan opereren als een zelfstandige organisatie en dan krijg je zulke ontsporingen,’ aldus Homan, die de dagelijks bestuurders directie ‘uiterst onzorgvuldig handelen’ verwijt.  ‘Ze hebben geld uitgegeven dat ze niet hadden en ook nooit hadden zullen krijgen. En intussen zijn ze uitgedijd, in het belang van de eigen organisatie.’

Volgens Homan zijn de afvloeiingsregelingen voor de ontslagen directeur en managers -waarvoor nog eens €3,8 miljoenen nodig is- onontkoombaar. ‘Omdat een deel van de directie en managers een andere job moet gaan zoeken. Dat zit opgesloten in het ambtenarenrecht. Ik vind het ook niet rechtvaardig, maar nu weten we in elk geval wat het maximaal gaat kosten zodat we in elk geval niet nog meer tegenvallers krijgen.’