Brieven

‘Zomerzotheid’

(Ingezonden)

‘Zomerzotheid’

Moeten we rekening houden met op termijn opnieuw een gemeentelijke herindeling ? “Nee toch”, zal menig inwoner van de gemeente Utrechtse Heuvelrug verzuchten. “Wie bedenkt nu zoiets ?” Tsja, wie bedenkt zoiets ?

Toch is het begrip ‘herindeling’ niet zomaar uit de lucht komen vallen. Vorige week heeft het college de raad in een memo op de hoogte gesteld van zijn voornemen om in september met de colleges van Bunnik, Rhenen en Wijk bij Duurstede te gaan praten over bestuurlijke ontwikkelingen, eventuele nieuwe vormen van samenwerking. In datzelfde memo wordt tevens de vraag gesteld of ook aan gemeentelijke herindeling wordt gedacht.

Dit alles, volgens het college, naar aanleiding van ontwikkelingen op het gebied van de bestuurlijke inrichting van Nederland, zoals de eventuele samenvoeging van de provincies Utrecht, Noord-Holland en Utrecht tot één provincie en, zoals dat wordt genoemd, een nieuw beleidskader voor gemeentelijke herindelingen.

Nu valt het te prijzen dat een college van B. en W. en dat geldt ook voor de onze, vooruit denkt. Dat is wat anders dan een mogelijke gemeentelijke herindeling weer nieuw leven in te blazen door in vragende zin dit aan de orde te stellen. Minister Plaskerk die onder meer is belast met de bestuurlijke inrichting van ons land, heeft weliswaar geroepen geen voorstander te zijn van handhaving van gemeenten met een inwonersaantal onder de honderdduizend. Bij dat ‘roepen’ is het vooralsnog gebleven. Hiervoor kreeg hij niet de handen op elkaar.

Het is dan op zijn minst voorbarig van het college het aspect van gemeentelijke herindeling op de agenda van overleg met de colleges van buurgemeenten te plaatsen. Niet alleen voorbarig, maar ook merkwaardig en riskant. Merkwaardig omdat er binnen een jaar gemeenteraadsverkiezingen zijn. Door de actie van het college van de gemeente Utrechtse Heuvelrug neemt het de politieke groeperingen de wind uit de zeilen. Juist kwesties als verdergaande intergemeentelijke samenwerking en wellicht opnieuw gemeentelijke herindeling, worden wellicht volgend jaar verkiezingsthema’s. Dan gaat het niet aan dat het college deze zaken zomaar uit zijn hoed tovert. Zeker niet als men zich realiseert dat het geenszins zeker is dat volgend jaar een college van dezelfde politieke samenstelling terugkeert.

Tenslotte is het aan de orde stellen van eventuele gemeentelijke herindeling ook riskant omdat na de gemeentelijke herindeling van 2006 niet alles in onze gemeente vlekkeloos verloopt. Dat geldt zowel voor het bestuurlijke reilen en zeilen (twee wethouders hebben tussentijds het veld moeten ruimen, een burgemeester die bij zijn herbenoeming bij lange na niet de handen van alle raadsleden op elkaar kreeg en een andere wethouder die met een stevige motie van wantrouwen te maken kreeg), de stagnatie in de verkoop van gemeentelijk onroerend goed – voor een deel leegstaande voormalige gemeentekantoren, als de nog steeds slecht op gang komende kwaliteitsbewaking- verbetering van de ambtelijke organisatie. Niemand zit (dus) te wachten op een gemeentelijke herindeling. Dat leidt alleen maar tot onrust en tot opnieuw verbreding van die ‘kloof’ tussen gemeente en de inwoners, waar we zo druk mee zijn geweest. Kortom: de actie van het college, onder leiding van de burgemeester, richting buurgemeenten, bestempelen we maar als ‘zomerzotheid’.

Frits van Schaik (raadslid BVH)