Wethouder Verhoef gooit de handdoek in de ring. De andere tien deelnemende gemeenten aan het Recreatieschap Zuid-Oost Utrecht willen niet langer meebetalen aan de recreatiegebieden op de Heuvelrug.
Het recreatieschap -een zogenaamde gemeenschappelijke regeling die de terreinen namens de elf gemeenten beheert- heeft te maken met stijgende kosten, terwijl gemeenten juist minder inkomsten hebben en moeten bezuinigen. Het schap heeft eerder de Wijkse zwemplas Gravenbol afgestoten -en hetzelfde geprobeerd met het Doornse Gat– maar dat heeft de ondergang van het schap niet kunnen afwenden.
Het leeuwendeel van de elf deelnemende gemeenten wil niet langer meebetalen aan recreatieterreinen en routes in het zuidoostelijke deel van de provincie. Verwoede pogingen van de Heuvelrugse wethouder Verhoef om het schap voorlopig nog in stand te houden vinden geen weerklank bij de overige tien gemeenten die deelnemen in het schap. 'Het is een worsteling, want liquidatie is ook niet ons feestje. Maar doorgaan in een constructie waar iedereen van af wil geeft ook geen elan.'
Naar verwachting neemt het schapsbestuur op 13 maart het definitieve besluit tot liquidatie, waarna een opheffingstraject begint. Daarbij gaat Verhoef zich hard maken voor twee voorwaarden: 'Ten eerste een waarborg dat alle terreinen en routes toegankelijk blijven, ten tweede dat de gemeenten met de meeste voorzieningen niet met de kosten blijven zitten.'
Dat laatste lijkt voor de gemeente Utrechtse Heuvelrug een moeilijk haalbare kaart. De gemeente bezit met het Doornse Gat, de Utrechtse baan (Leersum), de Rode Haan (Overberg), de Zanderij (Maarn) en een deel van het Henschotermeer -plus nog een groot aantal routes in de bossen van de Heuvelrug- terreinen en paden die jaarlijks €350.000 aan onderhoudskosten maken, terwijl de gemeente zelf maar € 92.000 aan het schap meebetaalt.
Volgens een voorlopige verdeelsleutel moet de gemeente Utrechtse Heuvelrug verder nog €530.000 meebetalen aan de uiteindelijke liquidatie, die in 2018 moet zijn voltooid en in totaal € 6,38 miljoen zal kosten. Het grootste deel van dat geld gaat naar de afkoop van personeel, dat contracten heeft die in sommige gevallen nog doorlopen tot 2029. Overigens bestaat er onduidelijkheid over de mogelijkheid dat deelnemende gemeenten voor 2018 uittreden en de kosten voor de overige deelnemers verder oplopen.
Volgens Verhoef heeft de provincie in ek geval toegezegd 'een trekkersrol' voor de routes en het Henschotermeer op zich te nemen, inclusief een deel van de financiele lasten daarvan. De Zanderij wordt waarschijnlijk ondergebracht bij het Utrechts Landschap, terwijl het Doornse Gat een commerciele exploitant krijgt. Verhoef zoekt voor de Rode Haan en de Utrechtse Baan naar andere beheersmodellen.