Politiek

Open brief: Vergrijs de koopzondagendiscussie

Vanavond vergadert de gemeenteraad over de koopzondag. Om de patstelling rond de koopzondag te doorbreken moet de middenstand zelf met een alternatief komen, betoogt kandidaat-raadslid Gerard Weck.

 

Open brief

Vergrijs de koopzondagendiscussie

 

De tijd dat de politiek bepaalt wanneer winkels gelimiteerd open mogen zijn, ligt zo goed als achter ons. Nu al zijn de straatwinkels wettelijk (toegestaan) open elke dag, behoudens de zondag, van 6-22 uur, webshops 24/7. En voor de zondag mag een gemeente het zelf uitmaken. Moet onze gemeente Utrechtse Heuvelrug dan winkeliers verbieden om op zondag open te mogen zijn? Welk belang is dan gediend bij een op zich toch belemmerende (niet open mogen zijn wanneer de ondernemer dat wil) maatregel?

 

Er kan sprake zijn van een publiek belang.

Als een overgrote meerderheid van de bevolking verklaard tegenstander is van zondagopenstelling, bijvoorbeeld op religieuze gronden, ja dan kan ik mij voorstellen dat de gemeente het sluitingsverbod handhaaft. Een gemeente, zoals de onze, die dat profiel meer en meer is kwijt geraakt en een duidelijk toeristisch profiel huldigt en stimuleert, past naar mijn mening een dergelijk beperkend regime niet.

 

Er kan sprake zijn van een economisch belang

Als op een enkele winkel en een enkel event (Kerkplein Driebergen) na, alleen de supermarkten opengaan, dat leert de afgelopen proefperiode namelijk ook, wat voegt de verruiming van de opstelling naar ook de zondag toe aan winkel- en toeristisch verblijfsklimaat? Weinig dunkt mij. Is nu echter de afgelopen periode gebleken dat winkels die niet open willen, onder heftige sociale en economische druk staan, vanwege de open deuren van de supermarkten, om toch open te moeten gaan omdat zij een dramatische omzetderving ondervinden? Nee, niet echt. Dus er lijkt geen sprake te zijn van een onduldbare duurzame ontwrichting van het economisch detailhandelklimaat. Er is, zo op het eerste gezicht, wat te zeggen voor het beginsel “baat het niet, dan schaadt het niet”. Maar de facto schieten we er weinig mee op. Het winkel- en toeristisch verblijfsklimaat verbetert niet. En we willen er toch ook de mooiste winkelgemeente van maken?

 

Is de politiek aan zet of zijn het juist de ondernemers?

Ik pleit ervoor de winkeliers uit te dagen, te prikkelen, maar ook te faciliteren om zelf met goede voorstellen te komen. Voorstellen die wezenlijk bijdragen aan verbetering van het winkel- en toeristisch verblijfsklimaat. Dat moet naar mijn mening het kader, cq de focus zijn, ipv het blindstaren op zondag open of dicht. Dan moet je dus gaan nadenken over wie zijn we, wat zijn we (in de ogen van de consument), wat doen we, hoe zou het beter kunnen (en moeten!), wat moeten we ervoor doen en bij wie ligt de bal? Ik betrek de stelling dat winkeliers gezamenlijk een visie moeten opstellen en dat de overheid dit proces moet faciliteren. Een visie waarbij de winkeliers hun belangenorganisaties en kennisinstellingen kunnen betrekken. Het gaat namelijk over hun toekomst, over kijken naar de horizon en stippen kunnen zetten. En natuurlijk zelf actief in beweging moeten komen. Dat kan m.i. alleen als je winkeliers uit hun comfortzone haalt. Dan komen ze noodgedwongen wel in beweging. En die beweging, zie InRetail, Winkel 2020, etc., hebben we hard nodig. Trouwens, ik denk dat heel veel winkeliers nu al nerveus heen en weer schuifelen. Omdat zij hun omzet al een poosje zien dalen, hun winst zien verdampen en het licht aan de einde van de tunnel een aanstormende trein lijkt te zijn.

 

Druk op de ketel, er is een zetje nodig

Mijn voorstel aan de faciliterende politiek is om druk op de ketel te zetten, om de winkeliers en hun verenigingen voor de keuze te stellen: of jullie komen met een eigen voorstel in gezamenlijkheid, waartegen vrijwel geen winkelier meer overwegende bezwaren heeft (jawel de consentmethode), of wij gooien de deur wagenwijd open. Elke zondag!

 

Faciliteren

Natuurlijk zul je dit proces goed moeten faciliteren met onder andere een goede procesbegeleider. Hiermee leggen de winkeliers tevens de basis voor een vernieuwde detailhandelsvisie in co-creatie met de gemeente. Met een duidelijke visie op de toekomst en de noodzakelijke herontwikkeling.

 

Stilzitten is geen optie

Dat er dramatisch iets gaat veranderen in de detailhandel, met of zonder koopzondag, dat staat vast. Dat er grote klappen gaan vallen als er geen beweging in gang gezet wordt, dat is vrijwel zeker. De winkelier die nu die zondagrust terug wil en denkt daarmee zijn toekomst te hebben zeker gesteld, hij drome rustig verder. Dat ie met een nachtmerrie wakker schrikt in een failliete conditie, een zekerheidje.

 

Niet langer meer ieder voor zich

Te lang heeft het aan eenheid ontbroken onder winkeliers in winkelgebieden. Gelukkig zien we weer sterkere winkeliersverenigingen. In Doorn hebben de winkeliers zelfs een, naar hen zelf terugvloeiende, belastingmaatregel over zich afgeroepen. Maar is het te lang ieder voor zich gebleken. Fraaie voorbeelden daarvan zien we, buiten de koopzondag, in openingstijden. ’s Ochtends lijken winkeliers naar willekeur open te gaan, op de traditionele koopavond (een relikwie?) zijn veel winkels dicht. In mijn Alkmaarse (KvK)tijd lukte het mij nog de winkeliers op een lijn te krijgen voor de aan te wijzen koopzondagen. Over pogingen iets te doen met openingstijden ben ik nog steeds gedesillusioneerd. Ik zie een winkelgebied als de huiskamer van een gemeente. De centrale ontmoetingsplaats voor inwoners. Dan moet je het er wel op orde hebben. En niet alleen dat de gemeente tijdig de perkjes aanharkt en het vuil veegt. Dat vergt een grote mate van saamhorigheid tussen winkeliers. Zorg dat het bij je buren “regent”, dan “druppelt” het vast bij jou. De winkeliersvereniging Kerkplein Rijssenburg lijkt het aardig al voor elkaar te hebben.

 

Tot slot een uitdaging aan de politiek

Dit proces van co-creatie (in detailhandelsbeleid) vergt mijn inziens een nieuwe houding van de politiek: durven, vragen, uitdagen, prikkelen, faciliteren, co-creëren. Het argument dat die winkeliers het toch nooit eens worden, dus moeten wij wel een keuze maken (en het maakt niet uit of dat open of dicht is), vind ik getuigen van failliete oude politiek, niet ontbloot van een zeker arrogantie (dan weten wij het wel beter).

 

Nawoord

Als kandidaat-raadslid voor D66 lijkt mijn standpunt niet helemaal synchroon te lopen met de politieke besluitvorming binnen de huidige D66-fractie. Ik zie echter mijn stellingneming meer als ultieme poging partijen nog te (ver)binden. Mocht dat niet lukken, dan sta ik achter de politieke stellingname van de huidige D66-fractie. Een algehele zondagsluiting is voor mij een gepasseerd station. Dat er tussen zwart en wit vele grijstinten gloren en we elkaar daarin ergens zouden moeten kunnen treffen, staat bij mij voorop.

 

Gerard Weck

Kandidaat-raadslid D66