Gemeente

Lintje voor dr. H.J. Langeveld

Persbericht

(ingezonden door gem Utrechtse Heuvelrug)

Embargo tot 13 november 2014 20.00 uur
(uitreiking zal, indien mogelijk, rond 19.00 uur plaatsvinden)

Burgemeester Frits Naafs heeft op donderdag 13 november 2014 een Koninklijke onderscheiding uitgereikt aan de heer dr. H.J. Langeveld, woonachtig in Driebergen-Rijsenburg.

De heer Langeveld was 30 jaar werkzaam bij de Vrije Universiteit te Amsterdam
Hij heeft met zijn hoor- en werkcolleges een belangrijke bijdrage geleverd aan het geschiedkundig onderwijs in Nederland. Zijn werkwijze werd zeer gewaardeerd door de studenten van de VU. Gesteld wordt dat hij als universitair hoofddocent en wetenschapper het boegbeeld van de opleiding Geschiedenis van de Vrije Universiteit was.

Belangrijk was de publicatie van zijn tweedelige biografie, die tussen 1998 en 2004 verscheen, over de voormalige minister-president Hendrik Colijn. Het eerste deel met als titel “Dit leven van krachtig handelen” verscheen in 1998. In 2004 verscheen het tweede deel van deze biografie onder de titel “Schipper naast God”. Vanaf 1993 was hij bezig met dit werk.

Na zijn vervroegde pensionering in december 2005 bij de Vrij Universiteit is hij werkzaam als onderzoeker bij het Biografie Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn werkzaamheden waren gericht op het onderzoek ten behoeve van en het schrijven van de biografie van Willem Schermerhorn: "De man die in de put sprong, Willem Schermerhorn 1894-1977'.

Hij wordt gezien als een pionier in de politieke biografie. Zijn werk heeft bijgedragen aan de academische waardering van dit historisch genre. Gesteld wordt dat hij van veel betekenis is geweest voor de ontwikkeling van de wetenschappelijke biografie in Nederland. Dankzij dit door hem uitmuntend uitgeoefende genre liet hij zien dat de politieke cultuur en geschiedenis in Nederland verrijkt kon worden met nieuwe methodische inzichten. Politiek beschrijven via partijgeschiedenis bleek uiteindelijk een doodlopende weg te zijn, zo wordt in zijn biografie van Colijn overtuigend aangetoond. Door deze premier behalve vanuit zijn politieke achtergrond ook vanuit zijn persoonlijke ervaringen te duiden, kan gesteld worden dat er nu een beter begrip is van het Nederlandse politieke verzuilde stelsel van de jaren dertig. Voorts wordt gesteld dat zijn werk als wetenschappelijk biograaf van prominente politici ver uitstijgt boven de vaktechnische vereisten die aan een historicus mogen worden gesteld.
Hij heeft door het ontzenuwen van verschillende mythes bijgedragen aan zowel de ontwikkeling van het genre van de politieke biografie als aan het maatschappelijk debat. Hij heeft door zijn studies bewerkstelligd dat afstand werd genomen van de traditie van de verzuilde geschiedschrijving. Hierdoor bevorderde hij dat het maatschappelijk debat van het (koloniale) verleden voortaan op feiten kan worden gebaseerd. Daarmee heeft hij een grote bijdrage geleverd aan de zuiverheid van het politieke verleden en daarmee ook een bijdrage geleverd aan de actuele discussie over de Nederlandse houding ten aanzien van kolonialisme en nazisme. Beide biografieën onderscheiden zich door hun indrukwekkende bronnenonderzoek en door de, ondanks hun omvang, helder gestructureerde, zorgvuldige beargumenteerde en goed leesbare vorm. Door zijn boeken worden de nationale herinnering en de kennis van het Nederlandse verleden gestimuleerd.