Driebergen

Geschiedvervalsing op Rijsenburgse Kerkplein

We moeten voortaan maar flink schuifelen om de geschiedsvervalsing op de gegraveerde stenen op het Rijsenburgse Kerkplein uit te wissen, zegt adviseur Erfgoed en Driebergenaar Henk Jan Derksen in een column.

Aanstaande maandag, op Koningsdag, zullen weer duizenden mensen de Koningsmarkt bezoeken. Een deel speelt zich af op het fraaie Rijsenburgse kerkplein, dat ruim een jaar geleden is heringericht.
Onderdeel van de herinrichting was de plaatsing van een band van natuurstenen, waarop in het kort de geschiedenis van Rijsenburg wordt verteld.

Tenminste, dat was de bedoeling. Het verhaal klopt niet. Er is sprake van geschiedvervalsing. De teksten staan vol van grote fouten en halve waarheden. Daar heb ik de gemeente vorig jaar op aangesproken. Maar wie er verantwoordelijk is voor de tekstredactie, was niet meer te achterhalen.

Wat wezenlijk is voor de geschiedenis van Rijsenburg is dat er eerst een heerlijkheid met een kasteel is geweest en daarna een nieuwbouwdorp. Kasteel en dorp hebben niet tegelijk bestaan en niet op dezelfde plek. Er was geen dorpskom vóór 1810.

Op de eerste steen staat vermeld dat de dertiende-eeuwse woontoren Rijsenburg uitgroeit tot een imposant kasteel en als ridderhofstad wordt erkend. De argeloze lezer zal om zich heen kijken en teleurgesteld zijn. Het van losse bouwdelen aan elkaar hangende voormalige kasteel is niet alleen al rond 1798 gesloopt, het stond niet eens op deze locatie, maar twee kilometer verderop.

Op een volgende steen staat te lezen dat generaal Marmont in 1804 een militair kampement opslaat nabij Rijsenburg. Maar het dorp bestond toen nog niet. Het kampement lag niet bij de ruïne van het kasteel maar vijf kilometer verderop, op de heide van Driebergen.

Vervolgens wordt ons wijsgemaakt dat Generaal de Marmont in 1804 zijn soldaten de Pyramide van Austerlitz laat bouwen ter ere van Napoleon Bonaparte, die kort daarvoor de veldslag bij de stad Austerlitz in Tsjechië heeft gewonnen. De soldaten waren hier echter in 1805 alweer vertrokken. Pas na de gewonnen slag die plaatsvond op 2 december 1805, werd hier de naam Austerlitz geïntroduceerd. Maar de soldaten kwamen niet terug.

Wat ook niet klopt is dat Van Oosthuyse in 1805 de “naast Rijsenburg gelegen” buitenplaats Sparrendaal kocht. Er was toen geen kasteel én geen dorp. Van Oosthuyse kocht in 1806 ook geen ridderhofstad zoals de volgende steen vermeldt (want die was gesloopt), maar de resten van een heerlijkheid, alleen nog bestaande uit grond met enkele boerderijen. Hij kocht wel daarmee de titel Heer van Rijsenburg.

Op de volgende steen wordt ons wijs gemaakt dat Van Oosthuyse voor zijn beoogde industrieplaats Franse ambachtslieden aantrok, maar dat wordt al lang betwijfeld, zelfs geschiedschrijver Wim Harzing is daar niet stellig over.

Ik ga hier maar niet alle fouten en halve waarheden opnoemen, ik stop bij de volgende steen des aanstoots: “Het kerkplein is het eerste beschermde dorpsgezicht van Nederland en vormt het bruisende middelpunt van de Rijsenburgse middenstand”. Wie durft zoiets te beweren dat aantoonbaar onjuist is? Rijsenburg was pas het 23e door het Rijk beschermde stads- of dorpsgezicht. En bruisende middelpunt? Nou ja, één keer per jaar vooral. Dat mogen we weer beleven op Koningsdag. Mocht u op dat mooie plein komen, dan kunt u de historie voelen. Maar let niet op de teksten, waarvan zelfs een scholier kan nagaan dat die niet kloppen. Degelijk geschiedenisonderwijs met jaartallen maakt dat heel eenvoudig.

Aan de gemeente heb ik uitgebreid uitgelegd wat er allemaal fout is en hoe de teksten zouden moeten worden aangepast. Vanwege de hoge kosten van herstel wordt er door de gemeente maar niets mee gedaan. Misschien dat de natuur en vele over de natuurstenen schurende voetzolen de zichtbaarheid van de fouten moeten verminderen. Dan kost het geen belastinggeld om de blunders te herstellen.

Henk Jan Derksen