ColumnsGratisHeuvelrug

De Mastodont

Een romaneske sleutelcolumn. Rara.

‘Communicatie, het draait allemaal om communicatie,’ sprak het raadslid met de bronzen stem op het bordes, waar hij een sigaretje rolde en er de fik in stak. Het was weer eens faliekant misgegaan. Burgers in opstand, rumoer, je kent het wel. Terwijl het zo eenvoudig was. Niet de feiten en de achtergrond onderzoeken en daar met vooruitziende blik en in het algemeen belang een slimme oplossing bij zoeken. Nee, presentattie, timing, de juiste woorden op het juiste moment, daar draait alles om, in de politiek.

De landelijke leiders van zijn partij begrepen dat de laatste tijd bijzonder goed, de fractieleider met de gladde haren voorop. Hij miste een bronzen stem, maar verder: feiten, visie, ammehoela. Je zegt gewoon wat de mensen willen horen. Dat moet de rest van de partij vervolgens ferm staan echoën, dan volgen de procentjes van De Hond vanzelf. Zelf voelde hij zich iets te oud voor twitter en facebook, maar het raadslid met de bronzen stem begreep dat erg veel partijgenoten driftig op de juiste toetsen wisten te drukken. Moest ook wel, sinds de verschoppeling uit Venlo steeds hogere ogen gooide bij het volk.

Bij de pers bleek een variant van dat adagium ook doorgedrongen: schrijven wat de mensen lezen willen. Feiten, achtergrond, doet er allemaal niet meer toe. Is ook helemaal geen plaats voor op die kleine schermpjes. Laat staan in de agenda’s van de mensen. Dat had die lokale journalist ook heel goed begrepen, toen die ineens een bedrag van twee ton zag passeren en direct de wereld in twitterde. Wel lastig dat de oppositie aan de andere kant van het politieke spectrum met de rel aan de haal ging. Ook zonder enige feitenkennis overigens, niemand wist eigenlijk precies waar het over ging. Maar wat doet dat er toe, het gaat immers om de communicatie.

Gelukkig kreeg het raadslid nog een herkansing de juiste woorden met zijn karakteristieke stem te berde te brengen. Dat vrijwel niemand die stem nog hoorde sinds de gemeenteraad zich in de krochten van het bestuursgebouw had verschanst, dat was eeuwig jammer. Maar daar verzon de webmeester van de partij wel wat op, al kon het eikehouten timbre niet getransponeerd. Gelukkig kwam er nog wel een grappig plaatje bij. Alles teruglezende was het raadslid erg tevreden met de harde woorden. Dat hijzelf al een decennium in het raadswereldje zat en al zolang in de machtigste partij van de regio dat hij gerust de Chief Whip genoemd mocht worden, dat hij feitelijk al decennia de spin in het Heuvelrugweb was, dat merkt in deze verhitte tijden toch niemand op.

Zijn eigen opmerkzaamheid liet de laatste tijd ook  te wensen over. Er waren dagen dat hij zich niet meer herinnerde wat hij even tevoren had gezegd. Zo las hij in een stukje op de website van die lastige journalist dat hij geroepen zou hebben dat  ‘we ons moeten doodvechten om die windmolens hier niet te laten komen.’ Hij had dat best kunnen roepen, hij was immers altijd overal tegen. En al helemaal tegen een vaag idee van Triodosbank voor een windmolen naast de A12.  Hij had de vervelende journalist nog een mailtje gestuurd, of die dat wilde corrigeren. Hij kon dat niet gezegd hebben, hij was niet eens woordvoerder windmolens. Kwam er een korzelig mailtje terug, had die journalist  uren zitten vlooien in het gemeentelijk audio-archief. Bleek dat hij het toch echt gezegd had.

Maar meestal kon je rustig roepen wat je wilde in die gemeenteraad, niemand die je ooit met de neus op de feiten drukte. Ja, een keer had diezelfde journalist hem geciteerd toen hij zich versprak over het gewicht van een edelhert. Pennenlikker. Het gaat in de politiek toch om het idee, niet om feiten. En het idee was dat we die herten en zwijnen hier gewoon niet moeten hebben, net als windmolens en moderne gebouwen. Eigenlijk moesten we hier op de Heuvelrug helemaal niks, alles ging hier al eeuwen helemaal goed en het raadslid met de bronzen stem werd gekozen om te zorgen dat alles ook zo bleef, voor zijn vrienden, hun belangen, zijn netwerkjes. Dat het daarbij soms minder fris rook, ach. Wie snoof dat nu op.

En ja, je liet wel eens wat los. Wat doet dat er toe, niemand die er op let. Nee, betrouwbaarheid en visie waren niet bepaald de kenmerken die een raadslid tot goed raadslid maakt, dat had hij in al die decennia wel begrepen. Het gaat erom dat je de juiste dingen met het juiste timbre roept. Dat je een sfeer oproept van: schande! Dat kon trouwens lang niet iedereen. Een handvol gemeenteraadsleden eigenlijk maar, doorgaans de wat rijpere mannen. Gewoon iets roepen, ongehinderd door kennis van zaken. Al had die ene wethouder er ook wel talent voor. Maar die scheen dan ook kroegbaas geweest te zijn, in Amsterdam.

Toch wel goed eigenlijk dat ze nu in de kelder vergaderden. Een slimme werkgroep had dat verzonnen. Ook nog een onnavolgbaar vergadersysteem, waardoor werkeljk niemand buiten het raadskringetje zelf het nog kon volgen. Zo konden ze rustig verder met dat prachtige politieke spel, ook al was die gemeenteraad niet erg relevant meer. Knap dat die griffier toch elk jaar weer €1,3 miljoen wist te bedingen om het spel te financieren. Nou ja, niet zo heel knap, ze hadden er tenslotte zelf het laatste woord over. Zij waren immers het Hoogste Gremium.

Hoogste en Gremium, die woorden konden niet vaak genoeg uitgesproken worden, net als je Raad altijd met een dikke R moest spellen. Nee, het zat wel goed in die Raad. Niemand wilde die vuile was, immer sloten de gelederen zich, altijd werd alles met de mantel der liefde bedekt. Konden we weer vrolijk over tot de orde van de dag. Heerlijk.