ColumnsDriebergenGratisHeuvelrug

NO GO, aflevering II: omgevingsmanagers

Een column over hoe een gemeente weer verder het zicht op de werkelijkheid verliest en over het werk van een omgevingsmanager.  En over hoe fietsers voor de leeuwen worden geworpen.

Vorige week was ik present bij een informatieavond over de reconstructie Hoofdstraat, met nog een stuk of vijftig Driebergenaren. We maakten er kennis met twee omgevingsmanagers, waarvan die van de gemeente de boel aan elkaar praatte en die van de aanbestede aannemer een presentatie hield, helaas zonder kop en zonder staart.

Er lagen wat tekeningen op tafels, maar weinig mensen begrepen wat precies de bedoeling was, de komende vier maanden.

De ambtenaren vonden het allemaal een fijne avond. Er liepen wat externen hoofdschuddend rond, maar dat werd professioneel genegeerd door de ambtelijke staf. De meeste aandacht ging sowieso uit naar een jonge meneer in het publiek, die een aanval van epilepsie kreeg, waar -moet gezegd- de aanwezige wethouders erg alert op reageerden.

Ik schreef er later een stukje over, getiteld NO GO, dat lokaal viraal ging. De strekking was: kom niet naar Driebergen, daar zijn ze aan het werk. Ik vroeg de voorlichters der gemeente nog om webadressen met informatie over de omleidingen en bedoelingen, maar die informatie was nog niet af en kwam uiteindelijk nooit.

Vanmiddag fietste ik op de Hoofdstraat en stuitte er op een barricade met veel rood en wit. Er was ook een geel bord met een fietsje, en daaronder het woord Traay. Maar daar moest ik niet heen, ik moest rechtdoor en week uit naar de rijbaan. Daarop vervolgde ik mijn weg, zonder noemenswaardige problemen. Fietste zelfs opmerkelijk lekker, dat brede asfalt

Vijftig meter verder bereikte ik mijn bestemming, stalde de fiets. De afspraak was er nog niet, het lentezonnetje wel, dus hing ik wat rond op de oversteekeilenaden van de Hoofdstraat. En registreerde hoe fietsers reageerden op de rood-witte barricades en onbegrijpelijke verwijsborden.

Ik zag wat mensen die inderdaad de Traaij op fietsten, en daar even later -denk ik- in verwarring halt hielden. De meesten echter staken over en spookfietsten een stukje tegen de scholierenstroom in tot ze gelukkig weer terugkonden naar hun eigen fietspad. En dan waren er die er -zoals ik-  heldhaftig de rijbaan kozen, wijselijk middenop de weg.

Maar ik zag ook een seniore mevrouw die het echt allemaal niet meer wist. Ze stapte af, vervolgde haar weg vlaklangs de witte streep van de rijbaan, zodat ongeduldige automobilisten er alsnog -half spookrijdend- omheen konden laveren om de situatie nog verder te compliceren.

Aangekomen bij het oversteekeiland vroeg ze me of ze al terugkon naar haar fietspad. Jawel mevrouw, en ik vind het dapper dat u gewoon de rijbaan kiest. Dat u niet bang bent. Maar ik ben wel bang, zei de mevrouw bibberend. Maar ben ik nu veilig?

Ik zeg: bedankt, omgevingsmanagers. Goed geregeld. Ieder zijn vak.