Heuvelrug

Lokale columns (uit begin deze eeuw)

Voor de website Heuvelrugnieuws van Renk Knol schreef ik begin deze eeuw nu en dan een lokale column. Sommige blijken ook jaren later best actueel. Je leest ze allemaal hier, inclusief de eventuele reacties

EIWIT

De geschiedenis zegt dat een volk de leiders krijgt die het verdient. Onze Heuvelrugse leiders in spe –uit spe ook trouwens en dat zegt al heel wat- lijken dat in dit tweede millennium te willen omdraaien. De uitzondering uitgezonderd schuimen zij dezer zaterdagen met cake en koffie onder de arm onze straten af op zoek naar U, o burger om te horen wat U wilt dat Zij moeten gaan doen. Of U zo vriendelijk zout willen zijn een stukje inspraak te plegen aan de voorkant, neen zelfs nog vóór de voorkant. Daar Zijzelf kennelijk ten einde raad zijn, niet meer wetend wat te doen maar niettegenstaande deze doelloosheid nochtans gaarne geroepen worden tot het ambt want in het bezit van de noodzakelijke eigenschappen die zulks van een Mens vraagt! Terwijl ik toch zo enorm hunker naar iemand die met visie en passie onze verse gemeente op sleeptouw gaat nemen. Ik wil namelijk helemaal geen mensen kiezen die vervolgens van mij willen horen wat ze moeten doen. Politieke mensen! Roep nu toch eens wat zienigs in de media. Wil toch alstublieft eens iets. Wil bijvoorbeeld een grote toren bouwen, een toren die vanaf overal te zien is en huisvesting biedt aan inventieve en innoverende mensen die slimme dingen verzinnen. Die supercomputers bouwen, zo eentje als zojuist gereed is gekomen aan de overzijde van de oceaan. Die twee keer zo snel is als de vorige snelste computer. Die wel tweehonderdtachtigduizendzeshonderdmiljard berekeningen per minuut kan uitvoeren. Die complexe problemen doorrekent, zoals daar zijn nucleaire explosies en de manier waarop een eiwit zich vouwt. Kijk, dat zijn pas dingen. Het mag gerust ook iets anders zijn. Een belbusje, een skatebaan, een theatertje. Maar wil iets, heb een doel. Want zie wat we afgelopen weekend voor mooie zaken hebben kunnen noteren. Op de Akkerweg de opening van alweer een moskee. Aan de Langbroekerdijk de aanleg van een voetgangersbruggetje die het toekomstige Aderwinkelpad ineens enorm gestalte heeft gegeven. Het zijn nog geen zichzelf vouwende eiwitten, maar het opent wel nieuwe horizons. En die hebben we nodig in ons avondland.

Anthon Keuchenius, 20 november 2005

STEENSLAG

Het is zondagmiddag, begin oktober. De hemel kleurt blauw, en zwart, en grijs. Een regenboog streept er doorheen. Het was een mooi weekend. Het begon slecht, met treinen die nachtelijke uren nodig hadden om me van Amsterdam terug naar Driebergen te brengen, via lange omwegen door drie provincies. Maar het kwam goed, want de rest van het weekend zat vol weer, mooi weer. Er was buiten, er was lekker eten en er waren veel vrienden. Dan heb je zo’n moment van: content, nu zal ik vast en zeker content zijn.

Vorige week was ik even op het gemeentekantoor. Het gebouw was verlaten, op zes oudere heren rond een tafel na. Het was de partij van de burgerbelangen. Ik zag rond die tafel geen burgerbelangen, wel veel persoonlijke frustratie. Ik dacht aan de andere nieuwe partij, Heuvelrug content. Ik dacht, wie maken jullie nu content. Of zijn we al content, en is het daarom dat jullie nu zo heten, geheel in de geest van de Goddelijke Kale. Ik begreep het niet.

Ik dacht: mensen worden niet blij van een partij. Mensen worden blij –content- van kleine, bescheiden dingen. Van een regenboog, een bloemenkraam of van een skatebaantje. Nu was er ooit een skatebaanje voor de jeugd, na vele brieven en handtekeningacties. Er kwam brand en alle skaters kregen collectief en voor straf geen skatebaan terug. En er was ooit skatebaan gegroeid rond het Seminariegebouw, want het asfalt was daar glad, er kwam nooit een auto en de bochtjes waren er heerlijk rond.

Op een dag gebeurde het. Twee grote wagens. De voorste spoot plakteer op het gladde asfalt, de tweede strooide er steentjes overheen. De skaters zouden er nooit meer skaten. Nu zal het zo zijn dat wegen met steenslag langer meegaan, dat de kosten zo gedrukt worden. Dat Driebergs beleid daarom gebiedt dat alle wegen van steenslag voorzien worden. Dan zeg ik: het is de kunst van ambtenaren en politici om uitzonderingen de regel laten te bevestigen. Zoek uit waar misschien geen steenslag hoeft. In ruil worden wij dan weer content.

Anthon Keuchenius, 2 oktober 2005

DISCIPLINE

Het zal vreemd klinken uit de mond van een vrije ondernemer, maar ik stel het einde van de vakantie dit jaar op prijs. Kinderen naar school, rust in de straat, vrouw naar werk, stilte in huis; eindelijk kan ik weer eens aan het werk. Bergen werk liggen opdringerig te wachten van het dichtgeslibde bureau opgepakt te worden en dan heb ik het nog niet over de minder zichtbare, maar zeker niet minder pregnante bergen werk in digitale vorm op harde schijven en geheugenkaarten.
De eerste taak morgenochtend zal zijn -zo neem ik mij nu voor- het onderscheid maken in de verschillende bergen werk en aan al die bergjes een prioriteitenwaarde toe te kennen. Ik hoop dat nog voor de koffie rond te krijgen. Na de koffie kunnen we de e-mail beantwoording ter hand nemen, die krijgt als vanzelf prioriteit één. Vervolgens is het tijd voor de lunch en de middagse boodschappen. Als het weer het toelaat lijkt het me verstandig vervolgens wat lichamelijke arbeid in te plennen met wat wiedwerk in de moestuin. Daar vliegt altijd de tijd dus huiswaarts gekeerd zal de school waarschijnlijk uit zijn en de thee ras gezet moeten worden. De ervaring leert dat er verder van de dag weinig overblijft. Culinaire voorbereidingen, een vergeten boodschap, de kinderen vragen ook wat aandacht en dra zal de vrouw terug van werk en de borrel zich aankondigen, ontspanning immers is geboden. Daarna volgen als ware ik een automaat de taken afkoken, opeten, de kind’ren wassen en te bed leggen en ook de krant dient gelezen, jawel.
Kortom, het ziet er helaas naar uit dat er morgen weinig werk verzet zal kunnen worden. En ik vrees dat het de rest van het jaar sappelen zal blijven met de productie. Maar wellicht dat er een vriendelijke lezer van driebergen.net is met tips voor deze redelijk tevreden vrije ondernemer die nochtans wel eens mee wil in de vaart der volkeren.

Anthon Keuchenius, 14 augustus 2005

Ik zou zeggen meneer Keukeneut: steekt u  de handen ns uit de mouwen! Dat doen we allemaal in dit land, behalve dan dat linkse schorpoelje zoals u.
Het moet in dit land niet gekker worden. Dat u van onze belastingcenten een beetje van die slappe columns zit te schrijven terwijl wij krom liggen op kantoor en in de file in dit land en dan heb ik het nog niet over de benzineprijzen en die zakkenvullers in Den Haag. Nee, dit land gaat naar zijn malle moertje als we allemaal keukeneut zouden heten. En dan heb ik het nog niet over de gemeente in dit dorp die alles verbiedt en zichzelf opheft om in de nieuwe gemeente in dit land nog verder van ons burgers af de nog diepere zakken nog verder te vullen terwijl wij krom liggen om de OZB op te hoesten voor al dat krepoelje in dit land.
Ing. De Wit, 18 augustus 2005

Wat een ontzettend onbeschofte reactie van deze bovenstaande Meneer/Mevrouw de Wit!!
Ronduit beledigend.
Vervelend voor u, dat u niet overdag in de moestuin kunt werken maar krom moet liggen op kantoor.
Dat zonnetje lonkt toch.
Het ziet er naar uit dat u bij het maken van een beroepskeuze toch de verkeerde keuze heeft gemaakt.
Het lijkt mij toch zo frustrerend, als je dat aan jezelf moet toe geven!
Misschien heeft het nut om daar nu nog iets aan doen?
Beter voor uw gezondheid en u wordt vast een gezelliger mens ( w’s, ook voor uw omgeving!)
Met vriendelijke groet,
Yvonne van Rijswijk. 21 januari 2006

 

HOORZITTING

Over twee weken beklimt een delegatie van de Tweede Kamer de Heuvelrug om te bekijken of de dorpen op de Heuvels wel of niet moeten fuseren. ’s Ochtends bezoekt de vastekamercomissiebinnenlandsezaken de afzonderlijke dorpen, ’s middags is er een hoorzitting. Persoonlijk zie ik de gemeente Heuvelrug als een formalisering van dingen die niet zijn tegen te houden, het is wat dat betreft net die Europese grondwet: je kan wel tegen zijn maar dan ben je in feite tegen jezelf. Bijkomend voordeel van de fusie is de afschaffing van de hobbypolitici, hoewel het de vraag is wat we daarvoor terugkrijgen. Diegenen die tegen de herindeling zijn moeten hun kans grijpen. Ik ben even door het rijtje vastekamercommissieleden heengefietst en ik kan u zeggen: het zijn niet de minsten die gaan zitten horen. Spreektijd is er voor besturen, raden, organisaties en groepen. Een groep ben je al snel, zie de groep Wilders, die zit ook in de commissie. Hoewel hij momenteel aan gene zijde van de Heuvels woont en graag een snelle wagen onder de volle billen steekt, heb ik zo mijn twijfels of deze moderne geus wel komt. Ik hoop natuurlijk van wel, net als ik bid voor de komst van die andere polderheld Hilbrand Nawijn, in zijn eentje ook al een groep in wording. Komen ze niettemin toch, dan stel ik voor dat we ’s ochtends gezamenlijk onze twee nieuwe broeinesten van Terrorisme aan de Akkerweg aandoen om de angst wat aan te wakkeren en des middags onze eigen groep Bakker van de Sportlaan uitnodigen om de groepen Wilders en Nawijn eens stevig over de bol te aaien. Mocht dat alles niet baten dan vragen we onze historicus Streekstra een historische verhandeling ten beste te geven die zelfs deze verbaal geharde vastekamercommisieleden terugslaat in hun fauteuil, hoewel ik Wynand Duyvendak altijd wel in staat acht tot een weerwoord. Maar bulderbossen hebben we hier al genoeg. Mocht ook Streekstra niet baten, dan rest ons niets dan de bewuste meneer van de Driebergse CDA een pleidooi te laten houden voor een andere naam voor de nieuwe gemeente. Want zeg nu zelf: Heuvelrug, dat slaat toch nergens op. Alsof we daar wonen.

8 mei 2005

ECHO

Vandaag wou ik het met u hebben over het culturele leven in ons dorp. Of eigenlijk wou ik het daar helemaal niet met u over hebben. Het zit best goed met dat culturele leven in dit dorp. Eigenlijk heb ik helemaal geen zin om het waar dan ook met u over te hebben. Niet over bedreigingen, niet over verloedering, niet over de naam van de nieuwe gemeente, niet over eneco, niet over inbreidlocaties, niet over criminaliteit, niet over Europa, niet over gekozen burgemeesters, niet over volksmenners met waterstofgeperoxideerd haar, niet over centrumplannen, niet over het woord, niet over kieviten en ook niet of dat eigenlijk met twee thees moet. Nee, eigenlijk zou ik willen dat iedereen het deze week eens stilletjes zelf uitzoekt. Niet alles hoeft altijd maar opgeschreven en gedrukt, opgenomen en uitgezonden te worden. Niet alles hoeft altijd gecommuniceerd, zonder ons medeweten bestaat u echt, en zonder uw medeweten ik ook. Doe deze week eens iets leuks, maak iets moois. Doe het voor uzelf. Maar vertel niemand erover.

20 maart 2005

/COLUMN

(door AbdalQadir)

Afgelopen week eindelijk Driebergen ingereden. Natuurlijk meteen de lokale krant gaan kopen en laten vertalen. God bewaar me, wat grappig. Er staat een verhaal van Evert en Jenneke! Die kwamen we afgelopen november nog tegen midden in Turkije! En nu zitten zij in ons Soedan, terwijl wij net in hun Driebergen zijn! Eigenlijk weet ik niet wat fijner is Appie, zei Layla toen ik haar van onze vrienden vertelde. Layla heeft het niet zo sinds we de Kreeftskeerkring zijn gepasseerd. Koud, zo koud. Zelf vind ik het hier heerlijk. Koud ja, maar overal waar je binnen stapt loeien de warme kachels. En warme mensen, zo warm. Dat merk je niet meteen, lieve Layla, zei ik. Maar echt, diep in hun hart zijn het mensen zoals onze schepper ons allen bedoeld heeft. En wees even eerlijk, ze hebben het nu even niet gemakkelijk, dus het is niet vreemd dat ze wat in zichzelf gekeerd zijn. Noem maar op: de crisis in de democratie door de Hondenkwestie. De Pias die de Partij uit is gezet. De gesplitste aansluiting die niet doorgaat. Het nieuwe Centrumplan dat verzonnen moet worden. En het is nu al het tweede achtereenvolgende jaar dat de inflatie niet gecompenseerd is in de nieuwe cao! Om over al die normen en waarden niet te spreken. Dat is toch allemaal niet niks. Maar je ziet aan de zorg voor de padden. Dan zie je hoe diep verankerd de liefde voor de schepping toch nog in alle hartjes zit. Want zeg nu zelf: padden!

Neen, het gaat een mooie tijd worden hier in Driebergen. Ik heb het idee dat onze komst de neergang heeft doen keren. Nieuwe bankjes op de Traaij. CDN stijf bovenaan. De voorjaarsbollen steken hun kopjes alweer op. Vugt en Marlet voor de honderdste keer gelauwerd. Komende zaterdag barst ook het carnaval nog los. Ik hoef me natuurlijk niet te verkleden, zwart ben ik al en ik doe gewoon mijn djellaba aan. Eens kijken hoe ze hier feest vieren. Alaaf!

Vertaling: Abu Melle

30 januari 2005

HET WEGWERPHUIS

Het zal 1992 geweest zijn dat ze aan de deur kwamen voor een handtekening. Ik woonde nog maar net in Driebergen. We hadden onze oude woonboot in de Amsterdamse binnenstad vaarwel gezegd om terug te keren naar de bossen en velden van onze jeugd. Wat de Groene Long precies was wist ik niet, behalve dat we er een streepje uitzicht op hadden. Mijn handtekening konden ze krijgen.

Ik ben niet van mening veranderd. Van mij hoeven ze de weilanden van de Groene Long niet vol huizen te zetten. De redenen van voorstanders zijn drogredenen. Het zou daar geen gezicht zijn, langs de Lange Dreef. Een nieuwe wijk zou het dorp afronden. Je kan hooguit twisten over mooi en lelijk, maar een dorp hoeft niet rond te zijn. Ik ben behoorlijk gesteld op de weilanden van de Long; je ziet er het land, de vogels, het weer, de koeien. Je ziet er de horizon. Je ziet dat je in een dorp woont.

Toch moet Driebergen bouwen. Er staan duizend Driebergenaren op de wachtlijst, dus zijn er meer huizen nodig. Ik ben een der hunnen. De vraag is: waar bouwen. Sommigen willen de huizen naast de snelweg zetten, maar dat zulks onslim is hoeft geen betoog. Anderen vinden dat je de gaten in het dorp moet volbouwen; weinig slimmer. Die gaten zijn allemaal groene longetjes. Er spelen kinderen, er staan bomen, er wonen wormen, egels en uilen. Mensen boven op elkaar laten wonen is een recept voor problemen. Verder gaat het meestal over backyards van veel mondige Driebergenaren, wat niet handig is als je wilt opschieten.

Geef ons woningzoekers een weiland of een stuk bos, zeg ik. Onbegrip en dramatiek is steevast mijn deel, want het creatief denken in Driebergen zit muurvast. Dat is jammer. Er zijn zoveel meer oplossingen denkbaar dan alleen stenen huizen en straten voor eeuwig. Maak een weiland een tijdelijke bouwlocatie, geef het veertig jaar, tegen die tijd is het tekort aan woningen toch omgedraaid in een overschot. Goed dan, doe maar die Groene Long, maar bebouw het tijdelijk en bouw er verwijderbare woningen op. Dat kunnen hele goede huizen zijn, kennis genoeg inmiddels. Het zullen goedkope woningen zijn, want aan de grond kleeft weinig geld. Alle doelgroepen bediend. Probleem opgelost.

12 december 2004

DRAAGVLAK

De gedeputeerde genoot elke dag weer van het Utrechtse provinciehuis. Die wandelgangen en loopbruggen, zo licht en ruim. Dat uitzicht. zo wijds. Een korte hoofdbeweging bracht gedeputeerdes blik naar de provinciale waterpartij met daarachter de fraai gebogen infrastructuur. Meestal gaf dat inzicht, lijn in de gedachten van de gedeputeerde. Vandaag niet, vandaag zoemde alleen maar draagvlak rond zijn hoofd. Het draagvlak op de Heuvelrug. Hoe zat het nu ook weer. Voor een herindeling moest er maatschappelijk draagvlak zijn, had het ministerie verordonneerd. Hoe je dat moest berekenen, dat hadden ze er nooit bij bedacht. Dus hadden de gedeputeerden dat draagvlak maar naar de gemeenten doorgeschoven. En met een enkele Leersumse uitzondering hadden de gemeenten het draagvlak zorgvuldig geplaveid. Folders. Enquêtes. Straatdingen. Open bijeenkomsten. Alle sleutelfiguren gesproken. De conclusie was dubbel en dwars. De ambtenaren van de dorpjes trokken het niet langer. Ze worstelden continu met regels en nieuw beleid. Als ze toch eens tijd vonden om een plannetje op poten te zetten, dan stuitte dat op verzet uit de burgerij. Dat brak vervolgens de ruggen van de raadsleden. Zodat elk plan de la in verdween. Zodat er niets gebeurde.

Vorige week hadden ze als gedeputeerden de knoop doorgehakt. De overheid moest krachtiger. Herindelen was geen keuze, herindelen was een plicht. Van veel tegenstand onder de burgerij hadden de gemeenten geen gewag gemaakt. Integendeel, jarenlang waren de burgers opgezocht, maar behalve de spreekwoordelijke paardenkop was er nauwelijks iemand komen opdagen. Onheilspellend dus dat ze nu toch uit hun huiskamers kwamen, als gedeputeerde de krant mocht geloven. Geen best moment. Gedeputeerdes secretaris had wat namen van de tegenmensen gegoogled op het internet. Er was iemand die van hardrock hield en onduidelijke boeken schreef, maar verder waren het louter onbekenden voor google. Dat maakte het moeilijk, deze kwestie. Dan zat het peilloos diep. De gedeputeerde kreeg er een onbehaaglijk gevoel bij. Met dat gesundes Volksempfinden van tegenwoordig wist je het maar nooit. Dat slingerde maar heen en weer. Als ze hard genoeg slingerden zou Den Haag het gelel wel gaan horen. Dan was het gedaan met de gedeputeerde. Nee, dit kon wel eens verkeerd gaan uitpakken.

24 oktober 2004

MONOCULTUUR

Ik ben al bij het bestek als de telefoon gaat. Zoon neemt op, wandelt de hoorn naar het afwasteiltje. ”Met Renk,” ronkt de hoorn vervaarlijk. Ik heb weinig terug te melden. De hele week broed ik al op de column. Tevergeefs. Koude drukte hier, koude drukte daar. Verder niets om me over op te winden, rond Driebergen dan. Dat zal werken worden op de zondagavond, meld ik Renk tenslotte, die zich een goede hoofdredacteur toont: ”Ik zal je een beetje helpen. Doe maar iets over de Horst

Welaan, de Horst. Beelden schieten door mijn hoofd. Een relikwie uit de jaren zestig. Gele bussen die eigenzinnige mensen uitspuwen. Een Horstse oom die op een zomerse familiezondag even theologische als onbegrijpelijke debatten voert met andere ooms. Namen komen langs. Piet Reckman. Paul Rosenmüller. Hirsi Ali. Ben de Rooij. De Ridder van Rappard met een steek op het hoofd. Emmers bier. Avondvierdaagse. Het woord rood. En een besmet woord: sociale academie.

Meer weet ik niet van De Horst. Toch wordt ik treurig van hun vertrek. Ze waren gezellig, vol kleur, die jongens en meisjes, op de stoep, bij die bushalte. In hun hippiebroeken, met hun hoofddoekjes, slenterend langs de kapitale villa’s van de Horstlaan. Ik houd van contrasten, maar er zijn er steeds minder. In de lege lokalen zullen oude mensen gaan wonen. Of nog meer saaie mensen, verstopt in grote auto’s en onduidelijke kantoren, met werk zonder vreugde. Ons rest vervolgens niets jeugdigs, niets afwijkends dan de jongens van de autoschool. Er komt een dag dat ik zelfs om hen zal treuren.

5 september 2004

NIKS

In ons dorp was niets te doen. Avondenlang deden we weinig meer dan dingen roken, andere dingen drinken en praten over de nieuwste muziek. Die namen we dan mee naar de soos. Dat was in een zaaltje van de kerk. Die dacht: zo houden we ze bij ons, die jongelui. Dan raken ze niet in de goot. We mochten daar onze plaatjes draaien. Er was teveel licht in dat zaaltje. In een hoek stond een man van de kerk met zijn handen op zijn rug minzaam te glimlachen. Op een dag was er ineens geen soos meer. Ik denk dat het kerkbestuur er een stokje voor gestoken had, voor het Sodom en Gomorra. Later bezocht ik Sodom nog eens in het echt, het ligt niet ver van de Dode Zee. Pin me er niet op vast, het kan ook Gomorra geweest zijn. Er was ongeveer net zoveel te beleven als in ons dorp.

In dit dorp is ook niets te doen, mocht je jong wezen. Toen bedacht iemand dat er voor de jeugd nu toch echt iets te doen moest zijn. Met hangen en wurgen mocht die jeugd in een verlaten schoolgebouw. Ze noemden het nix. Binnen de kortste keren was Nix hot. Toen kwam er carnaval. Dezelfde dag kwam er brand. De carnavalschmink liep uit in zwarte traanrivieren op de wangen van de mensen die van niks Nix hadden gemaakt. Toen was er weer niks. Toen waren er verkiezingen. En toen kwam er wat geld los voor de herbouw van Nix. Er kwam ook een halve jongerenwerker. Toen die zijn werk goed deed moest die weg. Toen was er even niks. Toen kwam er een goedkopere jongerenwerker. Die kreeg een paar maanden om de boel weer op gang te krijgen. Toen was er zeven miljoen euro voor de gemiste aansluiting, een half miljoen voor een aantal vierkante meter rode steentjes en nog wat miljoenen voor een verbrande sporthal. Toen was er een welzijnsdirecteur die veel op een kwast leek. Toen was er weer niks. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Dit dorp wil geen toekomst. Dit dorp wil koersballen, Rotary en gemiste aansluitingen. En toch nog vijfde op de hitparade der beste dorpen. Volgend jaar eerste. Kies daarom hieronder uit de volgende mogelijkheden:

  • Weg met alle jongeren
  • We willen een derde ouderenwerker
  • Dick Advocaat moet burgemeester worden
  • Een stedenband met Sodom en Gomorra
  • H. Bloemen moet coach van Oranje worden
  • We willen nog een reconstructie Hoofdstraat
  • Maar dan een jaar lang en in het roze

20 juni 2004

PIGS IN SPACE

Er is een opmerkelijk initiatief gaande in de gemeente Driebergen, voorheen Driebergen-Rijsenburg. Het gaat om een plan de antieke baconfabriek GeVaTo in zijn oude glorie te herbouwen. De fabriek was tot eind vorige eeuw gehuisvest in een monumentaal pand nabij het huidige NS-station. Met name de karakteristieke hoeklisenen –waarvan de zuidzijden zelfs waren gebiljoend- staan menigeen nog in het geheugen gegrift. Het pand stond decennialang op de gemeentegrens geposteerd, als een oogverblindend baken in de Stichtse Lustwarande.

De huidige eigenaar van de grond –een investeringsmaatschappij- ziet geen heil meer in het verhuren van de huidige kantoren. Met name de hoofdhuurder –Staatsbosbeheer- schijnt met de nieuwe nota Ruimte zijn langste tijd gehad te hebben. De investeringsmaatschappij wil daarom het oude GeVaTo laten herrijzen, vanzelfsprekend gebruik makend van de allermodernste bouwmethoden. De façade en de achterçade van de oude slachterij zullen echter minutieus worden gereconstrueerd, opdat de neorenaissancistische stijl eindelijk weerkeert op gemeentebodem. Via door de stichting Wakker Dier gesponsorde geurmachines in de steunberen zal ook de kenmerkende, wat weeïge GeVaTogeur zijn herintrede in de Lustwarande doen.

Om het plan gefinancierd te krijgen moet de GeVaTo-replica plaats gaan bieden aan de complete autoschool IVA. Niet alleen de lessen en parkeerplaatsen, ook de studentenkamers en de bijbehorende hospita’s zullen meeverhuizen naar het nieuwe Kollosseum, zoals de oude varkenslachterij in de werkplannen al heet. Via een privaat gefinancierde tunnelbak zullen de studenten direct toegang krijgen op de A12, om voor altijd van het trage Driebergen verlost te zijn. Afgelopen week zijn de studenten daartoe al met collectebussen langs de deuren geweest.

Vanuit de burgerij is geestdriftig gereageerd op het ambitieuze plan. Een vermaard slagers- en erwtensoepgeslacht heeft verklaard dit varkentje graag te willen wassen. Diverse ex-burgemeesters en wethouders hebben volmondig hun steun uitgesproken. Met name ex-wethouder D. toonde zich wild enthousiast. Hij pleitte bij die gelegenheid voor restauratie van de slootgoten aan de Zeisterzijde van het project, die zoals bekend immer bloedrood gekleurd waren. De rode sloten zouden met enig symboliek de grens met Zeist moeten markeren, als ware het een dramatisch: tot hier en niet verder!

2 mei 2004

LUW

Omdat ik een avondblad lees, weet ik wie hem bezorgt. De bezorger is een fijne man, die elke dag weer met een joviaal gebaar van de arm richting binnenskamers ons tuinpadje afsjokt. Als ik het andere halfjaar buiten rondhang is daar de rituele woordenwisseling. Alles goed. Ja, jou ook. Bedankt hè. Okee, doei hè. Het komt voor dat ik de krant elders ontvang, op de plaats waar onze wegen elkaar kruisen. Zomaar op straat, of bij vrienden, die vooraan zijn krantenwijk zitten. Onlangs kreeg ik de krant nietsvermoedend onder de arm geschoven bij een slijterij aan de Traaij. Daar wordt ik blij van, zo’n man, een goede fles, de krant. Ik zie hem ook wel eens gestoken in een zwart scheidsrechterspak over het gras sjokken. Dan straalt hij een zelfde vriendelijkheid uit, dan gepaard met onverzettelijkheid. De naam is Salah, of eigenlijk Salah-ad-din, ofwel slaaf van het geloof. What’s in a name, denk ik dan. Neem nu de webmeester dezes. Wat me brengt op de verkeersoverlast in de gemeente. Die ervaar ik niet als zodanig sinds de Hoofdstraat braak ligt. Het lijkt me het ultieme bewijs dat simpele, slimme maatregelen afdoende zijn om het dorp luw te krijgen. Maak de helft van de straten doodlopend, de andere helft éénrichting. Rust zal ons deel zijn. Over woorden nog iets; ooit toen ik hier in de gemeente begon met stukjes schrijven, las ik in een gemeentelijke nota over het primaat voor fietser en voetganger. Mooi woord primaat, hoewel wat verwarrend. Het kan in dit geval geen voorrang zijn geweest, de fietser bleef immers gewoon doorhobbelen over allengs schever zakkende tegeltjes. En de geschiedenis herhaalt zich, opnieuw leggen ze fietstegeltjes op de nieuwe Hoofdstraat. Zullen ze toch de aap bedoeld hebben. Wat je zegt ben je zelf.

14 maart 2004

ODE

”Veuls te duur”, mompelde de man met hoed en bretels en smeet het cellofaan suddervlees terug in het schap. Nors beende hij naar de kassa en chipte zijn boodschappen. Dat anderen dat met pinpas deden, dat er zelfs nog mensen met baar geld bestonden, was enerzijds onbestaanbaar, anderzijds het lot. De mensheid was traag van begrip. Slikken en wachten was daarom een tweede natuur voor hem geworden. Aan de balie kocht hij nog snel een pakje shag van een inferieur merk, want iets menselijks was hem toch niet vreemd. Zonder twijfel kwam die journalistieke klaploper vandaag of morgen weer langs om een shagje te bietsen; dan kostte dat tenminste niet teveel.

Met een omweg fietste de man met hoed en bretels terug naar huis. Op de Bosstraat diepte hij zijn digicam op vanonder de blikjes bier in de fietstas. Routineus schoot hij het plaatje van de dag. Thuisgekomen veegde hij de mensen van het plaatje, want mensen moesten daar niet op. Tijdens het opladen van de foto naar driebergen.net schoof een persbericht de mailbox binnen. Iets over het stationsgebied. En iets over de herindeling. DoMaDrie. Malido. WijDrieZei. Gek werd je er van. Heen en weer praten konden ze als geen ander, verzuchtte hij, maar intussen schoot het niet op. Terwijl je het in feite op een bierviltje kon uittekenen. Er zat weinig anders op dan een nieuwe stelling op het forum te plaatsen. Kreeg je toch wat beweging in de maatschappelijke gedachtemolen.

Zo nu en dan trok de man met hoed en bretels aan wel meer touwtjes. Bellen met de een, wat mailen met de ander. Veel hielp het niet. De meeste touwtjes zaten hopeloos verstrikt in domheid, eigenbelang en ideologie. Als plaatselijk webmeester bouwde hij nu al meer dan vijf jaar aan een imposant digitaal dorp, maar goed beschouwd waren het paarlen voor de zwijnen. Verweesd rolde hij een shagje. Met een paar korte pols- en vinger bewegingen surfde hij naar het pleintje van Vadsø. Dik onder de sneeuw. Zelfs die prullenbakken waren er al onder verdwenen. Dat licht van die lantaarnpalen op die sneeuw. Mooi man.25 januari 2004

25 januari 2004

PAAL

Het stilste plekje van Nederland is te vinden in de gemeente Maarn, leerde ik vorige week. Nu kom ik wel eens in Maarn, maar tref daar immer en louter lawaaierige rails en asfaltbanen. Hoe ze dat kunstje hebben geklaard, mij is het een raadsel. Daar kunnen wij Driebergenaren slechts ons petje voor af doen.

Om in de toekomst ook eens opzien te baren en achting te oogsten moeten wij Driebergenaren, vind ik, een statement maken door ook iets meests van Nederland te hebben. Heel vroeger, weet ik van mijn oude vader, hadden we de beste stationskoffie van Nederland. Daarna hadden we de meeste kerkelijke hoofdkantoren, maar die zijn op wat obscure afsplitsingen na allen vertrokken. Lange tijd hadden we de filemeldingen, maar die zijn ook al weg. Wat we nog wel hebben is de meest weerbarstige burgerij van het land met de meest weerbarstige burgers. Maar dat is papieren weerbarstigheid van een leger zeurderige gepensioneerde mannen, geen heldhaftige onverzettelijkheid met druïden en reuzen zoals in kleine Bretonse dorpjes.

Nu wil het gelukkige geval dat zich juist op dit moment een fantastische gelegenheid aandient, met de paal. De paal, dat is een hoge reclamepaal die langs de A12 moet verrijzen om onze gemeenschap met een bedrag van vijftigduizend euro op jaarbasis te verrijken. De paal is bedacht door de afdeling geld van onze gemeente. Die moest iets verzinnen omdat het gemeentebestuur de belastingen niet meer durft te verhogen. Ditmaal hoeven de belastingen met welgeteld drie hele euro’s per inwoner, of tien euro per huishouden minder worden verhoogd. De paal is inmiddels aangenomen door de gemeenteraad, dus weerbarstig worden over het armoedige van zo’n idee, dat heeft geen zin.

Ik pleit er daarom voor niet zomaar een lullige paal, maar de meest mooie paal van Nederland neer te zetten. Schrijf een prijsvraag uit, zet de voltallige burgerij er op, vraag Christo om een offerte, haal Gaudi terug op aarde, maakt niet uit. Doe in ’s hemelsnaam deze ene keer iets moois of groots, iets wat boven de middelmaat uitsteekt. En alleen met mooie, originele en stijlvolle reclame er op. Moet u eens zien wat dat gaat opleveren.

7 december 2003

DE MENSELIJKE MAAT

Adriaan Remmelding was moe, doodmoe. Hij plofte op de bank en schopte zijn schoenen van zich af. Erg fris roken de sokken daaronder niet, maar wat wil je. De hele dag vergaderen, vervolgens fractieberaad en met een klef bolletje in de wangholte door naar de gemeenteraadsvergadering. Vervolgens drieënhalfuur op een stoel zitten. Aansluitend een paar flinke borrels. Niet echt slim, morgenochtend wachtte immers de presentatie voor een grote klant. Maar alleen met wat verlichting achter de kiezen was het gekwinkslag van die vervelende Van Oosten nog te verduren. Terwijl die de halve vergadering al aan het woord was geweest met zijn overbodige praatjes. Dat was kennelijk een automatisme van eens belangrijke mannen, na hun pensioen.

Hij was gewaarschuwd, zeker. Daarom had hij zich laag op de kieslijst laten zetten, drie jaar geleden. Puntje bij paaltje kwam toch ineens de vraag. Gevleid stemde hij toe, het paste tenslotte goed bij zijn statuur. Hij bezat een frisse visie en ook op het werk was hij sturend bezig, de laatste jaren. Een people’s manager noemden ze hem daar. Maar de piepeltjes op het dorp waren anders gebekt dan op het werk. Frisse visies werden niet op prijs gesteld. Alles wat je hier zei werd uit zijn verband gerukt. Eerst in de krant en daarna in het kwadraat als roddel. Buren en vrienden traden hem sinds hij ‘bij de gemeente’ zat heel anders tegemoet.

Toegegeven, hij had foutjes gemaakt. Het viel ook niet mee om al die dossiers te beheersen. Maar sinds hij had begrepen dat je elk stuk eerst omstandig moest prijzen en vervolgens terugsturen vanwege de onvolledigheid, was het verder allemaal goed gegaan. Was het balletje weer teruggekaatst naar de ambtenaren en de beslissing weer een semester uitgesteld. Dat een gemeente besturen vanwege dit systeem voornamelijk neerkwam op crisisbeheersing en het afhameren van hogere besluitvorming, en dat er verder weinig gestuur van de grond kwam, dat was kennelijk het lokale gebruik. En lokale gebruiken moest je koesteren, net zoals je zelfstandigheid niet zomaar moest opgeven. Dan verdween tenslotte ook de menselijke maat. Lang had hij niet begrepen wat dat was, die menselijke maat, maar gestaag was het hem gaan dagen. De menselijke maat, dat was hijzelf, Adriaan Remmelding, interim manager met als hobby gemeenteraadslid.

19 oktober 2003

GROTE WOORDEN

Ambtenaar Inge Klaassen stak haar prikkaart in de prikklok, liep naar de deur, tikte de code in en stapte naar boven. Een kop koffie en een goedemorgen verder zat ze achter haar bureau. Anderhalf jaar nu was ze beleidsmedewerker bij de gemeente. Hoopvol was ze geweest, blij zelfs, toen ze de drukke, ruwe Randstad vaarwel zei en voortaan de trein de andere kant op nam, naar groen en beschaafd Driebergen.
Intussen wist ze wel beter. Het was maar goed dat die stroom Driebergse forensen waar ze elke ochtend tegenin liep niet wist wie ze was. Uiterlijk keurige mensen; fietsje, regenjas, koffertje, krantje. Maar ’s avonds bij het inspraakhalfuurtje veranderden die gedweeë burgers in halve hooligans. Dan viel alle beschaving van ze af en volgde litanie op beschuldiging op belediging, meestal zonder de stukken te hebben gelezen, zoveel onzin braken ze er uit. Nooit zonder eerst het gratis kopje koffie te hebben gedronken, trouwens.
Laatst had een meneer geroepen dat het gemeentebestuur ‘nazimethoden’ hanteerde. Onzin natuurlijk, ze kende haar burgemeester en wethouders goed: hartstikke lieve mensen. Ze had zich er wel over verbaasd dat dagen later ineens een persbericht verscheen waarin datzelfde bestuur zich van de uitspraken ‘distantieerde’. Nog een week verder deden ze zelfs aangifte tegen de meneer. Terwijl de meneer ergens wel recht had op zijn emotie, vond ze. Ze stonden immers op het punt zijn landgoed te onteigenen.
Intussen stroomden de kolommen van het plaatselijke krantje vol met nog veel meer grote woorden. Tegen de meneer uiteraard, want Driebergen zat vol helden. Vrijwel tegelijkertijd ging het plaatselijk waarden-en-normen-debat van start, over zwerfvuil en onbeleefde jongeren die niet opzij gaan. Toen duwde een gebeurtenis van nog veel groter omvang alles opzij: de sporthal ging in vlammen op. Een ‘verschrikkelijke ramp’, las Inge de volgende ochtend. Ze vroeg zich af wat er moest gebeuren om de wereld tenonder te doen gaan. Dat kon niet veel zijn, hier in Driebergen.29 juni 2003

PEUGEOT

Een zwoele zondagavond. De koperen ploert mag naar recht boven Guadalajara gedraaid staan, zijn geest waart nog hardnekkig rond op mijn zolder. Verhit zet ik me achter het toetsenbord. Herindeling? Met die prachtige folder die vrijdag de brievenbus in gleed, daarmee is alles en niets al gezegd. Nota inbreidingslocatie? Niet in mijn achtertuin, al woon ik gaarne in de uwe. Waterschapsverkiezingen? Wat schuift dat, zo’n postje, is mijn enige gedachte.
Neen, echt slecht hebben we het niet in Driebergen. En om recht te doen aan deze lichte gedachte moet het hier maar eens over iets heel triviaals gaan. Over een auto. Over de Peugeot.
De viernulvier mag gewis de mooiste auto aller tijdengenoemd worden. De elegante lijnen, het koele desjbort, de spitse achterlichten en bovenal het onverwoestbare gestel. Half Noord-Afrika tuft nog dagelijks en vrolijk heen en weer in een quat-quat.
Vervolgens kwam de viernulvijf, waar op een onbegrijpelijke manier het gristendemocratischappèl van af droop. Overigens blijken ook die viernulvijfjes het motorisch erg goed te blijven doen. Als zoete broodjes vliegen ze ditmaal óver de Sahara, naar zwart Afrika, heb ik me laten vertellen. Niet uit te roeien, net als het appèl zelve.
Daarna is Peugeot een tijdje weggeweest. De laatste maanden zijn ze helemaal terug op het asfalt. Overal drienulzevens en tweenulzessen, al kan ik me vergissen in de juiste benaming. Dat wil nog niet zeggen dat ik mijn geliefd lokaal opinieblad op slinkse wijze volgeplakt wil zien met Peugeots! De ene week poseert de onvermijdelijke Driebergse accountant met alweer een golftrofee voor een Peugeot. De week daarop zie ik de burgemeester van zusterstad Semily gebroederlijk met wat beruchte Driebergenaren leunen op alweer een Peugeot. Afgelopen week sluipt zelfs een halve advertorial de tekstkolommen binnen. Kan niet anders zijn dan een zwaktebod, zo’n campagne. Voorlopig tuf ik lekker verder in mijn Renaultje.

1 juni 2003

MARKT

Ach, hoe verheugd was ik vrijdagnacht niet de Randstad achter me te laten. Het was een dag geweest vol zonde, hels verkeer en mondain volk. Maar net als vroeger, toen ik nog dagelijks de grote stad in moest, fietste ik met klarend gemoed van station naar huis. Een nachtegaal hier, een hangjongere daar en ineens zag ik Hans Vugt gestoken in slaapzak en Feyenoordsjaal gelegen op de Hartman voor de sigarenboer te wachten op de start van de kaartverkoop voor de grote bekerfinale. Thuiser kan je niet komen.

Neen, wie naar Driebergen komt, doet dat niet voor het wilde uitgaansleven. Wie in Driebergen woont, die verwacht geen DJ Tiësto, of hoe de stijf gebarende man ook moge heten die ik vanavond op het jeugdjournaal zag. Wie zich in Driebergen vestigt, die zoekt discotheek noch buurtcafé. Vandaar ook dat de dingen er niet zijn, vermoed ik. Iets met marktwerking zou dat te maken kunnen hebben. Mensen –raadsleden, couranten- die een horecanota –het woord alleen al- aangrijpen om te pleiten voor buurtcafés en discotheken, die mogen daarom opportunist heten. De ware Driebergenaar blijft lekker thuis en neemt met wat vrienden de opwindend saaie dag door.

Wat mij wel op het volgende brengt. Hierboven de column staan enkele ongevulde vakjes. Daar mag reclame in. Dat is erg goedkoop. Er kijken meer dan honderdvijftig mensen per dag naar. Dat zijn mensen in het bovenste segment. Het vakje kan opflikkeren en rollen en nog veel meer dingen doen. Mocht u een plaatselijk ondernemer zijn met dag- of weekaanbieding, grijp dan uw kans. U vestigt de aandacht op uw product. U zult vele klanten trekken. Neemt de proef toch op de som. We zullen allen de marktwerking een handje komen helpen. Opdat de columnisten kunnen blijven.

ps: eerder pleitte ik onbedachtzaam als ik ben voor het verkwanselen van het Rosarium, omdat er nooit iemand zou komen. gisteren zag ik er voor het eerst iemand wandelen. leve het Rosarium.

11 mei 2003

TOP

Reikhalzend heb ik er naar uitgezien, maar afgelopen week bereikte me dan toch de nota inbreidingslocaties. Vroeg begonnen, veel gewonnen! Aan de slag! Inbreiden dit dorp! (Er zijn mensen, wethouders zelfs, die blijven het over inbreien hebben. Heel gek was dat in dit geval niet. De wethouder was annex projectontwikkelaar en die zien overal grote sokken met geld waarvan de gaten vanzelfsprekend ogenblikkelijk moeten dichtgebreid, middels henzelf. Maar ach, zo ging het de laatste maanden ook geregeld over de Melvill van Karnebeeklaan, naar de rappe linksachter van FC Twente. Dus inhaken die huizen, zou ik zeggen, en borduur er nog een klein speelplaatsje en een miniem groenplekje omheen terwille van de beeldkwaliteit.)

Toch, al zitten er een paar verrassingen in de nota (zoals de sloop van het Zuiderplantsoen), ik zie op meer serieuze toon deze nota niet snel welslagen. Driebergen is onverzettelijk als een Gallisch dorpje, nimmer zal je hier driehonderdvijftig huizen tussen gepropt krijgen. Maar dan komt het: er staat een sanctie op die burgermoed. Mocht het inderdaad niet lukken, dreigt de nota, dan komt de Bosweide in zicht als bouwlocatie. De Bosweide? Ik heb zitten turen op de kaart, nergens een bosweide gevonden. Morgen maar eens gaan rondfietsen. Moet in de buurt van de Penis van het Seminarie zijn. U weet wel, bij dat gebouwencomplex waarvan het gladde asfaltrondje voor skaters en skeelers een waar lusthof was, totdat de afdeling wegbeheer het in haar opperste wijsheid besloot af te dekken met hatelijke steenslag. De Penis is zichtbaar bij nacht, wanneer een strakke bundel licht vanuit het viagrerende seminariepark het zerk inschiet, in een ultieme poging de veroudering een halt toe te roepen. Die lichtstraal, dat is een Driebergs statement, zo hoog dat zelfs Ronald Naar de top nooit bereiken zal. Geen mens zo viriel als een Driebergenaar.

Niks inbreiden dus, uitbreiden moet het motto zijn. Die boeren, die kunnen we wel hebben.

27 april 2003

PLURIFORM

-Meneer de hoofdredacteur!
-Edelachtbare!
-Waarom heeft u geen wederhoor toegepast?
-Edelachtbare, bij ons in Driebergen is bijna nooit iets te doen!
-Maar meneer de hoofdredacteur, wat heeft dat met journalistieke ethiek te maken?
-Edelachtbare, anders heb ik de week daarop niets te schrijven!
-Meneer de hoofdredacteur, ik begrijp u niet. U weet toch dat wanneer u de ene partij aan het woord laat, dat u de andere partij ook aan het woord moet laten?
-Welnee, edelachtbare, zo doen we dat in Driebergen nooit.
-Maar meneer de hoofdredacteur, wat maakt dat in Driebergen de journalistieke regels niet nagevolgd hoeven worden?
-Edelachtbare, dat zeg ik u toch: er gebeurt zelden iets in Driebergen. Als dat dan onverhoopt tóch mocht gebeuren, dan houden we het vlammetje graag levend. Daar houdt iedereen rekening mee, bij ons in Driebergen. Daar smullen mijn lezers van, dat ze nooit precies weten hoe de vork in de steel zit. Dat ze heen en weer worden gegooid tussen eerst de ene mening en de week daarop de andere. Waar moeten ze het anders over hebben bij de gratis koffie in Albert Heijn! Ze hebben zeeën van tijd, die mensen, en die tijd moet gevuld. Ons golfbaantje is ook al zo kort.
-Maar meneer de hoofdredacteur….
-Edelachtbare, moet u eventjes wederhoren: als ik een afgewogen artikel schrijf met hoor en wederhoor, dan sturen de Driebergenaren geen opgewonden brieven in krakende spelling. En dan heb ik ook die derde week geen kopij! Dan moeten we zelf nieuws gaan zoeken. En dàt zijn we niet gewend. Wij van de Stichtse Courant weten alleen hoe we van méningen nieuws moeten maken. Daar zijn we dan toevallig wel heel erg goed en onafhankelijk in. Zo spraakmakend dat we nog steeds niet zijn opgegeten door de Wegeners en PCM’men van deze wereld. Daar mag u ook wel eens aan denken, edelachtbare.

6 april 2003

ERFENIS

Gehakt zou de gemeenteraad volgens ons lokale opinieblad gemaakt hebben van de bezuinigingsvoorstellen van de wethouder van financiën. Die wil heidetuin, rosarium en hertenkamp afstoten.
Ik vond die voorstellen eigenlijk erg charmant. Dat hertenkamp, een roedel herten binnen een hek, ik zie het nut er niet van in. Sloop die hekken en laat die herten los. Het was toch al de bedoeling dat het damhert op termijn terugkeert in de bossen van de Heuvelrug. Lijkt me een abc’tje.
De heidetuin, een lullig stel perkjes en paadjes en bruggetjes. Je kan er leuk doorheen crossen met je fietsje, maar ik zie de waarde er niet echt van in. Niemand trouwens, want ik zie er nooit iemand. Zet er een kudde schapen in. Die houden gras en bomen weg en heide levend.
Het rosarium, ik kom er al jarenlang vrijwel dagelijks langs. Ik kan eerlijk getuigen van de vele honderden manuren arbeid die jaarlijks in dat rosarium zitten. Ik zweer het u: elke andere keer staat daar het bekende gele wagentje met het gemeentewapen trots op de flanken. Binnen de hekken staan de mannen van de buitendienst lustig te schoffelen en te snoeien, het hek te repareren, nieuwe bankjes te plaatsen of verse aarde aan te voeren. Het is niet te geloven hoeveel werk in dat stomme rosarium gaat zitten.
Buiten die buitendienst heb ik in al die jaren nooit, nimmer, niet één keer iemand rond zien lopen en naar die rozen zien kijken. Het zal een monument zijn, en daar moeten we zorgvuldig mee zijn. Maar in dit geval lijkt het me helder: afstoten en verkwanselen die erfenis.
Mochten de omwonenden daar bezwaar tegen maken, reik hen over de rij volvo’s en espace’s op het tuinpad heen de hark, de spade en het snoeimes. Of plaats middenin dat rosarium een reclamezuil waar de naam van hun bedrijf dan op mag. Dat moet genoeg opbrengen.

31 maart 2003

PETTEN

Als stukjesschrijver sta je het liefst langs de kant relativerend commentaar te geven. Dat is als stukjesschrijver immers je roeping. Langs de kant staan was dit weekeinde niet moeilijk. Zo mocht ik zijnde man niet elkaars traditionele feestkleding bewonderen op internationale vrouwendag. Ik was nog niet toe aan de praiseavond om back to basic god te zoeken, of aan een herbergdienst met Maria Magdalena. Bingo en jazz konden mij gestolen worden en op het CDA-spreekuur kwam ik niet verder dan drie ballonnen. Het enige evenement waarbij het waakvlammetje kort opflikkerde was de komst van collega Adriaan van Dis. Bij nader inzien leek dat gezien zijn plagiërende verleden niet oppertuun.
Toch moest ik dit weekend uit mijn rol aan de kantlijn stappen. Onder zware druk had ik toegestemd in deelname aan een fundraising event, van onze plaatselijke trots harmonie Aurora. Mijn taak bestond uit het jureren van de muzikanten. Ik dacht nu mag ik zeggen van wat een geweldige performance en jij bent het gewoon: de idol (backing vocals: oehoehoehoehoe). Maar het jureren behelsde het tellen van naamkaartjes en de bijbehorende muzikanten. Dat op zich was al verwarrend genoeg.
Nog veel verwarrender was de aanwezigheid van al die mensen met verschillende petten. Zo zag ik een plaatselijk topambtenaar zijn glaasjes achteroverslaan, maar zat hij daar nu als subsidieverstrekker, als consument, als vader, als sponsor? Legio raadsleden en ex-raadsleden en voorzitters schuifelden er rond, en allemaal hadden ze wel drie mogelijke andere petten in de achterzak. Ik zag de directeur welzijnsstichting en de onderdirecteur woningbouwvereniging en de kampioen voorzitterschappen en het begon me te duizelen. Hoe zat ik daar eigenlijk zelf?
Derhalve wil ik hier graag pleiten voor nieuwe omgangsvormen. Ik stel voor dat als we elkaar tegenkomen we vooraf melden welke pet we op hebben en met welke strategie we elkaar aanspreken. Anders gaat het boven mijn petten.

10 maart 2003

ANKER

Van minister Fwa moeten mannen meer doen in het huishouden. Mij zal hij niet bedoeld hebben, gekluisterd aan het aanrecht als ik ben. Ik zou Fwa’s uitspraak graag iets breder trekken. Ik vind dat Driebergen te weinig huismensen telt. Als ik terugkom van het brengen der kinderen heerst er volledige rust in de straat. Alle mannen weg en hun vrouwen ook. Dat is zeker goed voor het creatieve proces. Dan tik ik de volzinnen zo het scherm op.
Maar soms wil je ook wat aanspraak, of een glaasje sherry. Onze moeders kennen dat gevoel wel. Bovendien, zonder maatschappelijke positie verslonst een mens maar. Het haar hoeft niet meer goed, de kleren van gisteren kunnen net zo goed nog een dagje aan. Geen collega of superieur die me op mijn representativiteit beoordeelt. Zou ik -indachtig de ouderwetse huisvrouw- een doekje om mijn hoofd knopen, dan ben ik bang dat zulks nauwelijks zou opvallen. En als ik niet uitkijk is daar de grote ledigheid wanneer de kinderen het huis uit gaan.
Dus ik dacht: moet weer eens wat gaan doen! Toen zag ik dat de TPG mijn diensten (m/v) vraagt. Post rondbrengen! De postmensen brengen het voorgesorteerd thuis. Ik mag vervolgens laag maar toch betaald een blokje om. Buitendien kom ik precies te weten wat de buren en hun buren en hun overburen doen en laten. Ik word het kenniscentrum van de buurt. Macht!
Anderzijds lijkt het me niet visionair de postbode te laten verdwijnen. De weggesaneerde veldwachters en conducteurs keren immers ook weer terug. Bovendien, ik wil die zwaarbeladen fiets aan de kop van de straat zien staan. Ik wil dat bruinrode pak fluitend langs de huizen zien lopen. De postbode is een anker in het dagelijks leven van ons huismensen.
O TPG, keert terug op uw schreden. Verhoogt u desnoods de porto!

3 maart 2003

EXOTEN

Uitgenodigd door een onverwacht krachtig februarizonnetje fietste ik van de week over de onvolprezen Gooyerdijk. Wat hebben die buitenlui het toch goed, weet ik nog dat ik dacht terwijl ik de pedalen soepel ronddraaiend langs zonovergoten landerijen en buitenplaetsen gleed. Brede oprijlanen, oranjerieën, hakhoutbosjes, fiere Arabieren op stal, och, wat moet het heerlijck zijn als landheer geboren te worden. Of desnoods als boer, al heet die tegenwoordig agrarisch ondernemer, ook al strooit hij nog steeds koeienstront over gods akkers. In de grazige weiden tierde de rijk geschakeerde fauna en ornitalia intussen welig: vluchten koperwieken en kramsvogels, een duikende kievit, zwermen spreeuwen, vertraagde reigers, een oude Renault 4, bendes staartmezen, een dikke buizerd aan het zerk en richting einder nog een stel grazende reebouten. Jongens nog aan toe, glimlachte mijn kaak, die verstrakte toen een IVA-student met Belgische nummerplaat me in volle vaart de berm in drukte en de spetters mest me om de oren vlogen.
En toen zag ik ook die nijlganzen weer, en die turkse tortels en daar floepte ineens een ijsvogeltje detonerend over de vaart. Wat moet dat, dacht ik, zo opzichtig met die overdreven kleuren, dat schitterende blauw, dat felle oranje, in ons bescheiden kleurenpalet. Past u zich aan, aan onze grauwe, maar subtiele wereld. Laat uw kleurige veren vallen, kleed u bruin of zwart, of verdwijn anders, terug naar uw eigen streken. Of blijft in uw kooitjes, zoals het de goede kanariepiet betaamt. En ik dacht aan de fluorescerende halsbandparkieten met hun tropische geschreeuw, die de parken van onze grote steden gestaag en onomkeerbaar transformeren tot een wereld waarin geen mus zich meer thuis voelt. En ik dacht: Driebergen let op uw saeck en de aansuigende werking. Laat het niet gebeuren. Weest hard en onduldbaar, trek die grens.
Behalve natuurlijk voor de schreiende gevallen.

24 februari 2003

EER

Eerst het weer: Veertien miljard zou er bezuinigd moeten worden. Ik geloof er niets van. Het is nu al zo lang zo ontzettend koud, dat moet in aardgasbaten uit te drukken zijn. Ik ben die koude trouwens verschrikkelijk zat. Het lukt me niet meer om op te warmen. Steeds dieper raak ik tot op het bot verkleumd, steeds harder stroomt het snot uit de neus. Niets helpt. Geen thermohemd, geen kuubje hout kloven, geen XXXXXXX. Niks.

Dan de politiek: Minister Remkes vraagt de burgemeesters om alert te zijn op mogelijke commotie en onrust onder de inwoners van Nederland. Nou Hein, meneer Bloemen, van mij mogen ze die bommen gaan gooien, want ik ben het spuugzat. Elke keer weer over onafwendbaar, overtuigend, onbetrouwbaar. Telkens die nuffige HoopScheffer in zijn Wibrapak. Keer op keer die deskundigen om zo’n tafel zuchtend zien voorspellen. Maanden duurt het nu al, nog veel langer dan die koude. Steeds dieper gaan de mensen gebukt onder het gezeur, dat moet u ook zien, alert als u bent. Dus ik zeg u, zeg het Kamp en Remkes: gooi die bommen en hou er over op.

Aan de andere kant: Ik zou mijn Irakese broeders graag redden. Het zou te cynisch voor woorden zijn om de bakermat van de beschaving het Armageddon in te jagen. Dat zou wel eens centrifugale gevolgen kunnen hebben, net als de beschaving tot in de Lage Landen reikte. We moeten naar een oplossing toe, slim zijn. De mannen die het mogen zeggen kan je onwrikbaar noemen, of standvastig, feit is dat ze klem zitten. Vast in hun eigen eergevoel, of in het Arabische equivalent. En wie klem zit moet een uitweg krijgen. Een roemvolle aftocht kunnen blazen. Iedereen moet kunnen overwinnen. Thanks George, Tony, for your determination. You ‘ve saved the world. Iit’s done. Well done. Seddém is contained. Now let’s get on with our lives, in a free world!

17 februari 2003

DEO VOLENTE

Mocht u zich wel eens over de Langbroekerdijk naar werk of geliefde spoeden, dan zal de zich snel uitdijende kudde schapen in het weiland waar eens Kasteel Rijsenburg stond u ongetwijfeld al zijn opgevallen. De maan is er nog niet uit of het nu woensdag of donderdag wordt, maar komende week vindt namelijk het islamitisch offerfeest plaats. Heeft u zin in een schaap, stap vandaag of morgen even uit en wijs het dier van uw voorkeur aan. Voor een dikke honderdenvijftig eurootjes kunt u het schaap netjes geslacht op de ochtend van het offerfeest komen afhalen.
Erg aangenaam is het meestal niet op de plaats van handeling. Wel gezellig, met koffie en koek, maar ook erg vroeg en kil. Verder valt goed te begrijpen dat het ritueel ook als slachtfeest te boek staat, zoveel bloed en stank komt er aan te pas. Een feest in de zin van hossen en zuipen is het dan ook niet, het gaat om het offer. God droeg Ibrahim op zijn zoon te slachten. Ibrahim hief het mes, maar God riep tot hem: neem een schaap. Zo zie ja maar weer. God is de slechtste nog niet. Reuze bekend verhaal overigens.
Wat ik –als doorgewinterd en hardnekkig multiculturalist- betreur is de beslotenheid waarmee een en ander zich afspeelt. Goed, de Langbroekerdijk wordt van heinde en verre overstroomd door mannen die hun schaap komen halen. Maar verder onttrekt het geheel zich goeddeels aan het blanke oog. Meestal staat kortbij de slachtplaats een groepje mannen met een collectebus voor de moskeebouw. Als die bus nu eens vol komt en de rechter van dienst blijft goedgemutst, dan komt er misschien een dag dat ik mag komen integreren door te genieten van een schapebout in orientaalse sferen. Wie weet komt er zelfs een dag –insha’allah– dat de bout vergezeld gaat van glaasje wijn.

10 februari 2003

VELDWACHTER

In de week dat de gemeenteraad van Driebergen in haar eindeloze traagheid besloot voor de zekerheid nog een onderzoekje aan de herindeling te wijden, las ik dat de veldwachter terugkeert op de Heuvelrug. Goedkoop zijn ze niet, maar de orde moet in onze bossen en weiden inderdaad op zaken gesteld worden. Ik las verder dat provinciaal gedeputeerde Kamp sprak over illegale vuilstort en afrekeningen in het criminele circuit. Ik mag daar uit eigen waarneming aan toevoegen: wildfietsers, potloodventers en Ridders zonder wapenvergunning. En voorts hoorde ik dat de gemeente Utrecht de recreatiegebieden ten Oosten niet langer gaat subsidiëren. Dan kunnen de veldwachters aan de lijst toevoegen: inwoners van de stad Utrecht.
Toch zit ik met een dilemma. In het buitengebied zwaait niet de burger de scepter over normen en waarden, maar landheren, boeren en buitenlui. Buitengebied betekent in de praktijk een stuk minder aanharken en veel meer eigen weg. Daarvoor zijn ze immers buiten gaan wonen, die lui, en gelijk hebben ze. Maar omdat dat buitengebied tegenwoordig moeite heeft de broek op te houden, ontvangt het allerhande subsidies. Als tegenprestatie moeten de eigen weggetjes open. Dat gebeurt met gezonde tegenzin en dan eindigen de paadjes in een bramenstruik of sloot. Dat is wel eens lastig. Aan de andere kant is het een garantie voor het wegblijven van getrainingspakte recreanten.
Als ik dan denk aan veldwachters dan weet ik het ineens niet meer. Die veldwachters gaan vast geen criminele afrekenaars in de kraag grijpen, die gaan zorgen voor rust, reinheid en regelmaat. Die gaan zorgen dat u op de paadjes blijft lopen. Ik weet niet of ik dat wel leuk vind. Misschien verdwijnt zo het laatste stukje wild west dat we nog hebben. Of toch niet, gaan onze nieuwe bromsnorren dat juist behouden.

3 februari 2003

OPWINDINGSTOESTAND

Hoeveel precies op barones Bobbie is nog even ongewis, maar de partij voor de dieren kreeg uit Driebergen in totaal zevenenvijftig stemmen. Zonder de enorme zuigkracht van de vermaledijde Wouter Bos had dat gerust het dubbele geweest, begrijp ik van de analytici. Waarop ik ineens en volstrekt onwillekeurig aan onze jeune premier en zijn Bianca moet denken en hoe zij hun liefde zouden bedrijven. Betrokken en betrouwbaar vermoed ik, en met lichte tegenzin. Maar een kindje moest, voor de partij.

Driebergen is gelukkig volledig gekalmeerd na geruststellende woorden van de Driebergse opperhuisarts. De continuïteit van de zorg is gegarandeerd! Aanleiding was het rep en roer over een huisarts die in het voorjaar in ‘opwindingstoestand’ een patiënt ontuchtig behandelde, begrijp ik. Sappige details daarover schijnen in het regionale dagblad gestaan te hebben, maar wat zich precies heeft afgespeeld is mij onbekend. Ik lees dat mensen zich in opwindingstoestand laten transfereren naar Zeister huisartsen. Gelijk hebben ze, Driebergen is een nest van vuiligheid met een zuigkracht waar Wouter nog een puntje aan kan zuigen. We hadden pastorale werkers die nietsvermoedende campinggastjes onheus betasten, we hadden de orthodoxen die kleine negertjes in een potje kookten, we hadden de Roma die onze gemeenteraad collectief in hun hemd zette. Nu hebben we onze opgewonden huisartsen. En dan bent u nog onkundig van de seksboerderijen langs de Gooyerdijk, de leerfeesten bij het TearFund en de orgieën in onze antroposofische zweethutten.

Het komt door dat bos en die dieren. Al die natuur, die bijtjes en bloemetjes, daar moeten we van af, het brengt ons in een voortdurende toestand van opwinding. Dat mag lekker lijken, het is kortstondig en duivels geluk waar we niets mee opschieten. We zijn mensen, geen beesten! Asfalteren die boel, honderdduizend auto’s moeten we kwijt. Op naar de gesplitste aansluiting, op naar de verhoogde ligging, op naar de randweg. We want Transferium!

24 januari 2003

STEMADVIES

Als u zich afvraagt waarom de planvorming in dit dorp de laatste tijd lijkt te stokken, dan moet u de zojuist gelanceerde folder over de infrastructuur rond spoor en snelweg eens ter hand nemen. Dat is een stevige groene folder met een merkwaardig archaïsch lettertype. De boodschap luidt: O rijksoverheid, doe er wat geld bij dan kunnen we de boel zo inrichten dat onze Lustwarande (ik zie abusievelijk maar steevast een aaneengesloten rij bordelen en sekshuizen met aantrekkelijke houten veranda’s) behouden blijft en het verkeer wat vlotter heen en weer loopt.
Die boodschap neemt een aanzienlijk deel van ons ambtenarencorps en gemeentebudget nu al bijna een lustrum in beslag. Dat is onvermijdelijk ten koste gegaan van eenvoudiger te verwezenlijken plannetjes dichter bij huis, maar lijdzaam toezien was ook geen optie. Mijn probleem is nu: om dat niet allemaal voor niets geweest te laten zijn, wat moeten we nu dan stemmen?
Ik zie ineens het trouwe oranje SGP-affiche hier om de hoek, maar die zijn tegen bordelen. In de aanpalende villastraat staart rode Jan mij dagelijks aan (op het tuinpad staat een oude kadet, dus dat klopt wel), maar die gaat ongetwijfeld voor Oss. Verderop de ondeugende blik van die jonge mevrouw die ook graag hogerop wil. Maar zorgt zij dat het goed komt?
Een dorpsgenoot zou geschikt zijn, maar de laatste kandidaat heeft zich onlangs overgegeven. Dichtbij komt ook Wouter, het oude buurjongetje van mijn Odijkse neef, maar Wouter hockeyde en kon niet voetballen, dus die valt ook af. Dan zijn er nog twee Zeistenaren, maar die zijn niet te vertrouwen want het zijn Zeistenaren. Neen, er rest ons maar een mogelijkheid en dat is barones van Tuyll van Serooskerken (Bobbie) uit Doorn, de veertiende kandidaat van de Partij voor de Dieren.
Doorn, barones, dieren, dat moet goed komen. Ik reken op u. Lijst vijftien. Ik ga u tellen.

17 januari 2003

AANVALSPLAN

In de week dat schaatsminnend Driebergen moest uitwijken naar Doorn omdat om onduidelijke redenen de Driebergse ijsbaan lange tijd gesloten bleef, vielen mijn ogen op drie korte zinsneden uit een gemeentelijk schrijven: ”Vijf objecten moeten aanvalsplannen maken. Geen capaciteit hiervoor. Voorstel om uit te besteden.”
Dat klinkt dreigend, in deze tijden van oorlog. Toch denk ik niet dat we ons zorgen hoeven maken. Volgens mij hebben we de capaciteit voor een aanvalsplan gewoon in huis.
Ik stel me zo voor (voorstel) dat we eerst het welbevinden van de inwendige mens garanderen door Vugt (oorlam) en Marlet (snert) de catering te laten verzorgen, aangevuld door de Natuurwinkel (sojabrok) voor het contingent antroposofen. Voor het moreel nemen we vanzelfsprekend burgemeester Hein die -buik voorop- inspirerend speechend de troepen aanvoert. (De troepen, dat is de buitendienst. Omhangen met bladblazers. En natuurlijk de surveillanten op hun razende scootertjes.)
Voorts plaatsen we een cordon decoys rond het aangevallen object. Zo belegt de gemeenteraad in allerijl een duale vergadering over de gemeentelijke herindeling, om de aanvallers sluw in slaap te sussen. De gebroeders De Jong leuren aan de overzijde met een extra editie! van hun Courant, vol ingezonden brieven van burgers die nog veel bozer zijn dan de aanvallers, die daardoor verbaasd de wapens laten vallen.
Vanuit de linkerflank doemen dan ineens de grondtroepen van Aurora op, terwijl vanaf de spits van de Grote Kerk de pias van de VVD zijn grollen de lucht in slingert en uit de bossen de mountainbikers van DTC als een cavalerie Ben Hurs het strijdgewoel binnen denderen. Een voormalig raadslid met een groot hart maar nog veel groter huis heft daarbij de strijdkreet ‘keer het tij’! aan.
Overdonderd door zoveel tegenstand rest de aanvallers niets anders dan zich mismoedig terug te trekken op de forumpagina van driebergen.net om deel te nemen aan een vredige discussie over Heidetuinen. We zijn gered!

10 januari 2003

RECESSIE

Toen ik zonet boerenkool ging snijden zag ik aan gene zijde van de singel een paar Nijlganzen. Ze zagen mij ook en luid gakkend stegen zij op. De akker waarop ze een perfect boogje verder neerstreken was vers geploegd. Dat bevreugde me. Afgelopen najaar waren mijn kinderen daar nog weggejaagd door een nurkse man die claimde dat het zijn land was. Een stukje braakland. Ze konden daar onmogelijk kwaad doen, onderwijl ik lustig mijn perkjes wiedde. Aldus betoogde ik maar nee, niks daarvan, zei die man, dit is van mij, ik wil het gewoon niet hebben. Hij was jarenlang beheerder geweest van het Grote Bos en daar hadden ze ook alles steeds maar kapot gemaakt. Vooral die buitenlanders.
Het landgoed dat hij nu beheert is in handen van een vastgoedholding die daar om duistere redenen twee grote kantoorpanden heeft mogen bouwen. Achterop het terrein is later met groot materieel en indrukwekkende zandverhuizingen nog een uitgestrekte parkeerplaats aangelegd. Maandenlang waren ze er mee bezig, begreep er niets van. Voor een parkeerplaats!
De kantoorpanden staan nog steeds grotendeels leeg, waarschijnlijk de reden voor het afblazen van de op het braakland geplande kantoortuin. De pachter mag het land nog een seizoen inzaaien met gras. Kunnen ze er gewoon weer spelen, heeft niemand last van.
Onze burgemeester sprak gisteren in zijn nieuwjaarstoespraak over normen en waarden en toenemende onhebbelijkheden. Eigenlijk had hij het over vandalen die bushokjes slopen, maar ik dacht meteen aan die man. De kinderen spelen er niet meer zo graag sinds hij hen zo bars tegemoet trad. Vroeger waren er ook van dat soort mannen, weet ik. Maar ik heb niet de indruk dat het er zo hebberig en hekkerig aan toeging als vandaag de dag. Zulke mannen, daar ga je dus bushokjes van slopen.
Wel is het prettig te weten dat een recessie ook zonnige kanten heeft. Dat inzicht benoem ik tot leidraad voor 2003.

3 januari 2003

NEE!

Ik mis node het stukje betrokkenheid, daarom hier een poging een politicus van het jaar uit te roepen. Zelf verkeer ik in de veronderstelling dat een politicus van het jaar een gewiekst persoon is die opponenten slim tegen elkaar uitspeelt. Bij tijd en wijle moet ook een lastige medestander in het machtsspel meegesleurd, want voor een politicus van het jaar bevindt de ergste vijand zich uiteindelijk binnen de eigen gelederen. Een politicus van het jaar is verder niet op de mond gevallen en ligt goed bij journalisten, zodat je het gelaat van de politicus van het jaar geregeld in krant en op tv ziet.
In Driebergen moeten we zulks niet na gaan doen, hemeltje nee. Daarom kies ik liever de a-politicus van het jaar en dat is dit jaar Neeltje Schravesande. Ze mag op het wat krappe Driebergse politieke toneeltje gerust een verademing genoemd worden. Ter vergadering valt ze nimmer op gladde praat of spitse opmerkingen te betrappen. Op slimme zowel als stomme vragen geeft ze altijd serieuze antwoorden, al gaat dat wat hortend want gepaard met het zoeken naar juiste woorden die dan op de goede plek in de zin moeten komen.
Buiten vergadertijd en ook op het gemeentekantoor zie je haar ruim de tijd nemen om met gewone mensen van gedachten te wisselen en werkelijk naar hen te luisteren. Intussen sjort en duwt ze al een jaar of wat gestaag aan collega’s, ambtenaren en zure belastingbetalers om kunstgrasvelden, nieuwe scholen en dingen voor jongeren voor elkaar te krijgen. Met enig succes is hier de constatering, en dat mag in dit dorp een godswonder heten. Het valt zelfs niet uit te sluiten dat ze het zwembad -ooit de trots van het dorp- weet te redden van een schijnbaar wisse ondergang. Zet hem op Neel.

27 december 2002

BEMOEI

Waxinelichtjes kunnen ontploffen, vertelde de juf, daarom mogen ze niet meer van de brandweer. Voorts kregen u en ik van gemeentewege ‘tips voor thuis’: ”maak een vluchtplan en oefen dat samen met uw huisgenoten”. Nu zijn we nogal kleinbehuisd dus dat was snel gedaan, tot leedwezen van de kleine jongens. De grootste kleine jongen las de tips mee en nu moet ik ineens brandmelders en een blusmiddel aanschaffen. Dan tip ik terug (laatste nieuws!): zorg eerst maar eens dat een verbouwing van uw eigen gemeentehuis niet van de oorspronkelijke 1 miljoen gulden via 2 miljoen gulden verder naar 3 miljoen gulden niet uitdraait op 4 miljoen gulden. Eigenlijk heeft dat hier niets mee te maken, het is gewoon lekker kankeren op de gemeente, want dat is toch niemand.
Auto’s die zichzelf tot ontbranding brengen, televisies die spontaan in de fik vliegen, kan allemaal. Toch heb ik auto noch televisie de deur uit gedaan. Verder hoorde ik iemand suggereren dat mensen met een bepaalde levensstijl een bepaalde belasting opgelegd moeten krijgen en hij bedoelde de vetbelasting. Nog even en de normen en waardenpolitie staat middenin de huiskamer te kijken wat u de samenleving kost. Alsof dat uit te rekenen valt.
Aan de andere kant is het onze eigen schuld. Ik zeg wel onze, maar bedoel eigenlijk u. Want u bent het die de overheid de schuld geeft van alles wat er misgaat. Logisch dat die overheid zich tot waxinelichtjes aan toe gaat indekken en de eigen verantwoordelijkheid verder doet wegsmelten tot een bedenkelijk niveau. Daarom lezers, bezint eer ge begint met lezen der les tegenover overheid, want alles komt als een boemerang keihard terug.
ps. allerlaatste nieuws en kerstgedachte: ook uit ons dorp worden zogenaamde uitgeprocedeerden inmiddels op transport gezet naar zogeheten verwijdercentra. leuk passend dat ze daarmee beginnen zo rond de kerstdagen.

20 december 2002

STOFFIG

Op de forumpagina van het als lokaal nieuwsblad vermomde lokale opinieblad las ik dat een lokale architect vindt dat Driebergen op een heilloze weg is door woningen te willen bouwen op weilanden en bosjes buiten de kom.
Er is wat voor zo’n standpunt te zeggen. Zelf doe ik niets liever dan struinen door uitgestrekte natuurgebieden, met hier een boerderij en daar een kasteel.
Maar stellen dat de kracht en charme van zo’n gebied verdwijnt met wat woningbouwplannen, dat is weinig besef van werkelijkheid tonen. Eeuwenlang al vestigen mensen zich in wat eens woest en ledig was, en toch is het hier nog steeds prachtig. Al eeuwenlang vechten de gevestigden tegen uitbreiding, toch blijven nieuwkomers binnensluipen. Neem wat afstand en bezie die ontwikkeling als autonoom: die moet je niet tegenhouden, maar in goede banen leiden. Stop met het zaaien van behoudzuchtige angst en geef ruimte aan dynamiek.
Het standpunt van de architect ademt iets treurigs. Misschien wat hard van stapel, maar door de wereldgeschiedenis heen loopt een dikke rode draad: waar open samenlevingen floreren, daar kwijnen gesloten samenlevingen langzaam weg. De landelijke stemming holt al hard die verkeerde kant op, naar zelfopsluiting binnen een stelsel ongedefinieerde waarden en normen. Dat zie je dan terug in zo’n visie op Driebergen.
Laatst was ik bij een avond van een vereniging die hecht aan het Vroeger en Nu tussen Heuvelrug en Wetering. Het publiek was stoffig en grijs en het was er verschrikkelijk warm. De wethouder ruimte en groen hield langdurig een nietszeggend praatje. Wat me is bijgebleven is de bosuil die zijn roep door de intercom deed schallen en de opmerking dat van de honderdvijftig Nederlandse ijsvogels er vier broeden binnen de Driebergse dorpskern. Tezamen met de eekhoorns die in menig Driebergs tuintje dartelen lijkt me dat toch het bewijs dat natuur en wonen heel goed samen kunnen gaan.

13 december 2002

HOOR WIE KLOPT DAAR NOU

Het slot was leuk, maar eerlijk gezegd ben ik blij dat hij nu terug is naar Spanje, ik vond zijn verblijf dit jaar wat aan de lange kant. Dat is een betrekkelijk oordeel, dit seizoen vind ik de dingen al snel teveel. Ik heb het niet zo op het leven in wolken. Weken geleden al daalden ze op ons neer om alles stil en somber te maken, van vertrekken willen ze niet weten. Misschien dat onze oranje bladblaasmannen eens aangewend kunnen worden om ze weg te blazen, hebben ze toch nut. O was ik maar stout, dan mocht ik mee naar zon en zee.
Terug naar Sint en Driebergen, het viel me op dat we waarlijk in het midden des lands wonen, ook cultureel gezien. De Driebergse Sint is een goede, hij raakt de juiste toon en vertoont zich spaarzaam. Een kleine dissonant was de slordige gemeentelijke Sint vorige week zaterdag, die bracht het geloof danig in gevaar. Een Amsterdamse vriend vertelde me dat de Sint daar beveiligd rondliep, met een spiedende kerel met oortje naast zich. Treurig was ook het bezoek aan mijn broer in Purmerend, daar struikelden we werkelijk over de Sinten. Niemand had nog belangstelling, gedegenereerd als hij was tot een soort Kerstman in shoppingmall.
Geheel anders was het bij mijn zuster in Deventer, waar we gestoken in pietepakjes op bezoek gingen. Oei, dat was riskant, vertelde zuslief. Er stonden boetes op, want Deventer wil het mysterie levend houden. Sint en Piet mogen zich daar pas op 5 december vertonen. Voor die tijd is de suggestie van zijn bestaan genoeg voor de kinderen, hun fantasie doet de rest wel. Zo is het maar net. Gisteren was de buurman even aan het timmeren in zijn huis. Maar nee, het waren Pieten en urenlang speelden ze door.

6 december 2002

VOORZICHTIG

Stel, je bent een egel en je woont in Driebergen. Dat is mooi wonen, aan de rand van het nationaal park in oprichting de Heuvelrug. Mocht je een jonge egel zijn, dan is daar het vooruitzicht op een prachtig ecoduct over de A12 waarover je zonder kleerscheuren van landgoed Noordhout naar Mollenbos (nog nooit een mol gezien) kan waggelen. Heb je goede benen, dan pak je ook de robuuste ecopassage over de N225 nabij de Sterkenburgerlaan nog mee, om eens te buurten bij de broeders uit het weidse Langbroekerweteringgebied. Zo wordt het.
Zo is het nog niet. Bovendien, je woont in het dorp en met je korte pootjes haal je dat grote nationale park nooit. Je zal het moeten doen met dorpse parkjes en achtertuinen. Die waren altijd ruim en voedselrijk, met verborgen hoekjes en bladerhopen met de meest zalige insecten en met hoge takkenbossen voor een lange winterslaap. Kwam je daar dan stilletjes -tenminste dat probeerde je- uitgekropen in voorjaar en zomer, dan waren zoete woordjes je deel en soms zelfs een bakje melk. Zo was het.
Zo is het niet meer. De klad zit een beetje in je biotoop, alsof niemand je aanwezigheid meer op prijs stelt. Tuinen raken bestraat en de tuinman ontbeert tegenwoordig elk respect. Vroeger harkte die slechts de paadjes schoon, nu moet om onverklaarbare redenen de hele tuin bladvrij en aardezwart. Je hele biotoop ligt vervolgens op de stoep te wachten tot een grote wagen met een dikke slang alles op komt zuigen. En mocht je hopen op het gemeentelijk groen, dan is een commandoteam bladblazers je deel. Gestoken in oranje uniformen en voorzien van machinale rugzakken blazen die in een woeste orkaan elk leven weg en dood. Maar wel schoon.

29 november 2002

HOERA

Het is met het nodige chagrijn dat ik ben opgestaan, deze ochtend na de algemene Driebergse beschouwingen. Twee minuten na twaalven mochten we pas gaan gisteravond en daarmee won de ongekroonde koningin van Driebergen het ambtenarenpouletje, zoals ze de dingen wel vaker bij het rechte eind heeft. Eeuwige roem is haar deel, want ambtenaren mogen niet gokken. Hoe het twee minuten na twaalven werd zal ik hieronder proberen uit te leggen.
Gemeenteraadsleden hebben allen hun eigen motivatie. Geldzucht zal het niet zijn, de vierhonderd maandelijkse euro’s kunnen onmogelijk opwegen tegen de uren en avonden overwerk. Er zullen er bij zijn die zich geroepen voelen tot het ambt, uit sociaal plichtsbesef of christelijk naastenliefde. Er zullen er bij zijn die menen dat het aanzien verschaft, het zitting nemen in de gemeenteraad. En er zullen er bij zijn die het een leuke hobby vinden, hoewel ik me daar weinig bij kan voorstellen.
In ieder geval is de derde donderdag in november hún dag, want dan mogen ze akkoord gaan met het beleid van de burgemeester en wethouders. Dat doen zij niet zonder slag of stoot. Het begint ’s middags met het voorlezen van wollige teksten. Vervolgens word gedineerd in een restaurant, elke fractie aan een eigen tafeltje. Daarna gaan ze terug vergaderen, in trage praatrondjes die termijnen heten en van elkaar gescheiden worden door wandelgangen. Lopende de avond draaien ze de duimschroeven flink aan, om na woorden van berouw van burgemeester en wethouders de teugels te laten vieren. Altijd loopt de avond met een sisser af. Op inhoud of visie kunnen de raadsleden zelden betrapt worden. Het enige dat gisteravond binnengehaald werd is een hoge reclamezuil zodat wij allemaal drie euro minder belasting hoeven te betalen. Hoera.
Ik zei al, met het nodige chagrijn ben ik opgestaan.

22 november 2002

OVERLAST

Soms kan je ze beter niet meenemen, voegde de mevrouw me toe toen ik mijn jongentjes met enig stemverheffen bij elkaar harkte. Terwijl het allemaal zo goed was begonnen, met die vriendelijk glimlachende meneer van Straatnieuws bij de ingang, die daar al maanden lijkt te wonen, terwijl ik toch nooit iemand een krant zie kopen. Maar eenmaal binnen komen de verwijtende blikken van dorpsgenoten, vanwege geparkeerde kindercaddies voor de schappen calcimel en vitafit. Uit de weg, schreeuwen hun ogen, die kinderen hebben hier niets te zoeken, zet ze voor de video in plaats van voor de teenieladies! Wij hebben dit land opgebouwd en recht op een weelderig pensioen in een groengrijs dorp vol seniorenplatforms die tegen elke vorm van vooruitgang zijn! In dezelfde categorie –maar een paar generaties later- kwam er laatst een voorwaardelijke uitnodiging voor een bruiloftsfeest binnen: ”Erik en Marjan vieren hun huwelijk het liefst zonder kinderen”.
Misschien is het wel een goed idee, bestaat er een video over normen en waarden en omgangsvormen waar ik ze voor kan zetten, dat ze daar kennis van kunnen nemen. In het publieke leven vol haastende monomanen kom je die in elk geval steeds minder tegen. Een uitzondering moet ik maken voor de mevrouw die zich vorige week over de kleinste jongen heen boog: ”Ik vind het niet leuk als je tegen mijn benen botst.” Hij kijkt nu wel uit. Ja, de maatschappij dat ben niet alleen jij, maar u ook!
In die zin zou ik willen pleiten voor een algeheel intolerantieverbod op de Traaij, waar iedereen dan mag komen. Het enige andere verbod dat ik zou willen uitvaardigen is op het verspreiden van vette kipdampen door poeliers, zo zwaar dat ik bij het passeren steevast onpasselijk wordt.

15 november 2002

LEBENSRAUM

Eigenlijk wilde ik deze week schrijven over de ramadan en hoe het toch met onze eigen Driebergse moskee staat, maar toen diende Henk Kamp zich ineens aan. Op de moskee kom ik graag terug op pakjesavond, dan is de ramadan voorbij en mag ik mijn glaasje wijn weer. Bij ons is de ramadan namelijk aanleiding geweest een maand sober te doen (behoudens gelegenheden, want juist in de uitzondering toont zich de consequente mens). Het is -analoog aan ramadan en andere vormen van vasten- om de vanzelfsprekendheid van sommige dingen tijdelijk te doen wankelen. Het zal mijn gereformeerde achtergrond wel zijn.
Maar daar kwam Henk Kamp. Kamp werd afgelopen zomer minister van VROM en gaat sindsdien over de inrichting van Nederland. Doorgaans heb ik niet zo veel op met zijn bitse voorkomen en onvriendelijke ideeën. Maar wat hij ditmaal zei in de krant, dat beviel me. Het ging over rode contouren, die bouwen in het buitengebied nagenoeg onmogelijk maken. Kamp wil die rode contouren op de helling en meer ruimte op het platteland om de eigen bevolkingsgroei te kunnen opvangen. Hij bedoelt natuurlijk minder ruimte, want die wordt dan juist volgebouwd. Anyway, ik ben het met Kamp eens. Neem nu Driebergen, daar wordt maar ingebreid en compact gebouwd, we komen steeds meer op elkaars lip te wonen. Dat is nergens goed voor, die open plekken tussen de huizen geven de noodzakelijke lebensraum, die moeten gekoesterd. De ruimte ligt buiten de bebouwde kom, daar mag best een weilandje of twee vanaf geknabbeld. En dan op een verstandige manier gaan bouwen, dus groen, snel verwijderbaar en zonder al te veel ingrijpende infrastructurele voorzieningen. Want over een halve eeuw is er geen woningtekort, maar een overschot. En dan moeten die woningen weer weg. Dat is pas visie.

8 november 2002

BLOEDELOZE 0-0

Het was deze week kiezen tussen voetbal of de ingelaste raadsvergadering. Van de webmeester moeten deze stukjes gaan over Driebergen, dus werd het Nieuw-Salem (ofschoon ik Clarence Seedorf wel eens uit de trein heb zien stappen op ons station).
Het ging over de opheffing van Driebergen. Ik was er al een tijd niet geweest, in bestuurlijk Driebergen, maar het was ouderwets gezellig. Nieuw was dat er nu een heuse griffier zat en de burgemeester noemde zichzelf Het Presidium. Verder zag ik veel nieuwe gezichten.
Van veel welsprekendheid kan ik onze raadsleden helaas niet betichten, of het moet de pias van de VVD zijn, die met zijn losse flodders af en toe wat vuur in de discussie wist te blazen. Maar verder sudderde het gesprek maar voort, en het tienkoppige publiek (en dan ben ik nog royaal) dommelde langzaam in. De steekwoorden waren: zorgvuldig, schwung, grenscorrecties, communis opinio, en –eerlijk waar- onderzoek naar de wenselijkheden van herindeling. En iets over communicatie op metaniveau, met de burger. Zo hollen de raadsleden al zes jaar achter de feiten aan, van onderzoek naar onderzoek.
Volgens mij is die fusie al lang en breed in gang gezet. Uit noodzaak –personeelsgebrek, gebrek aan expertise- werkt Driebergen al heel veel samen met buurgemeenten. De provincie duwt Driebergen langzaam het stadsgewest Utrecht in, Doorn en Maarn trekken Driebergen van de andere kant aan het jasje. Dan zijn er nog al die samenwerkingsverbanden die over de hoofden van de raadsleden heen beslissen. Sturen is er voor ons bestuur niet meer bij. Triest, maar eigenlijk is het enige besluit wat de gemeenteraad nog rest de opheffing van zichzelf en naar welke kant dan wel. Anders gaat zelfs dat laatste besluit nog in rook op.

1 november 2002

OOK HORIGEN MOGEN MOPPEREN

Zojuist keerde ik terug vanuit de oostelijke zijde onzer fusiegemeente. Weldadig mooi is het daar. Prachtige bossen, zwierige landerijen, eindeloze kwelders. Al dat pittoresks lijkt den tourende automobilist te zetten tot een maximaal van rond de tweenenzestig kilometer per uur, en dan spreek ik over topsnelheid buiten de bebouwde kom. Dat moet vanzelfsprekend mogen, vooral op de dag des heren. Bovendien is den hoofdweg breed genoeg om onze senioren te passeren, ook al moeten wij daartoe kortstondig en wederrechtelijk met groten vaart de dubbele streep negeren.
Vervolgens bereiken wij de plaats Doorn. Daar heeft een grote ambtelijke geest besloten tot de aanleg van een fietspad in de vorm van een trechter. Bedraagt het wegvlak voor de fietser even tevoren in de lommerrijke bossen nog een ruime drie meter, naar het centrum toe blijft daar pakweg zesendertig centimeter van over. Gelukkig komt de winst ten goede aan ons, automobilisten.
Even later arriveer ik ten eigenen huize. Dat is een huurhuize, en dat hebben we de afgelopen weken grondig mogen begrijpen. Grondiger, buiten kijf, dan de schilders hun werk deden, al ligt dat mogelijk aan het voorafgestelde budget van onze geprivatiseerde woningbouwstichting. En we neme het de schilders niet kwalijk, noch de timmermannen, en zelfs de elektricien niet die plots aanschietlampen en rookmelders kwam plaatsen. Als een arrestatieteam trokken de werkmannen door de wijk, stonden met het trapleertje plots voor achterdeur en badkamerraam, of bleken opdracht te hebben onze sloten te forceren. Intussen zijn onze ramen voorzien van tralies en galmt elke ochtend de rookmelder, daar deze heel slim naast de stomende deur van de badkamer is geplaatst. Dank, o huisbaas, dat u voor ons wikt en beschikt. Uwe wijsheid is immers vele malen hoger dan den onze. Klantvriendelijkheid, inspraak, ach, dat zijn strofen uit een voorbij tijdperk. Heden keren we terug naar duidelijker verhoudingen. Onderhorig aan u, o Heuvelrug Wonen, zullen we voortaan weer zijn.

5 oktober 2008

NIEUWE STIJL

‘Er is hier niks gebeurd’, bromde de webmeester toen ik hem belde, na mijn lange Gallische congé. De webmeester neem ik het niet kwalijk. Hij raapt het nieuws immers vrijwillig en onbetaald. En inderdaad, er was nagenoeg niks gebeurd, zag ik scrollend door de site. Omwille van tijd en gemak had de webmeester onze site trouwens eigenmachtig in een nieuw snitje geworpen. ‘Nee, dat doe ik niet,’ bromde de webmeester toen ik opperde in elk geval een ander snitje te kiezen. Gelaten -thuiskomen na lange vakanties is als een even prachtige als rap inzakkende soufflé- bladerde ik na het telefonische botsinkje door het stapeltje ongelezen lokale couranten. Veel verder dan een uniek stationsrestaurant, een verse bromsnor en het zoveelste corso kwam het nieuws niet. De gouden olympische medaille van een dorpsgenoot en de Amsterdamse kleedkamerdiefstal van een Leersumse ajacied trof ik niet eens aan. Ik werd ineens heel moe. Het daagde me dat we het weer een jaar zonder lokaal nieuws moesten stellen. Dat de bestuurderen,welzijnsdirecteuren en lokale projectontwikkelaars weer een jaar lang hun gang konden gaan, slechts nu en dan beschimpt door de lokale Hans Hermanzen, maar zonder serieus journalistiek weerwerk. Terwijl hier toch op zijn minst een paar milieuterroristen te vinden moeten zijn, dunkt me. Maar misschien dat de webmeester kan helpen. Misschien kan hij op de vernieuwde site een plaatsje inruimen voor een lokale Geen Stijl? Kunnen we lekker lokaal Fokken!

LIEVE MONA,

Het is niet zo’n sexy onderwerp, toch wil ik u nog ‘ns vragen over het stoplicht. Ik heb u er al eerder over geschreven, maar kennelijk lag de boodschap daar teveel verstopt tussen de omfloerste regels. Wat meer Jip en Janneke helpt misschien. Het gaat om het stoplicht bij het Driebergse postkantoor en het Schaeaeaepmanmonument. En dan met name het stoplicht voor de fietsers. Dat staat zo raar ingesteld, het is bijna altijd rood. Voor de automobilisten springt het licht ook op de merkwaardigste momenten op rood. Als je het stoplicht nadert terwijl er verder niemand is bijvoorbeeld. Precies op het moment dat de auto tot stilstand gekomen is, springt het stoplicht heel pesterig weer op groen. Ik vraag me af welk doel dit dient, mij komt het voor als zinloos verlies van brandstof, wegdek en humeur. Misschien dat u een ander nut kent, dan hoor ik dat graag. Maar eigenlijk gaat het me om het stoplicht voor de fietsers. Ik weet niet of u nog wel eens op de fiets klimt, maar dat zijn er nogal wat, die fietsers. Helaas krijgen ze van het stoplicht nauwelijks de tijd over te steken. Amper genoeg om vanuit stilstand op de pedalen te klimmen. Hup, meteen weer op rood. De auto’s rijden intussen minutenlang gewoon door. Misschien dat ik het niet goed begrijp, dan hoor ik dat uiteraard graag, maar het lijkt me zo zinloos. Gevaarlijk ook, want de haastige fietser rijdt vervolgens maar door rood. Ik weet bovendien dat twee Driebergse ingezetenen bij dienst openbare werken uitvoerig gedocumenteerd aan de bel hebben getrokken, helaas zonder enig gevolg. Misschien ook dat u de reden hiervoor kan achterhalen, u bent immers van de antwoorden. Bovendien is dit een rubriek die zelfs door wethouders en hoofden openbare werken gelezen wordt. Je weet maar nooit.
Anthon Keuchenius, 15 juni 2008

Anthon, je hebt je vraag zelf al beantwoord door de verkeerslichten “stoplichten” te noemen. Overigens springen veel verkeerslichten voor auto’s op rood, ook als er geen verkeersaanbod uit de kruisende wegen is, om de vaart uit het verkeer te halen. Dat laatste zou jij als enthousiast stalen rosberijder alleen maar fijn moeten vinden.
Mona Hermans, 16 juni 2008

SCHAPENFEEST

Het wordt tijd voor een nieuwe messias, of mediator. Burger en bestuurder namelijk begrijpen elkaar niet meer. Ooit -heb ik me laten vertellen- was er begrip, was er vertrouwen. Moet ook wel, immers: de bestuurder is het gedachtenspinsel van het collectief der burgers. Een bestuur: dat leek ons wel handig. Toch heb ik het idee dat de klad er in zit, in de relazie. Ergens heb ik het gevoel dat hun elkaar niet meer verstaan. Neem nu de Driebergse klikoos. De eerste tien vrijdagochtenden van het gedenkwaardige jaar 2008 was het een ingehouden schuddebuiken in Driebergen. In beginsel is het een eenvoudig systeem: de ene week zet je de grijze klikoo aan de straat, de andere week de groene. Niet heel ingewikkeld. Redelijk goed uitgelegd ook door de afdeling kommunikazie, in allerhande briefjes, scheidkalenders en publikazies. En toch zag je wekenlang verkeerde klikoos staan. Of vuilniszakken. Of rotzooi ernaast, erop, ertussen. Het geval wil dat ik zelf ook -zeg maar- in de kommunikazie zit. Ter werving van lucratieve opdrachten -mijn klikoo moet ook vol- schrijf ik ergens: ‘de mensen zijn niet dom. Je moet de dingen alleen wel goed uitleggen.’ Ik mag u nu een geheimpje verklappen, of : in hedendaags Nederlands: Ik mag u een geheimpje aangeven: de mensen zijn wel dom. En de bestuurders ook, want dat zijn net mensen. Soms zijn het zelfs dezelfde mensen! Mensen die zichzelf niet eens kunnen uitleggen wat ze hun eigen lijk willen aangeven. Laat staan de burger en zijn partner de bestuurder. Mensen, laten we het uitmaken met elkaar, want zo gaan we naar de knoppen. De mensheid is namelijk een kudde schapen en het leven een groot schapenfeest. Leve de koningin!

Anthon Keuchenius, 9 maart 2008

Deze sublieme column, kan ook niet anders als die uit de koker van één van de beste columnisten van Heuvelrugnieuws.nl komt, stemt tot nadenken. Dat laatste heb ik bijna een week gedaan; graag nog een paar van dit soort, Anthon.
Hans Hermans, 15 maart 2008

ZWIJNEN

Jongstleden herfst wandelde ik en de mijnen over de Veluwe. Drie dagen lang. De zonen had ik meegelokt door zoete broodjes plus een vrij zicht op wilde zwijnen te beloven. De kranten stonden er immers bol van. Als een horde lemmingen doorkruiste het grofwild de heides, weides en bossen van de Veluwe. Achtduizend stuks. Veelsteveel. Overlast, dat was het. Alles maakten die zwijnen kapot en er waren al meer dan dertig aanrijdingen geweest! Kortom, onze inheemse wildsafari was verzekerd van game, zoals de witte Afrikaan dat zo treffend koloniaal kan omschrijven.
Drie dagen en vijftig kilometer te voet later hadden we nog geen enkel zwijn gezien. Tweemaal ’s nachts gehuld in pyjama de bossen in geweest, bij heldere maan en een graad of nul. Alle twijgjes omzeild en geen woord gesproken, maar geen geluid wist onze klappertanden te overstemmen. Wel zagen we overdags geregeld hun sporen; de zwijnen hadden de mossige Veluwse bosbodem hier en daar redelijk omgespit. Wat we nog vaker zagen: ploegjes mannen die hekwerken en afrasters uit de grond stampten. Palen erin, gaas erop, weg wild. U moest weten (hebben we proefondervindelijk moeten vaststellen): de Veluwe -ons grootste natuurgebied – is al redelijk vergeven van hekken en afrasteringen. Om eerlijk te zijn had ik er na drie dagen schoon genoeg van. Nooit kon je eens lekker doorlopen. Overal loop je tegen hekken op, op die stomme Veluwe.

Eigenlijk wilde ik in deze column pleiten voor de vrije migratie van het wilde zwijn van Veluwe naar onze Heuvelrug, om de variatie in onze bossen een fijne impuls te geven. Gezien de reactionaire gevolgen zie ik daar bij nader inzien maar vanaf.

ps het geheel hierboven is niet overdrachtelijk bedoeld.

Anthon Keuchenius, 20 januari 2008

Nu heb ik 17 jaar in de gemeente Ede gewoond. Ik heb diverse keren in Otterlo gekampeerd. Ik heb op de Paasheuvel in Vierhouten gekampeerd en ooit als achtjarige nog eens zes weken doorgebracht in de kinderkolonie ‘De Heuvels’ in Nunspeet. En ik heb maar één keer een wild varken gezien en dat was binnen de hekken.
Ik ben diverse keren naar Zweden met vakantie geweest en heb maar één keer een wilde eland gezien. De laatste keer dat ik in Zweden was wilde mijn dochter beslist een eland zien. Nu die heeft ze gezien in een Växjö, maar wel in een soort door hekken omgeven dierentuin. In Orsa zag ik beren en lynxen, maar ook weer binnen hekken.
Daarom weg met de hekken. Hekken beperken onze keuzemogelijkheden, al was het alleen maar Bill Gates.
Renk Knol, 20 januari 2008

Tja Anthon, de naam Keuchenius duidt op een latinisering van het Duitse Koch. En welk wild zwijn wil nu in de keuken verdwijnen? Anderzijds, Anthon komt van (Sint) Antonius en die was de schutspatroon (beschermheilige) van het vee. Of zouden die zwijnen bij ‘schutspatroon’ aan iets anders hebben gedacht? Hoe dan ook, voortaan onder pseudoniem de Veluwe bezoeken als je wilde zwijnen wilt zien.
Hans Hermans, 20 januari 2008

Nou, dan nog maar een keer. Wat heeft Bill Gates met wilde zwijnen te maken? Let wel, als Bill er niet was geweest, had Heuvelrugnieuws.nl waarschijnlijk ook niet bestaan. En voor wat betreft die hekken, als die er niet zijn (rond de Veluwe), worden er nog meer dieren doodgereden dan nu al het geval is. Dierentuinen? Schandalig, anderzijds schijnen daar dieren te leven die in het wild niet meer voorkomen.
Hans Hermans, 20 januari 2008

Heb je Bill Gates wel eens vertaald naar het Nederlands. En wat betreft het computeren: dat deed ik al in 1977 op een Olivetti in machinetaal en daarna in HPBasic op en HP9845. Toen had nog niemand van Dos1.0 gehoord.
Renk Knol, 20 januari 2008

Ja, Wim Poorten; daarom, wat heeft Bill Gates met wilde zwijnen te maken?
Hans Hermans, 20 januari 2008

In US English is Gates ook Hekken
Renk Knol, 20 januari 2008

Dat antwoord had ik wel verwacht, maar een gate is een heel ander soort hek dan hier wordt besproken. Het Nederlandse hek om de Veluwe is een fence, óók in US English. Een gate is een hek dat kan worden geopend. Dus de vraag blijft, wat heeft Bill Gates met wilde zwijnen te maken?
Hans Hermans, 21 januari 2008

In Schwenningen, Duitsland komen de wilde zwijnen gewoon je huis binnenlopen. Weliswaar wat opgejaagd door enkele jagers, maar goed. Misschien moet de jacht ook een oplossing brengen voor het zien van wilde zwijnen op de Veluwe. Eind zestiger jaren ben ik een keer met de afdeling Openbare Werken van de gemeente Driebergen weggeweest naar de Veluwe en daar konden we toen genoeg wilde zwijnen bewonderen van heel dichtbij. Zo dichtbij dat iemand zich zelfs liet bijten door een wild zwijn. Ik denk dat een dierentuin prima is om met uitsterven bedreigde dieren een toevlucht te bieden.
Maar verder mogen van mij de hekken ook weg. Natuurlijk zullen er dan dieren worden doorgereden, maar anders worden ze afgeschoten. Er staan overal borden met overstekend wild en eigenlijk is het een vorm van snelheidsbeperking. Dus laat ze maar naar de Heuvelrug komen. Oh, vorig jaar zijn wij in de Rhön (Duitsland) op vakantie geweest en daar waren ze in overvloed aanwezig. ’s Winters schijnen ze inderdaad tussen de huizen te gaan scharrelen op zoek naar eten.

Jan-Koert Lange, 21 januari 2008

Wilde zwijnen rennen woonkamer in

Ha Anthon, Het ontbreekt je gewoon aan geduld. Je bent een vertegenwoordiger van de ‘I want it and I want it nów’-generatie. Het daadwerkelijk zién van wilde zwijnen vraagt een plek met uitzicht en geduldig wachten. Voor veel direct dierenamusement is de dierentuin nog steeds de beste plek.
Harry Boeschoten, 21 januari 2008

Als je drie dagen achtereen, in de herfst nota bene, met je zonen op de Heuvelrug bivakkeert kun je onmogelijk spreken van de ‘I want it and I want it nów’-generatie. Welke vader doet nog heden ten dage? De meeste kinderen zien zwijnen, en überhaupt natuur voornamelijk op de televisie of een beeldscherm.
De reactie van de heer Boeschoten is typisch voor de belerende generatie, onder het motto ‘wij weten pas echt hoe het hoort’. Laat iedereen in z’n waarde en elke generatie vooral zelf op ontdekkingsreis gaan.
Buub Sondrick, 22 januri 2008

Hoewel ik geenszins de intentie heb het voor Harry op te nemen, passen richting Buub ook enige belerende woorden. De zoons van Anthon zijn meegelokt én ik lees nergens dat er op de Veluwe is ‘gebivakkeerd’. Het zou zomaar kunnen zijn dat Anthon graag naar de Veluwe ging en zijn zonen mee moesten omdat er geen oppas voorhanden was. Voorts heb je nogal wat taalfoutjes gemaakt, Buub. En vooral dat laatste is opvallend, omdat het mij voorkomt dat Buub Sondrick weleens het pseudoniem zou kunnen zijn van een bekend Driebergs stukjesschrijver.
Hans Hermans, 22 januari 2008

Ik kan verzekeren dat Anthon, zijn vrouw en hun drie zonen gekampeerd hebben op de Veluwe. Ik denk trouwens dat hun kinderen nog nooit een zomerhuisje of vakantieappartement van binnen hebben gezien.

De opmerking over het pseudoniem doet mij trouwens overwegen berichten via hotmail.com of gmail.com niet meer te plaatsen. Vind je ook niet HZ?
Renk Knol, 22 januari 2008

Nou ja, belerend!? Het was een onthaastingssuggestie. Ik ga stilletjes verder op mijn eenzame weg.
Harry Boeschoten, 22 januari 2008

Beste Anthon, vorig jaar hebben we met ons gezin ook 2 dagen het Nat. Park Hoge Veluwe op witte fietsen doorkruist. Prachtige natuur gezien, maar wilde zwijnen, herten en wat dies meer zij, ho maar! Doodstil zitten wachten op de daarvoor bestemde observatieplekken op de juiste tijden, maar helaas. Tja, je moet waarschijnlijk echt geluk hebben of met een boswachter meegaan om in Nederland “wild” te zien….
P.S. Laten we van onze mooie Heuvelrug maar geen zwijnenstal maken, m.a.w. van mij mogen de hekken op de Veluwe wel blijven.
Sophia van Wikselaar, 22 januari 2008

ALL INCLUSIVE

Het lastige van internationale nietwinkeldag is dat je toch dingen nodig hebt. Het is moeilijk uitleggen aan je jarige neefje dat een cadeautje er dit jaar niet in zit vanwege de westerse hebzucht. Bovendien willen we graag verse ingrediënten voor de gevulde zaterdagsoep. Plus wat rondjes brood erbij van onze onovertroffen Turkse bakker. Kortom, laten we nietwinkeldag voortaan op zondag houden en collectief die hele zondag tevreden achterover zakken. Dat schept een goed gevoel, en vanuit een goed gevoel is veel mogelijk. Zo kwam mij ter ore dat er sinds enige tijd een drankverbod geldt in het Wildbaanpark. Het Wildbaanpark -even voor de buitenwacht- dat is Driebergens eigenste Vondelpark. Mooie waterpartijen, exotische bomen, een heus monument en in het voorjaar een indrukwekkend geel narcissenveld. Om dat alles heen meanderen wat lommerrijke paden. Het is daar fijn toeven. Je kan er je oude moeder doorheen wandelen, je kan er de eendjes voeren of je kan er languit in het groene gras je meisje zoenen. Buurman Karel placht er tot voor kort met de rug tegen een boom zijn puzzelboekje in te vullen. Dag in, dag uit, weer of geen weer, tot hij te rozig wordt voor de letters in de hokjes. Karel is waarschijnlijk de keurigste man ter wereld. Te goed voor deze wereld vermoed ik, of eigenlijk: te zacht. De drank heeft hem van veel lasten verlost, maar houdt hem tegelijk in een ijzeren greep. Karel doet niemand kwaad, met zijn rug tegen de boom. Zijn flessen zien nauwelijks het daglicht, verborgen als zij blijven in de plastic tas. Helaas heeft het de bestuurderen toch moeten behagen Karel en de zijnen van hun boom te verjagen, middels een alcoholverbod. Terwijl via straatfeestsubsidies de fles in de overige wijken flink ter hand gaat, moet Karel uit het straatbeeld verdwijnen. Dat vind ik jammer. Meer niet.
Anthon Keuchenius, 25 november 2007

WELLNESS

Als jongere moet je wat bijverdienen, zelfs wanneer je in Leersum opgroeit. Ik zal een jaar of veertien, vijftien geweest zijn toen ik om die reden voor het eerst voet in hotel de Donderberg zette. Een enorm blok steen met wat laagbouw er omheen geplakt, afgewerkt met een soort van granol. Door de achterdeur kwam en ging ik, elke woensdagavond. Afwassen, vijf gulden per uur. Erg veel te doen was er niet. De bordjes kwamen gestaag terug, op de handen van twee kleine dikke obertjes, die ook het management in handen leken te hebben. Op de bordjes de resten van wat niet direct onder haute cuisine gerangschikt kan worden: schnitzeltjes drijvend in wildsaus, wat doppertjes en champignonnen uit het blik eromheen geschakeerd. De koksmaat sleet zijn avond met het openen van verse blikken verse groenten en nieuwe trommels wildsauspoeier. Er kwam nogal wat terug naar de spoelkeuken. Dat gleden we af in een diep gat in, waarna we de bordjes afspoelden en in de afwasmachine schoven. Echt werken werd het pas tegen tienen, wanneer de koekenpannen klaar waren met het in vet impregneren van de keurig ronde aardappeltjes. Als afsluiting rolden we de grote kliko die onder het stinkende gat stond de houten schuur in. ’s Ochtends ging dat door naar de varkens, groeiden er weer nieuwe schnitzeltjes van. Later schijnen de twee obertjes het Hotel georven te hebben van hun meesteres, die we in al die jaren nimmer zagen. In elk geval werd het van kwaad tot erger met de Donderberg. Er werd een soort Japans tuintje achter aangelegd en er kwam een enorm hek om het gehele complex. Ergens verzon iemand het voorvoegsel Partycentrum & Catering. Erg veel nostalgische gevoelens roept het verdwijnen van het hotel daarom niet bij me op. Wel de naam. De echte Donderberg ligt een eindje verder het bos in, onder de Tombe van Nellestein, een witte toren waar oude aristocratie ligt begraven. De Dondeberg is hoog en steil, je kan er prachtig vanaf sleeën en als er geen sneeuw ligt met je crossfietsje naar beneden kamikazen. Ik zou de genomineerde wethouder Pamboer willen oproepen de trom zo te roeren dat dat de ware Donderberg een gebouw aan zijn voet krijgt dat recht doet aan zijn statuur. We wonen immers op de Heuvelrug, een rug van stand. We willen geen wellness, we willen hier iets moois.

Anthon Keuchenius, 30 september 2007

SLIM

En daar lag het dan: ons nieuwe, roodgelikte stationsplein. Prachtige lijnen, allemaal rond en overal heen. Er zijn afbuigingen die iets hebben van een labyrint, maar wat zou je zeuren, het gaat immers om het uiterlijk. Ook niet zeuren over al die lastige gootjes en randjes waar de fietser toch weer overheen moet hobbelen en over gemiste kansen. Nee, het ziet er reuze strak uit. Mijn suggestie is vervolgens een vrijliggend fietspad aan te leggen dat ons fietsers ver weg van de toch redelijk stinkende auto’s richting dat majestueuze station en weer terug naar onze Heuvelrugse huizen kan voeren. Ik geloof dat ik de enige ben, maar het rode fietspad dat zich dwars door het wildbaanpark kronkelt en langs Valkenheuvel en Dolfijn voert, mag daarbij ten voorbeeld dienen. Nu ik toch de kans heb: van mij mag de wethouder die dat pad er destijds doorheen jaste alsnog geeerd worden met een naamsvermelding: de VandeKletesteeg. Een Waltmannallee aansluitend op de VandeKletesteeg lijkt me een uitgelezen voorbereiding op de toekomst, waarbij ik gaarne zowel een zuidroute als een noordroute zou zien verschijnen en de zuidtak wellicht Salverdapad gedoopt kan worden. Omdat dit redelijk ambitieuze trajecten zijn zou onze strakke burgemeester zich als lichtend voorbeeld vast kunnen werpen op de aansluiting van achterbuurt de Akker met de nieuwbouwwereld Wildbaan middels een korte verbinding (schelpenpaadje is voldoende) van het Kloosterlaantje op de Sint Hubertuslaan, een streven dat al twee decennia geleden door de Driebergse raadzaal gierde maar nimmer is verwezenlijkt. Ik open hierbij de inschrijving voor naamsuggesties en vooral ook voor suggesties voor andere slimme verbindingen. Leve de fiets, leve de vooruitgang.

Anthon Keuchenius, 17 juni 2007

Tja, nou mag je van Renk niet negatief reageren. Dus ik doe een poging tot misleiding. Ja, inderdaad, het stationsplein ligt er weer strak bij. Met een heuse verkeerslichteninstallatie die de doorstroming van het verkeer zeker zal bevorderen. Met kronkels en lussen in het fietspad die zorgen voor extra opstelplaatsen voor het wachten voor de overweg. Met handige middengeleiders die de fietsersstromen scheiden en weer doen samenkomen. Kortom: het is een feest om langs het station te komen. En dat allemaal voor een zeer bescheiden aanslag op de middelen. Hoera! Morgen de langste dag, veel uren daglicht om alles te bewonderen dus.
Harry Boeschoten, 20 juni 2007

CREDO PUGNO

Daar stond ik dan, stil voor het rood oplichtende fietsje. Het was de dag van de burger. Mijn fietsje was net op groen gesprongen, toen ik er op af reed, op weg naar het station. Ik zette weer aan, de trein sluit tegenwoordig stipt de deuren. Vijf seconden later sprong het fietsje weer op rood, terwijl de auto’s vrolijk doortuften, om even later in de file aan te sluiten. Onscherp op de achtergrond keek de oude Schaepman lachend op mij neer: credo pugno, geloof en vecht. Ja, kijk dat beeld maar eens goed na, wanneer u net als ik voor dat stoplicht staat te wachten. Je kan ook rechtsaf slaan, om vijf meter verder de straat over te steken en zo het stoplicht te omzeilen. Volkomen legaal. Thuis vinden ze dat kinderachtig. Wees dan een vent, zegt de moeder des huizes, en rij gewoon door rood. Maanden geleden trof ik bij hetzelfde stoplicht een kennis van me, een veel redelijker en rationeler mens kan onmogelijk bestaan, kan ik u meegeven. Met zijn digitale camera nam hij wat kiekjes van het stoplicht. Die ging hij opsturen naar een sectordirecteur van de gemeente, een relatie vanuit een vroegere betrekking. Met een ruim gemotiveerde brief dat het stoplicht disfunctioneel stond afgesteld, dat fietsers nu nutteloos stonden te wachten, en of daar niet iets aan gedaan kon worden. Kennelijk niet, luidt de conclusie. Misschien is het een idee die ene dag van de burger om te dopen in dag van de gemeente. Dat de gemeente zich die dag ene dag in zichzelf keert, feestend, sportend, mediterend, het zal me worst wezen. Maar dat al die andere dagen de gemeente futiliteiten als een slecht afgesteld stoplicht gewoon even regelt, zodat de burger zich wat minder zuchtend door het leven hoeft te slepen.
Anthon Keuchenius, 25 maart 2007

TAKKEZOOI

Ir De Wit schudde mismoedig het hoofd. Weer waren die vermaledijde vuilnislui zijn huis voorbij gereden. Al drie weken lang lag daar een stapel takken, oogst van de januaristorm. Die had flink huisgehouden in de laan, als confetti waren de takken van de bomen gewaaid. Toegegeven, het waren niet louter gemeentetakken op het stapeltje, de ingenieur in ruste -verdiende ruste, laat daar geen misverstand over bestaan, een flink deel van het fundament van Nederland was uit zijn handen ontstaan- had ook een flink aantal takken van het eigen bosje onderop de stapel gestopt. En wat andere organische troep, nog over van de herfst. Daar had hij de bladblazer zelfs weer voor uit het vet gehaald. Urenlang dat spul naar de straatkant gewaaid. Zo traag ging het en kil was het die dag dat het daarbij ook in De Wits rug was geschoten. Ellende allemaal. En nu lag die rotzooi er nog steeds. Terwijl je van de gemeente toch zeker wel mocht verwachten dat ze dat spul kwamen ophalen. Maar dat moesten de mensen zelf maar opruimen, had de gemeente geschreven op die lelijke gemeentepaginaas. Onzin. Hele leven hard gewerkt en dan dit. Waar dienden anders die belastingen voor. Voor de verbouwing van de ambtswoning van de burgemeester zeker, of voor dat cultuurhuis in Doorn, of voor dat nieuwe gemeentehuis, ook al in Doorn. Was hij weer de hele week bezig om al die takjes in vuilniszakken te laden, net zoals hij elke herfst al dat gebladerte in zakken stopte, soms tot wel twintig zakken vol. Daar was het trouwens binnenkort ook mee gedaan, moest alles in van die rollende containers. Er was wel eens een tuinman geweest die had gesuggereerd om een composthoopje achterin de tuin te maken, dat scheelde een hoop werk en kosten en bovendien was dat goed voor de zogenaamde flora en fauna, volgens die man. Jaja. Neenee, dus. Dat deed die tuinman maar in zijn eigen esoterische tuin, maar niet bij de De Wits. Trok allemaal maar meer ellende en ongedierte aan. Nee, erg veel op had De Wit niet met volk van beneden de rivieren, maar die rare snuiter uit Venlo met dat peroxidehaar had gelijk: dit land staat op de rand van de afgrond.

Anthon Keuchenius, 11 februari 2007

Even een aantal stukjes uit bovengenoemd stuk in een andere volgorde geplaats.

Wij zetten ‘Ir De Wit’ aan ‘de rand van de afgrond’ en zijn niet te beroerd hem ‘in de rug te schieten’. Zo weer een probleem opgelost. Iemand die te lui is om bladeren te vegen en zodoende ons milieu verpest, die alle groenafval in zakken stopt en geen compost hoop in zijn waarschijnlijk grote tuin wil en dan blijft klagen dat zijn takjes niet worden opgehaald heeft weinig reden tot verder verblijf in ons mooie Nederland. Groet drs. P Zwart.

ik vraag mij af of dit soort columns thuis horen op ‘heuvelrugnieuws.nl’ of op een of andere discriminerende site.
Jan Dogger, 13-2-2007

Tot mijn spijt en frustratie klopt het inderdaad, dat keurig netjes gebundelde takken (los gekomen vanwege de grote storm) opeens niet meer worden opgehaald. Zonder enige aankondiging.
John van Leeuwen, 13-2-2007

Aha, het heeft even geduurd, maar het toverwoord ‘discriminatie’, dan wel een vervoeging daarvan, is weer eens gevallen. Want o wee als er in dit calvinistische, alles-nivellerende, ‘kijk-uit-voor-je-kop-boven-het-maaiveld-‘ en ‘iedereen-moet-gelijk-zijn-kikkerlandje’ iemand wordt gediscrimineerd, dán zijn de rapen pas echt gaar. Jan, als ik jou was, zou ik de gehele kwestie aanmelden bij ons oppermachtige en riant gesubsidieerde ‘Anti-discriminatiepunt’, alwaar alle Nederlandse, politiek correcte, zachte-sector-kabouters zich tijdens een ingelaste spoedvergadering zeer gewichtig zullen buigen over deze wel zeer discriminerende column. De vergadering zal ongetwijfeld eindigen in een omvangrijk volkstribunaal, waarbij ik Anthon sterkte wens.
Hans Hermans, 13 februari 2007

Ik lig altijd in een deuk als ik die mensen met een bladblazer bezig zie. Voor mijn gevoel zijn ze alleen maar langer bezig.
Ik denk dat de gemeente milieubewuster wordt. Als die takkebossen en bladeren vormen een perfecte schuilplaats voor diverse dieren. Hulde voor de gemeente en de kosten van het afval kunnen weer omlaag. Volgens mij kenden wij in Driebergen in een ver verleden zelfs subsidie op composttonnen. Misschien kunnen we die weer invoeren, er zullen er vast nog wel een aantal in een gemeentewerkplaats staan.
In het oosten van het land hebben ze trouwens een goede oplossing voor de takkebossen. Daar worden ze op een paar plaatsen in een dorp verzameld en met Pasen gaan deze lekker in de fik. Lijkt mij prachtig om hier ook mee te maken. Misschien dat John van Leeuwen hier een mooi project van kan maken door diverse mensen dit per bakfiets te laten ophalen, burgerinitiatieven passen toch bij deze tijd? Is ’t ie gelijk van zijn frustratie af.
Hans, ik vind je taalgebruik weer voorbeeldig. Het roept bij mij allerlei Breughelliaanse taferelen op. Ik zie mensen op een korenveld aren rapen, terwijl de kikkers heen en weer springen en ik kan zie het hoofd van Wilders bij de herbakker van Eeklo in de mand liggen. Waar zo’n column al weer goed voor is. Zit ik weer in mijn encyclopedie te neuzen van wie dat schilderij nu was en kom uiteindelijk bij Jeroen Bosch uit en besef dat hij een vooruitziende blik had.

Jan Koert Lange, 13-2-2007
Encyclopedie? Jij kijkt nog in een encyclopedie Jan Koert? Man, die kun je bij die takkenbrandstapel gooien, alles is tegenwoordig op het internet te vinden, terwijl je je reactie zit te typen. En Jheronymus Bosch, die trouwens ook graag branden schilderde, verwarren met Pieter Bruegel (let op de spelling, net als de Van der Muelenstraat), dat begrijp ik niet van een encyclopedie-bezitter.
Hans Hermans, 13-02-2007

Hans, ik heb mijn eigen interactieve encyclopedie en deze denkt nog mee ook. Al spel ik verkeerd, weet de namen niet precies, hij corrigeert mij wel. Dat vind ik nou zo fijn bij jou, vandaar mijn stukje. Werkt nog makkelijker dan internet. Ik moet anders eerlijk zeggen dat een boek toch zeker zijn charmes heeft, ook een encyclopedie.
Ik verwar beide schilders overigens niet, in deze volgorde kwamen ze in mijn hoofd voorbij. Het betreffende schilderij deed mij qua stijl aan Bruegel denken. Hiëronymus Bosch, wiens eigenlijke naam Jeroen van Aken was, heeft meer surrealistisch hel en verdoemenis werk geschilderd. Pieter Brueghel de Oudere had Jeroen Bosch vaak als voorbeeld, met name de landschappen komen overeen. Vandaar mijn hersenspinsel.
Wat zou Jeroen Bosch van onze tijd hebben gemaakt als hij dit soort columns zou lezen?
Jan Koert Lange, 14-02-2007

Hij zou jou en mij, en misschien ook wel Jan Dogger, met hoorntjes op ons hoofd en staand op een brandstapel hebben geschilderd, terwijl het college van b&w met een grote blaasbalg het vuur staat aan te wakkeren. Nee, geen Valentijn voor ons.
Hans Hermans, 14 februari 2007

AMBITIE

Niet alleen de opgeblazen depodoggen in het dorp, ook in de vrij directe omgeving loopt alles af, deze laatste dagen van december. Soms met een klap, zoals mijn oude transportfiets die ineens uit elkaar valt. Soms met een sisser, wanneer de bejaarde Volvo ineens weigert te rijden. Niet omdat het de laatste tijd zo populair is, maar dan ga je onwillekeurig toch denken aan de voorzienigheid en zijn onzichtbare discipelen. Dat die voorzien hebben dat het nieuwe jaar met schoon blazoen en klaar gemoed begonnen moet worden. Ondanks een persoonlijk weerzin tegen deze tijdgeest, die wat mij betreft snel terug de fles in mag, hebben wij de boodschap hier aan de Julianalaan monter opgevat en uitgevoerd in de vorm van een interne verhuizing die alle inwoners meer lucht geeft. Wat me brengt op nieuwjaarswensen en het Driebergse dorpshuis. Driebergen moet een dorpshuis. Dat is efficiënt, functioneel en goed voor de gemeenschapszin. Er is best veel buzz in Driebergen, maar reuze versnipperd. Terwijl het zo leuk is dingen en mensen tegen te komen die je niet zoekt. Alles onderbrengen onder een dak zou ik zeggen, desnoods onder de noemer van cultuurhuis. Met ruimte voor eenieder, met mooie voorstellingen, muziek, bibliotheek, cursusje, postduiven en alles wat er maar past. Slopen we eerst het lelijke gemeentekantoor en trekken daar luxe appartementen op voor de talloze vermogende maar te groot behuisde senioren van het dorp, levert meteen woonruimte op in de villawijken. Met het geld bouwen we een futuristische tempel op de plek waar een enorme naamloze lelijke puist de nalatenschap van de roemruchte Prins van Oranje ontsiert. Slim bouwen met veel flexibele ruimten, veel lichtinval, panoramadak erop. Geen parkeerplaats, die ligt al aan de overkant. Knap pleintje ervoor, met iets van een muziekkoepel of openluchttheatertje in de luwte. Dus nu ophouden met klagen en zeiken over gedane zaken en met de vrijgekomen energie de druk flink opvoeren zodat de bureelklevers ons nog voor 2010 versteld kunnen doen staan.
Anthon Keuchenius, 31 december 2006

Een dorpshuis of cultuurschuur lijkt mij heel prettig. Zoals ik al eerder heb aangegeven ben ik persoonlijk erg voor de oprichting van een viking- en folkmetalpodium. Waarschijnlijk zal het door gebrek aan belangstelling iets moeten worden in de trend van subcultureel poppodium o.i.d. maar dat maakt niet uit. We kunnen dan thema-avonden houden, waarop een bepaald genre (zoals: heavy-, black-, battle-, melodic death-, power- of swampmetal wordt gedraaid. Voor de inrichting kunnen we zelf zorgen. Alleen is de vraag waar, wanneer en hoe we dit voor elkaar kunnen krijgen. Alle goede ideeën zijn van harte welkom!
Roel van Beek, 1-1-2007

Ik ben het helemaal met Anthon en Roel eens. Het zou leuk zijn om inderdaad een soort dorpshuis hier in Driebergen te hebben. Ik kan mij nog leuke concerten in het dorpshuis van Leersum herinneren. Als Roel dan ook nog de symfo- en progmetal in het rijtje wil zetten, dan ben ik helemaal gelukkig. Ik vind trouwens de folkmetal wel aardig passen bij Dwergpop, dat inmiddels al was gegroeid (what is in a name?) tot een aardige traditie. Jammer genoeg kon het vorig jaar niet doorgaan. Een dorpshuis zou ook een goede accommodatie voor een soortgelijk festival in de winter zijn!

Jan Koert Lange, 1-1-2007
Wat een gezeur toch steeds weer over een dorps- of cultuurhuis en ‘gemeenschapszin’ (of bedoelt Anthon hiermee een erotisch ontmoetingscentrum?). We hebben alles al in Driebergen, een dorpsplein, een bibliotheek, Champ’Aubert, diverse zalen met een podium, SWD met een eigen gebouw aan de Vijverlaan, Nieuw Salem, een kartbaan, sportvelden, golfbaan, sportzaal eh sorry, ‘health center’ en ga zo nog maar even door. Waarom zouden we dat alles in één nieuw, duur gebouw proppen? En als poppodium kan het NIX-gebouw aan de Engweg worden gebruikt. Maar dan moet de gemeente eerst minder zeikerig gaan doen met het verlenen van vergunningen voor activiteiten in al die zalen. En NIX, of hoe het inmiddels ook mag heten, moet eens in de leer gaan bij de Peppel in Zeist.
Hans Hermans, 2-1-2007

Juist Hermans, de NIX is nu echt niks. Ze moeten maar een voorbeeld nemen aan de peppel en de naam veranderen in IETS. Lijkt mij al een hele stap in de goede richting !
Hail pagan warriors!
Roel van Beek, 2-1-2007
NIX heet al tijden DJOI.
Renk Knol, 2-1-2007

Alsof DJOI nou zo’n fijne naam is. Zit in de familie van de Stayoke.
Maar het idee van Anthon spreekt me ook wel aan. Vooral een flitsend gebouw in de stijl van de Lustwarande (ook al zo’n woord met vele interpretatiemogelijkheden)
Harry Boeschoten, 4-1-2007

Ik zie ook wel wat in Anthon’s voorstel. Maar dan wel op een andere plek gerealiseerd. Daarbij denk ik aan het voorterrein van Park Seminarie. Dus tussen de Monseigneur en de hoogbouwflat met lichtvervuiling. Omdat het een multifunctioneel gebouw moet zijn met een architectuur die past bij de Lustwarande (19e eeuws dus) lijkt mij een gebouw in de stijl van Christal Palace wel wat. Klik hier.
Renk Knol, 4-1-2007

Renk, Renk, kún je nu alleen maar voorstellen doen om stukjes groen vol te bouwen? Waarom niet rood voor rood? Anthon doet een voorstel voor verbetering van een stuk Driebergen, bij jou blijft de lelijke plek lelijk en wordt een aardige plek volgebouwd. laten we dan liever de BP opheffen (tankstations zat) en daar je Cristal Palace neerzetten.

Harry Boeschoten, 5-1-2007

Beste Renk,
Als je de open ruimte voor de Seminarieflat wilt bebouwen, dan heb je de karakteristiek van de Lustwarande niet begrepen.
De bebouwing heeft een nauwe samenhang met de afwisseling van open en gesloten groene plekken.
Laten we ons eens richten op rood voor rood, er zijn nog een aantal lelijke rode plekken waar eer aan te behalen is, denk maar eens aan de supermarkt / bibliotheek / lege kantoren, met daarnaast het half afgebroken pand aan de Korte Dreef.
De meest ontsierende plek van de Lustwarande. Zeer geschikt voor een culturele en ontmoetingsfunctie, maar dan graag op straatniveau.
Met vriendelijke groet,
Henk Jan Derksen, 6-1-2007

LIEF WEBLOG

Maandag
Vanochtend regulier overleg met het managementeam, met de eerste amandelstaaf van dit jaar. Weer zeer vruchtbaar. Het PWET-traject staat inmiddels goed op de rails. Ook de behandelingsprocedure van de gebiedsvisie binnen het platform Zuid-Oost Utrecht prakt binnen de ambtelijke kaders de bestuurlijke soep al lekker gaar. Op het web zie ik dat mijn nieuwe ghostwriter het aardig doet. Als je een hippe gemeente wil zijn dan kost dat wat.

Dinsdag
Vanochtend overleg met Van der Wout, wijkchef van politie. Ook het horecakoppel was aanwezig, al weet ik nog steeds niet wie dat zijn. Gelukkig hadden ze wel vruchtgebak bij zich. Samen hebben we een conceptregeling gemaakt die tijdens een volgend overleg kan worden besproken. Adjudant Van Juut heeft in Driebergen trouwens een ander koppel –stel Polen- aan kunnen houden dat zich verdacht ophield rond de winkelpanden. Wat Van Juut met verdacht bedoelde heb ik niet goed begrepen. Maar ach, als burgemeester moet je vooral de hoofdlijnen zien.

Woensdag
Terugkomend op de klikokwestie hebben we ook hier de daders op kunnen pakken. Het waren ook hier weer Polen. Er bleek zelfs een verband te bestaan met het koppel Polen dat gisteren werd opgepakt. Dat hoorde ik van de familie B., toen ik daar op de koffie kwam, met een slagroomtaart. B. kan het weten natuurlijk, die houdt de Sportlaan al jaren vrij van gespuis.

Donderdag
Van de week de rampenfolder bij de mensen in de bus gedaan. Intern hebben we een nog veel groter plan uitgewerkt, onder het genot van een lekker stuk vlaai. Vanwege de zeespiegelstijging houden we serieus rekening met een invasie van randstedelingen. Die komen niet verder dan Langbroek, want we zetten alle weteringen onder water. De Grebbeberg en de Heuvelrug dekken ons in de rug. De infrastructurele tunnelbak aan het westelijk front moet snel gerealiseerd om het cordon rond te krijgen.

Vrijdag
Een nieuwe hippe gemeente zei ik. Dat ging gister weer goed toen de Partij van de Dieren kwam congresseren, met haar bevallige lijsttrekker. Ze doet me erg denken aan een jonge hinde, droom ik ‘s ochtend nog even over haar na, met een dierproefvrije tompouce op het schoteltje. Daarna rest me helaas niets dan het zoveelste visiedocument over de organisatie-ontwikkeling en de opzet en voortgang van het integraal veiligheidsbeleid. Probeer dat maar eens sexy naar de burger toe te communiceren.

Anthon Keuchenius, 8 oktober 2006

Een weblog dat met grote humor is gefileerd
Sybe Streekstra, 10-10-2006

Nu begrijp ik waarom onder andere Reeringh, Kozijn en Bloemen burgemeesters van omvang waren
Renk Knol, 11-10-2006

VIER DAGEN

Om nog even terug te komen op de voorbije week; voor thuisblijvers zal een avondvierdaagse weinig meer zijn dan strompelend over elkaars benen in lange rijen over stoffige bospaden defileren. Toegegeven, uit mezelf zou ik er ook niet snel op komen. Gezond lijkt het me verder ook niet; menig arts zal afraden om zich bij tropische temperaturen door wolken smog en laaghangend fijnstof in te spannen, al is sjokken soms een beter omschrijving.

Toch is het altijd weer een erg fijn weekje. Een mens beklimt weer eens de Maarnse berg om van bovenaf verlekkerd neer te zien op het kristalheldere water van de oude zandafgraving. Opvallend waren ook de volledig bezette auto’s met Pools nummerbord die in opperste verbazing over zoveel volk na kennelijk gedane arbeid naar hun tijdelijke verblijf op de camping hobbelden. Wat staan er trouwens mooie huizen midden in het bos! Verder viel me de heerlijke lommer van de Noord-Driebergen straten op afgezet tegen de sociale dwang die ik door de nieuwbouwwijken bezuiden de Hoofdstraat voelde kruipen.

Allesoverheersend tijdens zo’n avondvierdaagse is het dorpsgevoel. Je blijft groeten onderweg, want je komt iedereen tegen, van vroeger, van nu, van heel vroeger, van school, van de winkel, van werk, van op straat. De avondvierdaagse is een sociaal feest met een enkele verdwaalde asociaal tussen massa’s goede mensen. Dat is de gelukkige constatering van iemand die ooit spoog op huisje-boompje-beestje, maar op zijn tiende vaderdag alweer zijn vierentwintigste lauwer mocht ontvangen. Leve het dorp.
Anthon Keuchenius, 18 juni 2006

HOTSPOT

Laatst moest er geknipt en bemest op ons onvolprezen Rosarium, hier om de hoek. De werkmannen kwamen van Wijkteam Zuid, uit Doorn, stond op de onderhoudswagen. Met de integratie van de verschillende gemeentes gaat het kennelijk soepeltjes. Ik zie overal fonkelnieuwe gemeentewagens rijden, met iets van facilitaire zaken op de groenwitte flanken. Ik hoop wel dat er nerds in zitten. Want van de ambitie hoog in te zetten op het internet als gemeenteloket heb ik nog weinig mogen waarnemen. Ik weet niet of u er al eens geweest bent, maar navigeren op de gemeentesite gaat verrassend stroef. Veel staat er überhaupt niet op. Ik zie u nu alweer denken. Toegegeven, ook onder mijn vrienden zin er die menen dat een gemeenteambtenaar een wezenlijk ander soort mens is. Ik geloof dat niet. Ambtenaren zijn mensen als u en ik. Sterker nog, misschien bent u er wel een. Neen, onze nieuwe gemeente is gewoon nog wat zoekende. Misschien wel omdat het ons ontbreekt aan een hotspot. Er zijn er al honderden in Nederland, maar nul in wat vorig jaar nog de wereld in moest als knowledge valley. Je zou hier -in de ontluikende lommer van onze kennisvallei- toch zo je laptopje open moeten kunnen klappen om te lezen wat voor prachtige plannen onze leane gemeente op stapel heeft. In streaming video. Helaas. Behalve een foldertje met wandelingen op de mat en later scheen er een kaart te zijn rondgedeeld en zo niet mochten we bellen of juist weer niet, behalve deze wapenfeiten dus alleen af en toe eens een persbericht, over nieuwe welkomstborden langs de wegen bijvoorbeeld. Smaken verschillen kan u zeggen, maar als dit ons nieuwe corporate image is, houd ik mijn hart vast. Bovendien stonden er al reuze adekwate borden. Het ergste is misschien wel de teloorgang van de regionale media. Vroeger kochten we een krant, waarmee een journalist soort van betaald werd die het voor ons uitzocht. Nu is er niemand meer die het controleert. Nu blijft het gissen naar de Heuvelrugtargets. Gelukkig kan ik woensdag wat vissen als ik een vorkje mag meeprikken met het college. Vorige keer was dat nog een Driebergs bergje boerenkool met worst. Ben benieuwd. Ach, als Nana er maar is. Komt alles vast weer goed. Of in elk geval gezellig.
Anthon Keuchenius, 23 april 2006

Beste Anthon,
ik kan je geruststellen…..ik ben aanwezig 26 april 2006.
Met vriendelijke groet,
Nana Bies, 26 april 2006

PROFIELSCHETS

Gij zult burgemeester van den Heuvelrug willen worden.
Gij zult daarbij de volgende geboden in acht nemen:

Gij zult uzelf veelvuldig op de paden en lanen van den Heuvelrug vervoegen.
Gij zult daar den jeugdige alswel den eerbiedwaardigen burger ontmoeten.
Gij zult daarbij het woord van elken burger welwillend aanhoren.
Gij zult diens woorden binnenskamers niet aan uw laars lappen.
Gij zult uw laarzen nimmer in onschuld schoonpoetsen.
Gij zult uzelf laten bedriegen noch bedreigen.
Vooral niet door den gevreesden burger van den Sportlaan.
Gij zult niet wijken voor tegenburgers van vooruitstreving.
Gij zult geen carrièreburgemeester zijn.
Gij zult den waarheid durven spreken.
Gij zult dan als vanzelf niet bang zijn op te stappen.
Gij zult vergaderingen kort houden.
Gij zult breedsprakige politici de les lezen.
Gij zult uwe ambtenaren en dienders de regels in geest laten handhaven, niet in letter.
Gij zult ambtenaren die overbodig veel letters maken een buitenfunctie toewijzen.
Gij zult uitbundig rondborstig zijn danwel marathons lopen.
Gij zult zowel alaaf als den eerste soera durven declameren.
Gij zult veel sleeptouw hebben.
Gij zult visie tentoonspreiden.
Gij zult lef tonen.
Gij zult aldus omarmd worden.

Anthon Keuchenius, 26 februari 2006

Beste Anthon,
Jouw profielschets voor een nieuwe burgemeester past op de achterkant van een sigarendoos. De gemeenteraad heeft er vier aviertjes voor nodig met veel ambtelijke bla bla. Op het vijfde aviertje staat één zin: hij of zij moet beschikken over een goed netwerk. Netwerken is misschien handig in het bedrijfsleven maar in het openbaar bestuur is het natuurlijk uit den boze. Vandaar een toevoeging aan jouw profielschets:

Gij zult geen achterkamertjespolitiek bedrijven.
Renk Knol, 26 februari 2006

BOSBRANDGEVAAR

Ik mag graag linken vanaf www.driebergen.net . Zo ververs ik dagelijks met ongeduld meermaals de nieuwspaginaas, om maar niets te hoeven missen van wat ons beweegt op de Heuvelrug. Daarna bezoek ik steevast de fotopagina, waar je na het bezichtigen van de Lindelaan in de toestand van heden kunt doorklikken naar een viertal ijselijke Scandinavische bestemmingen. Dezer dagen zien we daar helaas weinig sneeuw. Vervolgens brengt een eenvoudige muisbeweging over het linkje bosbrandgevaar ons op de hoogte van de hydrologische conditie van onze bossen. We lezen dat het nat is in onze bossen, heides en andere natuurgebieden en dat er derhalve geen stookverbod voor het verbranden van tuinafval geldt. Toch goed om te weten. Wat ik node mis op de site is een volwassen ingezondenbrievenschrijver, type Hans Hermans. Graag bekijk ik –lezen dekt de lading niet helemaal- de tirades van Hermans in de plaatselijke courant. Ik ben zo ontzettend nieuwsgierig naar de man. Terwijl mijn ogen over Hermans nieuwste brief schieten zie ik een langgerekte woning met veel wit, in een wijk gebouwd in de veelbelovende jaren zeventig. Terwijl mevrouw Hermans in de voorkamer afstemt op de rijdende rechter zit senior in de uitbouw. Gebundeld licht schijnt vanuit het plafond op het witte bureau. Op het hoekje een foto van de Amerikaanse kleinkinderen. Vroeger nam Hermans de vulpen met inscriptie ter hand, afscheidscadeau van de zaak. De laatste jaren hanteert Hermans het keyboard. Verder reikt mijn beeld niet. Googlen helpt ook niet. Slechts op de site van dagblad de Telegraaf vond ik een enkele Hermanstirade terug. Maar ik ben zo nieuwsgierig. Daarom, Hans Hermans -en alle andere Hermanzen te Driebergen-: waar bent u, ik zie u niet. Wie bent u. Wat beweegt u. Lever uw bijdrage, ook op deze plek. Opdat wij kunnen genieten van uw schotsschriften. Doe ons kond van uw allerdiepste zielroerselen. Want ik moet toegeven: u heeft soul. Daar waar anderen zich verbitterd van de samenleving afkeren en slechts voor zichzelf verder leven, daar staat uw naam als een huis. Hermans, leidt ons!

Anthon Keuchenius, 8 januari 2006

KOLUMN

Hoeveel jaar geleden is het nu dat Driebergen opging in de gemeente Heuvelrug? Ik herinner me nog de zin -mocht hem zelfs als ingehuurd tekstschrijver een keer opschrijven: ‘een fusie levert niet meteen winst op. De eerste jaren zelfs verlies.’ Kortom, de jaren van oogsten mogen nu ongeveer aanbreken. Enigszins lusteloos blader ik na deze gedachte door de gemeentelijke site, die nog altijd niet uitblinkt in overzichtelijkheid, klikgemak en aantrekkelijkheid. Ik kom terecht op de structuurvisie, want daar hebben de gemeentelijke vrienden de laatste jaren toch vooral aan gewerkt. Mooi stuk, prachtige visie hier en daar, en soms weer helemaal niet. Helaas vind ik maar weinig reacties. Jammer, want er liggen schoten voor open doel waar de gemeentelijke vrienden hun voordeel mee kunnen doen. Omdat ik als geboren lapzwans graag snel klaar ben -en hiermee teven garandeer dat in elk geval iemand mijn reactie leest, en anderen misschien ook aanzet tot een reactie- kopieer ik hier het tekstje dat ik zojuist invoerde:
………..Ik ben het nogal eens met bovenstaande. Niet alleen omdat ik in de Akkerwegbuurt woon en de rust in deze leukste wijk van Driebergen waardeer. De sportvelden hier neerzetten zou getuigen van weinig ervaring, verstand en visie. Waar de sportvelden nu liggen -De Woerd- is een uitgelezen plek. Goed bereikbaar -je bent zo de snelweg op of af- voor trainingen, leden en bezoekende ploegen, en dat zijn er nogal wat. Kom eens kijken op zaterdagochtend, een massa mensen en auto’s komt en gaat. Als al die mensen zich eerst door Driebergen zouden moeten worstelen zou de congestie enorm toenemen. Een beter plan is de sportvelden nog directer te ontsluiten, zodat niet iedereen over de drukke Nijendal moet rijden. Wel zou er langs A12 een scherm of wal moeten verrijzen, om lawaai en rotzooi als roetdeeltjes tegen te houden. Dat, samen met een nieuw combinatie-clubhuis voor alle ploegen, een beetje zoals Kampong in Utrecht, biedt een prachtige en duurzame toekomst voor de sportclubs van Driebergen.
En dan nog drie futuristische woon-werk-kantoortorens aan de andere kant van de A12, rond het station en een nieuw, vrij en schoon fietspad langs al deze bestemmingen, en ik ga de bestuurderen allemaal zoenen.

Anthon Keuchenius,  datum ontbrak

UIL

Bij het verschijnen van de lokale courant afgelopen donderdag nog dacht ik mijn maandelijkse stukje te wijden aan diezelfde lokale courant. Dat ik daar al eerder over schreef leek me van minder belang dan een weerwoord op het even kinderachtige als amateuristische naschrift dat ‘de redactie’ verzon op het verwijt van eenzijdige berichtgeving. Edoch, een dag later was de woede gekoeld. Had plaats gemaakt voor een gelaten besef dat we van deze redactie gezien het verleden toch weinig meer konden verwachten. Bovendien was ik lekker wezen fietsen, en had me met opgewekt gemoed voorgenomen een stukje te schrijven over het gemeentelijke ‘primaat’ van de fietser. Dat ik dat zelfs al tweemaal eerder had gedaan, deed aan dat voornemen weinig af. Immers, waarom zou je als gemeente al een decennium lang in al je beleidsstukken schrijven dat fietsers, fietspaden en fietsvoorzieningen de voorkeur moeten genieten, maar veeg je diezelfde fietspaden als laatste schoon van glibberig blad, pekel je die fietspaden als laatste of zelfs helemaal niet, laten alle stoplichten in je gemeente die fietsers als laatste vertrekken en als eerste stoppen en moeten fietsers het met steeds minder en steeds slechter wegdek doen? Best fnuikend voor dat opgewekte gemoed, zo’n gedachte, maar wel goed voor een stukje.
Vanmiddag echter bereikte me het droeve bericht dat de oude schaapschuur van de Heemtuin te Leersum bij het krieken van de dag volledig in de as is gelegd. Een feeriek plekje, verscholen tussen de reuzachtige beuken van landgoed Broekhuysen. Waar groot en klein inzicht mocht krijgen in het gedrag van tijgerspinnen, kikkers en salamanders. Waar een klein legertje vrijwilligers ziel en zaligheid in gooide. Mijn kerstgedachte gaat uit naar hen, en naar de kerkuil die huisde op de zolder van de schuur. En mijn kerstdonatie gaat naar de getroffen vereniging, die ik hierbij oproep een potje te openen voor een nieuwe houten schuur. Voor de uil.

Anthon Keuchenius,  datum ontbrak


Je kunt de columns ook nog lezen op de site van Renk, die ons helaas is ontvallen:

Klik