Vijftig nieuwsgierigen mochten gister op excursie mee het ecoduct Mollenbos op. Ze zagen vossendrollen en bandensporen.
Eul, zegt een van de kinderen in de excursie, als de gids wijst op een drol van een vos. Verder een plukje haar -van een schaap, nee konijn- weet iemand. En ook dassen, steenmarters, reeën natuurlijk en een hele reeks kleine zoogdieren en amfibieën maken gebruik van het ecoduct, weet de gids. En crossmotoren en mountainbikers, bewijzen sporen in het zand.
Komende donderdag besluit de Heuvelrugse gemeenteraad of er ecoducten bij mogen komen, eentje twee kilometer verder over de Amersfoortseweg N227 en later eentje over de Maarsbergseweg N226, nog eens vier kilometer naar het oosten. Onnodig, achterhaald, te duur, kolos in het bos, roepen tegenstanders, overigens afwezig op de excursie. Kan ook met nieuwerwetse tunnels en een snelheidsverlaging, vinden zij.
Het is de vraag of ze de ecoducten wel kunnen tegenhouden. ‘De inkt is nog maar net droog. Je bent geen knip voor je neus waard als bestuurder als je hiervan afziet,’ zei wethouder Boonzaaijer eerder over het besluit van de Utrechtse provinciaal bestuurders, die de ecoducten vorig jaar nog in hun bestuursakkoord opnamen.
Dat was nadat dat bestuur al afzag van zeven andere ecoducten, uit vorige akkoorden. De overgebleven drie ecoducten zijn minimaal nodig om de natuurgebieden van de provincie met ecoducten als dunne koordjes aaneen te schakelen, om welke soort dan ook de gelegenheid te bieden te migreren en zo de genen binnen de deelpopulaties gezond te houden, is de argumentatie
‘Ik weet het niet’, zegt gids Marcel over de noodzaak van de nieuwe ecoducten, alle voors en tegens afwegend. ‘Maar ik weet wel dat er heel goed en lang over is nagedacht. Dus zou ik het besluit liever overlaten aan de mensen die het bedacht hebben.’
Tim Verhoef, het enige aanwezige raadslid, weet het wel. Hij gaat donderdag voor stemmen, want nieuwerwetse faunatunnels hebben zich nog niet bewezen, kosten ook geld en hebben ook een fuik met hekken eromheen nodig. ‘En met een snelheidsverlaging voorkom je wel veel ongelukken, maar je bereikt die uitwisseling van soorten onvoldoende.’