Heuvelrug

Rekenkamer over kazerne: Minister rekent zich rijk

De Rekenkamer is erg kritisch over het besluit een nieuwe marinierskazerne in Vlissingen te bouwen. Het besluit is haastig genomen, en de investering is 'risicovol'. 

Dat laat de Rekenkamer weten in persbericht dat gistermiddag is gepubliceerd. 'Het besluit voor nieuwbouw is onder grote tijdsdruk tot stand gekomen, naar alternatieven is niet lang gezocht. Of met deze keuze op lange termijn geld bespaard wordt, is vanwege risico's onzeker', aldus het persbericht van de Rekenkamer. De landelijke pers pakt het nieuws groot op. De Volkskrant kopt: 'Defensie rekent zich rijk met besparingen op exploitatie vastgoed'. De PZC legt de nadruk op de grote financiele risisco's die het gevolg zijn van het besluit. 

Die financiele risico's spelen met name rond de marinierskazerne  -het rapport gaat over alle plannen rond het vastgoed van het ministerie- en zijn te verdelen in twee soorten. Het aangedragen exploitatievoordeel van €2,7 miljoen is volgens de rekenkamer erg onzeker. Bovendien mag Defensie er pas op rekenen vanaf 2026, en niet al vanaf de start van de nieuwbouw in 2017. Vanwege de vele onzekerheden en aannames concludeert de Rekenkamer: 'Minister van Defensie rekent zich rijk met besparingen op exploitatie vastgoed.'

Naast het exploitatievoordeel loopt Defensie ook risico's bij de verkoop van het af te stoten vastgoed, zoals het Doornse kazerneterrein. De sloop- en grondsaneringskosten die Defensie zal moeten ophoesten zijn onbekend en niet berekend. Volgens de Rekenkamer is er bij de verkoop van soortgelijke terreinen in het recente verleden ook sprake geweest van misrekeningen. De Rekenkamer noemt verder de 'marktomstandigheden om vastgoed te verkopen niet gunstig'. 

In het onderliggende rapport spreekt de Rekenkamer ook over Doorn, dat geen eerlijke kans zou hebben gekregen 'Cruciaal in de discussie is het gegeven dat in Doorn sprake zou zijn van een structureel ruimtegebrek. Het is de vraag of het Ministerie van Defensie er alles aan heeft gedaan om voor dit ruimtegebrek een oplossing te vinden. De minister had de mogelijkheden op de alternatieve, reeds bestaande, locaties nader kunnen onderzoeken.'

Maar, concludeert de Rekenkamer, de minister had grote haast: 'De procedure die normaal gesproken ruim een jaar duurt, werd in dit geval binnen zes weken afgerond.'  Volgens de Rekenkamer heeft de stuurgroep die de plannen moet vormgeven 'aanvankelijk te maken gehad met bemensingsproblemen en er waren verschillende voorzitters binnen een jaar.'

'Wij stellen vast dat zeker vanaf het moment dat de minister zijn voorkeur voor Zeeland uitsprak, er niet meer naar alternatieven is gezocht. Een motie die de minister daartoe oproept, werd door hem ontraden en vervolgens door de Kamer verworpen. Gezien de onzekerheden,  de omvang van de investering en nieuwe inzichten die tijdens het doorlopen van de procedure zijn ontstaan, zou het logisch zijn geweest als er meer aandacht was besteed aan alternatieven, zoals het gebruik van — reeds bestaande — defensielocaties.'

Defensieminister Hennis zegt in een reactie -verwerkt in het rapport zelf- dat de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn 'ook na een grootscheepse en kostbare renovatie niet toekomstbestendig is'. Hennis heeft de Rekenkamer inmiddels beloofd op Verantwoordingsdag 2013 (15 mei) de Tweede Kamer meer inzicht in de berekeningen te zullen bieden.